Californisch kitsch van de - zeer populaire - Thomas Kincade

Eelco Runia (1)

't Is maar zelden dat ik zo halsoverkop word meegenomen door een boek als dat wat ik nu lees. Een wetenschapper verblijft een halfjaar aan een Californische universiteit en houdt een weblog bij. Hij geeft een seminar over 'Hoe het verleden als schipbreukeling in het heden aanwezig kan zijn.' En dan?

Zegt kitsch - met z'n perverse aantrekkelijkheid - ons niet meer over onze gevoelswereld dan serieuze kunst, en hoe verhouden zich de twee? Vorm en inhoud buitelen over mekaar heen. Gaat het in alle ernst over de inhoud van de ijskast dan even later toch over W.G.Sebald en de vraag of het verleden voor altijd verloren gaat. En dan komt Walter Benjamin. Wat zijn hoofd-, wat zijn bijzaken? En waarom? Waar verschuilt zich wat hij zoekt? En, wat is een weblog eigenlijk? Een peepshow?Later meer over 'Breukvlak' van Eelco Runia..

Roma Publications

 Wat doet een dichter voor hij begint? De een veegt het bord schoon, de volgende zegt dat hij zijn hoofd leeg moet maken.Kortom, wat je in de weg zit - de rest van de wereld - moet weg. En dan, met gods hulp, komt die heldere leegte. Wim Brands verstuurde in kleine kring een boekje dertien nieuwe gedichten. Titel: Neem me mee, zei de hond.

 Deze steen, waarop haar voeten al jaren rusten,elke zondagmiddag aan de rivier,haar benen zijn te kort,is zijn teken van liefde -ze was kwaad toen hij de witte steenvoor het eerst uit de achterbak tildemaar zo was zijn teken van liefde, precies zoals een fout dat kan zijn:een steen door het ijs zodat de ratten kunnen ademenps. Het boekje verscheen bij Roma Publications. De illustraties lijken vuurstenen messen uit de steentijd. Maar het is een kunstwerk van Oksana Pasaiko (twee meteoorstenen, gesneden in favoriete hoeken).

Tags: 
Sebald met Ria Loohuizen

Sebald in Marbach

 Sinds ik van zijn Nederlandse vriendin Ria Loohuizen - eerder te horen in de Avonden - weet dat W.G.Sebald thuis een grote verzameling foto's en prenten had aangelegd, die na zijn dood in 2001 bij zijn weduwe in Norwich berustte, hoopte ik die eens te mogen inzien.Nu lijkt het erop dat dat gaat kunnen.

 Ria van Hengel, die alle grote werken van Sebald voor De Bezige Bij heeft vertaald, wees me op twee Sebald-tentoonstellingen, die al sinds 22 september aan de gang zijn in Stuttgart en het nabijgelegen Marbach. In Marbach zit het Duitse Literatur Archiv. Het thema van de tentoonstellingen is het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid bij Sebald, droom en werkelijkheid. Ik ben dus erg benieuwd naar de 'Marbacher Katalog 62': Wandernde Schatten, getiteld W.G. Sebalds Unterwelt.Erheen dus.

Tags: 

Zij

Vanmiddag hing deze spin aan haar laatste draadjes op m'n balkon, vechtend tegen wind en regen. Wat ze ook spon, houvast kreeg ze niet.

De foto is van vorige week. Gelukkiger dagen. Ik prees haar om haar streepjesjurkje. Ze heeft zelfs een lieveheersbeestje gevangen, toen.Dat waren nog eens tijden.

daguerrotype van - een van de weinigen met een naam - Eduard Isaac Asser, voor 1850
Hans Rooseboom

Hans Rooseboom (1)

'De schaduw van de fotograaf, positie en status van een nieuw beroep 1839-1889' is een boek dat je vertelt wat wij allemaal niet weten over de vroege fotografen, hun klanten, hun beroepspraktijk.

Hans Rooseboom, conservator fotografie bij het Rijksmuseum deed er elf jaar onderzoek naar. Ik hou van uitputtende onderzoekingen die eindigen in bijna niets. 't Is schrikbarend, de meeste fotografen uit de 19de eeuw deden hun archieven (negatieven, glasplaten) op zeker moment gewoon weg, ze hielden er mee op. Wie waren ze? Hoe dachten ze over hun werk? Wat vonden hun klanten ervan? Er is amper over geschreven. Toch zijn er honderden geweest, die miljoenen foto's hebben gemaakt, meestal zg. cartes de visite op het formaat 6 bij 9, die mensen met elkaar ruilden. Na 1870 ging iedereen wel een keer op de foto. Zo kregen de doden gezichten. De fotografie geldt onder de uitvindingen van de 19de eeuw als een aardigheid naast de telegraaf, stoommachine, het gaslicht. Foto's beïnvloedden het leven immers niet direct? Of toch? Het historisch belang, de psychologie ervan, het moest nog komen. Nu denk ik, hoe we tegenover de dood staan, met welke beelden van medemensen, welke zelfbeeld we rondlopen. De foto en later de film bepalen veel ervan. Wij leven inmiddels tussen de bewegende beelden van de doden. 't Is als vanouds, eerst komt er nieuwe technologie en pas veel, veel later vormt zich cultuur daaromheen.Maandag na 21.00 is Hans Rooseboom te horen in De Avonden.

Breitner
Isaac Israels

Brakman, Israels, Breitner

 Weer loopt veel samen. Morgen zou ik naar Jozef en Isaac Israels in Den Haag, maar vanmiddag al viel de envelop van de Willem Brakmankring in de bus. Daarin brengt Gerrit Jan Kleinrensink de leden het nieuws dat vanaf 17 januari 2009 een grote Willem Brakman-tentoonstelling wordt gehouden in het Rijksmuseum Twenthe. Met zijn schilderijen, foto's, teksten, en ook waarachtig zijn complete werkkamer.

 Meegestuurd wordt het boekje 'Brakman's route'. Willem kwam vaak in het Rijksmuseum Twenthe en had z'n vaste favorieten in de collectie, die hier nu zijn afgebeeld met zijn commentaar. De magistrale Isaac Israels 'Voor het feest' is erbij. Een mooie vrouw inspecteert zichzelf voor ze uitgaat. Willem schrijft: 'Het meisje keurt haar verschijning als was zij het niet zelf die daar stond. In haar is weinig warmte, wel scherpte van blik maar zonder toegevendheid.' En zo door. 'Zij doet een stap naar voren, een lichte torsie in de heupen, nog even een beademen van de spiegel en dan zegt ze, een en al handen, lippen, hals, tule:'Maak mij tot wat ik ben...'. Maar Willem weet 'zij behoort tot het type vrouwen die mij niet mogen...'.

 En verderop kom ik Breitners 'Het kimonomeisje' (Geesje Kwak) tegen. En zie, waarachtig, een afhangende hand. Willem: 'Ik ben een handenfetisjist en hier is dan de lang gezochte, niet te overtreffen hand, daarbij ook nog op de juiste manier uitgespeeld, namelijk terloops.' Dit boekje is voor 7,50 te bestellen bij Rijksmuseum Twenthe. Adres: Lasondersingel 129, 7514 BP, Enschedeinfo@rijksmuseumthwenthe.nl

Fotostudio

Deze is uit de jaren '20. Je vindt ze nog wel in plaatsen als Volendam. Wat er aan voorafging heb ik nog gezien, bij de oude mevrouw Merkelbach die tot in de jaren '60 de studio van haar grootvader boven in het Amsterdamse Hirsch gebouw aan het Leideseplein open hield. Een zolder met grote ramen en gipsen zetstukken, waaronder de verplichte afgeknotte zuil. Eens stond daar het vaste interieur van een fotostudio, zoals Hans Rooseboom het behandelt in 'De schaduw van de fotograaf'. Een tijdgenoot rond 1860:

'Zij waren gevuld met allerlei attributiën die bij de opstelling konden gebruikt worden. Balkonhekken, kolommen met bloemvazen en dergelijke malle dingen, waarmee een gewoon mensch nooit in aanraking komt; geschilderde achtergronden die zalen of parken moesten voorstellen waren er te vinden, en het kostte dikwijls moeite om onder die ongewone dingen een keus te doen.

 'En zo zie je mensen die niet lezen kunnen verdiept in een boek en een visboer op klompen staan aan de balustrade van een landhuis.'

Tags: 

Portret

 Vrijdag wordt 'De schaduw van de fotograaf' van Hans Rooseboom, conservator fotografie bij het Rijksmuseum gepresenteerd. In dat boek worden de eerste vijftig jaren van 'een nieuw beroep' geschetst (1839-1889). Wie waren de fotografen? En, wie waren hun klanten.

 In de jaren '60 en '70 al ontstond er een levendige handel in portretten van beroemdheden. Zo werd Hans Christian Andersen tijdens zijn bezoek aan ons land in 1866 veel gefotografeerd, hij schreef daar ook over. Maar niet iedereen viel het op de foto moeten licht. Multatuli's fotogeschiedenis (er bestaan er acht) is een reeks van rampen en tegenslagen. Hij - altijd op zwart zaad - hoopte wat te verdienen met de verkoop van portretten aan z'n fans, maar dat liep steeds mis. Hij schreef z'n uitgever: 'Kerel 't zit hem niet dat ik niet poseeren wil, maar... ik kán niet. Uren voor dat ik uitga beginnen m'n oogleden al te trillen, en - lach er niet om, 't is zoo - als ik 's morgens wakker word met het idee, straks naar den fotograaf te gaan, vomeer ik [geef ik over]. Dat is alles geen tegenzin (dien ik overwinnen moet, o zeker!) maar een fysisch gebrek.'Hij ziet er inderdaad soms 'norsch' en 'izegrimmig' uit. Tenslotte verzucht hij: 'Ik betwijfel zeer of ik er ooit weer toe kom zoo'n machine aantekyken.' Later meer.

Jan Cottaar

Storing

Het mooiste is radio of televisie als alles misgaat. Vreemde versprekingen, uitvallende verbindingen, monden vol tanden. Jammer genoeg zien radio- en tv-makers dat niet zo.

Toen dus Arnon Grunberg gisteren vertelde hoe zijn taxichauffeur op weg naar de VRT studio in Brussel totaal verdwaalde (tomtom stuk) en hoe hij ook nog voor de verkeerde studio parkeerde, maar hoe Arnon toch nog last minute in de studio arriveerde, toen fantaseerden we heel even hoe leuk het zou zijn geweest als ie echt te laat - in gezelschap van de domme chauffeur - dat doodsaaie programma was binnengestruikeld. Maar zoiets zie je nooit. Televisie is geen volwassen medium. Bij radio is te laat komen allang alledaags. Nu ja, ik herinner me Jan Cottaar. Hij was de eerste sportverslaggever die ik tv zag doen. Getraind bij de radio. Een zeer dikke man die altijd een vlinderdas droeg. Bij de start van een nieuw seizoen moest ie van links opkomen en dan in zijn presentatiestoel gaan zitten. Dat ging mis. De stoel was te klein, of Cottaar was te dik. In elk geval brak een stoelleuning met groot gekraak af en viel op de vloer. Cottaar begon zijn tekst en deed of er niks aan de hand was. Maar toen. Na het aangekondigde filmpje gebeurde het. Jan Cottaar deed zijn afkondiging breed glimlachend. Voor hem op zijn desk had hij de afgebroken armleuning van zijn stoel neergelegd. 'Goedenavond dames en heren'. Geef ons storingen.

Bernard Nusselder (2)

Bernard Nusselder maakte verhalende schilderijen. In kleine kring - in Bussum - fameus was de poppenkast waarmee hij en academievrienden als Kees de Waal, de violist Jaap Schoenmakers en de latere acteurThorvald Dudok van Heel tijdens de oorlogsjaren voorstellingen gaven, geïnspireerd door oa. Paul Klee.

Hij volgde de lessen aan de Rotterdamse Kunstacademie tot die in de oorlog bij gebrek aan verwarming ophielden. Enige tijd trok hij intensief op met de schilderes Paula Thies. Na de oorlog werd Sandberg directeur van het Amsterdamse Stedelijk en verhief Cobra tot toonaangevende stroming.Nusselder hoort tot de generatie figuratieven die toen buiten de mode vielen. Toch werkte hij altijd door, op z'n eigen manier. De geest van het interbellum zweeft door z'n werk. In gedichten die hij in de oorlogsjaren schreef is de vlucht in een eigen wereld zeker zo duidelijk als in z'n schilderijen. Er zit veel dreiging in. Onrust in het paradijs.

Pagina's