Riekje
Riekje?

Riekje

De eerste keer dat ik Amsterdam binnenreed vanuit Utrecht en het grote billboard van Telfort zag met het Onbeperkt Bellende meisje dacht ik 'het lijkt Riekje wel'. Het Engels rosse haar, de lichte ogen en net precies het daarbij kleurende groene truitje waarin ik me haar herinnerde.

Er volgden meer plaatsen. En nog vele malen dat ik dacht ‘het lijkt Riekje wel’. Vanmiddag kwam ik haar tegen. Ze is het.

Dave Meijer (1955)
aan de muur van het atelier (in overweging)
de Oosterschelde, door mij gefotografeerd met Dave Meijer-ogen (het is besmettelijk)

Dave Meijer

Vandaag was ik in Goes bij Dave Meijer, wiens werk op 't ogenblik te zien is in Museum Belvédère in Heerenveen. Zo dat werk ergens op z'n plaats is dan daar. Hij schildert namelijk - kort gezegd - 'het Hollands landschap'. Een groot onderwerp, op meest kleine formaten.

Het Hollands Landschap. Je zou zowat zeggen 'de essentie ervan'. Sterk vereenvoudigde vormen zijn het, die stuk voor stuk onmiddellijke herkenning oproepen. Ja! Ja, dit ken ik.Vraag me niet waarvan, maar ik ken het. Een vloedlijn, een dijk, een horizon. In steeds wisselende kleur en samenhang. Een horizon? Heeft Dave Meijer ooit de abstractie overwogen? Nee, hij staat op de grond, met beide voeten.En staart in de verte. En dat doet hij al twintig jaar, elke dag in z'n kleine atelier, waar alleen een bovenlicht is. Geen buitenwereld. Concentratie. De verte van Dave Meijer zit in z'n kop.En in de mijne.Woensdag 11 april was hij te horen in De Avonden.

legendarische Haagse gitaarmethode: ''Het ei van Co''
Dutch Swing College nu. Ton van Bergeijk derde van links

Haagse muziek

Cor Gout maakt weer een Haags boek. Het eerste ging over voetbal in vroeger tijden en heette 'Als de kraaien overvliegen' (uitgave Trespassers W., 2005). Als oud-adspirant bij Quick-Haag mocht ik er een stukje in schrijven. Nu komt er eentje over muziek en mij viel toe de Dixieland.

Voor Den Haag 'beatstad' werd was het al hoofdstad van de Nederlandse Dixieland. Van Roefie Hueting en de Down Town Jazz Band tot Eric Krans en de Dixieland Pipers (spreek uit 'piepers') en de Stork Town Dixie Kids van de gebroeders Katee allemaal kwamen ze uit Den Haag. Lees de werken van Frits Hotz. Haagse muziek. Dixieland had de juiste graad van wanhoop - de beste muziek was immers al in de jaren '20 en '30 gemaakt - en ranzigheid. Er werd gedronken, ‘jenever uit waterglazen’. En nu, in 2007 bekijk ik een statiefoto van de Dutch Swing College Band, die nog steeds bestaat en floreert - op toernee 'over vijf continenten'. En daar staan de gebroeders Katee, levend en wel. Arie Ligthart (banjo, gitaar) is vervangen door mijn Haagse vriend Ton van Bergeijk. Kan dat zo maar Ton? Binnendringen in de geschiedenis? Dat is toch iets als opgesteld worden in een Nederlands elftal naast Swart en Van Hanegem? En over 'Het ei van Co', de gitaarmethode van Co Atpress van de Down Town Jazzband heb ik nog een vraag.

Tags: 
zichtbaar: Toon Spoorenberg en Peer van Eersel

Radio Bergeijk in beeld

Wat is er zo goed aan Radio Bergeijk? Het maakt duidelijk in wat voor een diep gestoord land wij leven. Een registratie van de 'ordinary madness' in het begin van de 21ste eeuw met historische betekenis. Nog steeds grotendeels geïmproviseerd, o wonder.

Radio Bergeijk komt nu ook op de televisie. Pieter Verhoeff brengt dit voorjaar Toon Spoorenburg en Peer van Eersel in beeld. Kan dat? Hoe zien ze er dan uit? Dat weten we op 30 april as. als ze om 23.00 te zien zijn op Nederland 3.PS. het idee van een Zuidelijk lokaal radiostation ontstond eind jaren '90 in de 'Mannen van de Radio', samenspraken tussen Pieter Bouman en Hans Teeuwen, in De Avonden. Toen in 2000 op het toenmalige Radio 5 een 'radiosoap' werd gevraagd zei ik 'Ik weet iets.' Zonet vond ik ook de aanvraag van toen bij het Stimuleringsfonds (niet toegekend, wegens een laatdunkende opstelling tov. de collega's van de lokale radio in Nederland).

oa. geïmproviseerde spiegelruit
oa, erkerraam dat keukenkastje was

Oorlog en glas

Met de herdenkingsdagen nadert ook weer mijn eigen kleine oorlog. Van de oorlog zelf weet ik niets, ik werd wakker in de ravage erna.

In Zutphen - door de Canadezen stormenderhand ingenomen - was veel kapot. In de straat waar ik opgroeide ontbraken ook rijen huizen (gevolg van afgezwaaide V-1's), alleen de kelders waren er nog, vol groen water waarin je kikkervisjes kon vangen. Dat ook bijna alle ruiten in die straat 'gesneuveld' waren (woord van mijn moeder) zie je op deze foto's. Jongetje bij de militaire motorfiets (grensbewaking) van zijn vader, leuk. Maar let op de achtergrond. Daar is te zien hoe glazen deurtjes van keuken- en boekenkastjes werden ingezet om de kapotte erker- en spiegelruiten te vervangen. Geen glas te krijgen.Zutphen - spoorwegknooppunt - is vaak door de Engelsen gebombardeerd. Het station en alles in een wijde kring eromheen (bruggen over de IJssel en het Twentekanaal) verdween.De grootste klap gaf - volgens de verhalen - de beschieting van een een Duitse munitietrein, niet heel ver van mijn ouderlijk huis. Toen brak ook al veel glas.

Sonja Pos
W.F.Hermans in 1961 in Noorwegen tijdens de expeditie die materiaal verschafte voor Nooit meer slapen

Sonja Pos en W.F.Hermans

Dinsdag promoveert Sonja Pos in de Agnietenkapel van de Universiteit van A'dam op 'Dorbeck is alles!' een proefschrift met een uitroepteken. Het zinnetje komt uit de roman 'De donkere kamer van Damocles' van W.F.Hermans. Een mooie - helder geschreven - introductie tot heel het werk van Hermans.Bijna twintig jaar geleden kreeg Sonja Pos de ingeving het werk van W.F.Hermans te bekijken in het licht van de ideeën van de Franse historicus René Girard over zulke dingen als navolging, rivaliteit en het zondebokmechanisme.

Sonja Pos correspondeerde met Hermans over haar bevindingen, hij reageerde zeer positief. Het idee, het inzicht, breidde zich uit. Al lezend zag ik Hermans in een ander licht. Twee van zijn boeken vooral: De donkere kamer van Damocles en Nooit meer slapen. De raadselachtige relaties tussen Osewoudt en Dorbeck, tussen Alfred Issendorf en Arne Jordal. Hermans schiep navolgers van een idool. Maar navolging leidt tot niets dan slechts, dus Osewoudt en Issendorf komen bedrogen uit. Ze verliezen zichzelf (zie de titel). Duidelijk tekent zich de worsteling om het eigene af, het losmaken ook van invloed van ouders. Zoals eigenlijk al aangekondigd in vroege verhalen en in de roman 'Ik heb altijd gelijk'. Hoe werken menselijke beweegredenen? Wat ons beweegt weten we het van onszelf niet of we ontdekken het te laat. Karakters zijn bij Hermans nooit zo eenduidig als bij veel andere schrijvers. Er wordt toegewerkt naar een publiekseditie van 'Dorbeck is alles!' . Nadere informatie: soniapos@xs4all,nl Maandag 2 april na 21.00 was Sonja Pos te horen in de Avonden. Na Arnon Grunberg, die over de Franse vertaling van 'De donkere kamer' sprak op de Parijse 'Salon du livre'.

Sonja Pos, 'Dorbeck is alles!'
Beluister fragment
girl on a long base - 2
girl on a long base (1968-1972) - 1
beschilderd brons, mensenhaar
girl on a long base - 3

Reg Butler

In het Scheveningse Museum Beelden aan Zee zij twee nieuwe exposities. Over 'Beeld Oog Brein', een onderzoek van Joris Kwast en oa. waarnemingspsycholoog prof. Willem Levelt later meer. De vraag is hoe wij toeschouwers naar driedimensionale beelden kijken en hoe de beeldenmakers inspelen op onze waarneming. Alle zintuigen doen mee, tijd en ruimte staan op losse schroeven.

De tweede tentoonstelling, die van de Engelsman Reg Butler (1913-1981) heet 'Decent Sculpture' ('Fatsoenlijke beeldhouwkunst') en geeft meteen krasse voorbeelden. Dit is voor het eerst in Nederland een overzicht van vooral zijn latere werk. Veel beschilderd brons (en mensenhaar), vooral vrouwen. Je krijgt angstige lichamen te zien. Lichamen die niet kloppen, die niet kunnen. Vanaf de jaren '60 ging Butler hier mee bezig, eerst dwars tegen de heersende - nonfiguratieve - trend in. Geweld en seksualiteit zijn bij hem 'fatsoenlijke' beeldhouwkunst. Seksualiteit is immers leven en geweld is dood. Geen leugens. In zijn laatste beelden - vrouwfiguren in onmogelijke houdingen - radicaliseerde hij. Met deformaties wilde hij 'doordringen in de gevoelswereld van de toeschouwer'.

Wiener toont horloge aan Huug Schipper en A.L.Snijders

Horloge

Stichting De Roos is opgericht in 1945. Het genootschap geeft periodiek een verzorgd boekje uit. De auteur krijgt geen geld, alleen de leden ontvangen een exemplaar. De twee boekjes in een cassette getiteld A.L. en L.H. (Snijders en Wiener, zie dit log van 29 maart) hebben een voorgeschiedenis. In november 2006 werd de eerste oplage vernietigd 'omdat er een letter verkeerd stond'. Twee maanden later nogeens, omdat er lijmsporen zichtbaar waren. Pas in maart 2007 was het goed. A.L.Snijders versloeg de aanbieding. Hier het slot van zijn stukje 'Horloge':

'De overdracht zal plaatsvinden op 28 maart om half vijf in café De Roemer aan de Botermarkt in Haarlem. Ik ben op tijd, de mannen van De Roos ook, Wiener is een half uur te laat. Hij heeft een bijzonder excuus: hij draagt een oud horloge. Hij doet het af en laat het zien, hij heeft gelijk, de wijzerplaat is door de tijd aangetast, maar de wijzers zelf doen hun werk als vanouds, ze wijzen vijf uur. Ik zeg: 'Met het wezen van het horloge is niets aan de hand, het is vijf uur, je bent te laat'. Hij vertelt me de geschiedenis. Hij heeft het gekocht van het eerste geld dat hij ooit met literatuur verdiende, z'n eerste gepubliceerde verhaal, in Tirade, geld van Van Oorschot. Hij draait het om, hij heeft zijn naam erin laten graveren, en het jaartal, 1966. Hij is de archivaris van zijn eigen leven, hij heeft het geheugen dat bij deze eigenschap past. Hij heeft drie horloges. Een draagt hij als hij schrijft of optreedt als schrijver, een als leraar en een als zeiler. Mijn ziel trilt als hij me dit vertelt.'

Frank-Jan Benschop
Wim Bloemendaal

Bureaublad (9)

Wim Bloemendaal schrijft: 'De foto is gemaakt op 24 juni 2004 op de Orkney-eilanden, op de achtergrond staat het busje waarmee we terug reden naar Kirkwall, omdat de lijnbus klaarblijkelijk vergeten was langs Skara Brae te rijden. Gelukkig bleek een chauffeur, die een aantal cruiseschippassagiers naar Skara Brae gebracht had, bereid ons mee te nemen. De chauffeur vertelde ons dat hij op 21 juni samen met zijn vrouw overnacht had in de cirkel van stenen. Twee staan op de foto. Daarna zijn we naar Shetland en nog verder, naar de Faroer gegaan.' Frank-Jan Benschop: 'Een schilderij van Janneke Tangelder. Ik had hiervoor helemaal geen bureaublad, nooit echt bij nagedacht. Een vriend van me stuurde mij enkele afbeeldingen van deze mevrouw. Dit schilderij - 'Franse Tuin' - viel me op omdat er in alle rust toch iets gebeurt... En m'n icoontjes zijn er nog steeds goed op te zien.Toen ik de vriend vertelde over mijn bureaublad, zei hij dat juist dit schilderij bij hem in z'n huiskamer hangt.'

het dubbelboek
L.H. en A.L.
A.L. en voorzitter Ton Entius
penningmeester Wim Kemp en bestuurslid Huug Schipper

De Roos

Vandaag hield het bibliofiele genootschap De Roos op de Haarlemse Botermarkt een typografisch kleinood ten doop, het dubbelboek getiteld 'A.L. en L.H.'. Twee gebonden deeltjes in één doos. Achter de initialen horen de namen Snijders en Wiener. Het boek werd uitgepakt en Wiener, Snijders en de mannen van De Roos - Ton Entius, voorzitter, Wim Kemp, penningmeester en Huug Schipper bestuurslid - zagen dat het goed was.

Wat een mooi boek! Het begon als een briefwisseling, het werd een wisseling van teksten, nu apart gebundeld. Het ene deeltje bevat - vaak polemische - brieven van Wiener en het andere Zeer Korte Verhalen van Snijders. Wat ze bindt is een doosje waarop een tekst van mij staat. Dat komt, ik heb ze regelmatig in radioprogramma Music-Hall meegemaakt. Daar kennen de twee schrijvende leraren mekaar ook van.De boeken van De Roos zijn alleen te koop voor leden. De oplaag is in dit geval 175 ex. Ik vroeg hoe je lid kon worden. De wachttijd bleek ongeveer twee jaar (gemiddeld eens in de twee jaar sterft er een lid). Voor een mooi boek is dat toch niet lang. Ik denk, het zou voor veel boeken goed zijn als ze zo werden uitgebracht. Een stukje uit de inleiding: 'Zelden twee zo uiteenlopende karakters meegemaakt. Wiener, zo blijkt al snel, is in dit leven en in de literatuur groot onrecht aangedaan en altijd bezig iets recht te zetten. Snijders daarentegen vraagt zich steeds af of hij niet iemand of iets onrecht doet. Wiener is een polemist, van het soort dat elke polemiek zal verliezen bij een teveel aan gelijk. Snijders excuseert zich voortdurend, bij voorbaat. Schreef hij dan helemaal geen brieven terug?Ik kon de hand leggen op en niet afgedrukt kattebelletje, gedateerd woensdag 19 juli 2000. Daarin schrijft Snijders 'Beste Lodewijk er zit altijd iets dreigends in je brieven, ik ben een beetje bang voor je, net als voor (...)'. Volgt een rijtje schrijvers, van Hermans tot Brouwers. Schrijvers die - zover ik kan zien - net als Wiener vinden 'dat ze beter verdiend hadden'. En nu? L.H.Wiener verscheen vandaag op de zonnige Botermarkt, verguld met de nominatie van 'De verering van Quirina T.' 'voor de Librisprijs.

Pagina's