daguerrotype van - een van de weinigen met een naam - Eduard Isaac Asser, voor 1850
Hans Rooseboom

Hans Rooseboom (1)

'De schaduw van de fotograaf, positie en status van een nieuw beroep 1839-1889' is een boek dat je vertelt wat wij allemaal niet weten over de vroege fotografen, hun klanten, hun beroepspraktijk.

Hans Rooseboom, conservator fotografie bij het Rijksmuseum deed er elf jaar onderzoek naar. Ik hou van uitputtende onderzoekingen die eindigen in bijna niets. 't Is schrikbarend, de meeste fotografen uit de 19de eeuw deden hun archieven (negatieven, glasplaten) op zeker moment gewoon weg, ze hielden er mee op. Wie waren ze? Hoe dachten ze over hun werk? Wat vonden hun klanten ervan? Er is amper over geschreven. Toch zijn er honderden geweest, die miljoenen foto's hebben gemaakt, meestal zg. cartes de visite op het formaat 6 bij 9, die mensen met elkaar ruilden. Na 1870 ging iedereen wel een keer op de foto. Zo kregen de doden gezichten. De fotografie geldt onder de uitvindingen van de 19de eeuw als een aardigheid naast de telegraaf, stoommachine, het gaslicht. Foto's beïnvloedden het leven immers niet direct? Of toch? Het historisch belang, de psychologie ervan, het moest nog komen. Nu denk ik, hoe we tegenover de dood staan, met welke beelden van medemensen, welke zelfbeeld we rondlopen. De foto en later de film bepalen veel ervan. Wij leven inmiddels tussen de bewegende beelden van de doden. 't Is als vanouds, eerst komt er nieuwe technologie en pas veel, veel later vormt zich cultuur daaromheen.Maandag na 21.00 is Hans Rooseboom te horen in De Avonden.