pasfoto (1915), 32 jaar oud
de huisjes in Jungborn
handbal in Jungborn (1912)
Hakoah-Wien kampioen (1925).

Heeft Kafka gevoetbald?

Het lijkt een absurde vraag maar dat is het zeker niet. Ten eerste was Franz Kafka (1883-1923) een modern man. Hij heeft bijvoorbeeld een van de eerste beschrijvingen van vliegtuigen op z'n naam (Aeropläne in Brescia, september 1909) en zelfs de allereerste zeer uitvoerige beschrijving van een auto-ongeluk (in het Bois de Boulogne in Parijs, maandag 11 september 1911).En bovendien deed hij aan sport, hij was een getraind roeier en zwemmer

Kafka en voetbal? Op de site van de universiteit van Innsbruck staan al z'n teksten. En zie:Reisdagboek Jungborn: '8 Juli (1912) Mijn huisje heet "Ruth". Praktisch ingericht. 4 luiken, 4 ramen, 1 deur. Tamelijk stil. Alleen in de verte wordt gevoetbald, de vogels zingen luid, een paar naakte mensen liggen stil voor mijn deur. Iedereen, behalve ik zonder zwembroek. Mooie vrijheid. In het park, de bibliotheek enz. krijgt men aardige vette voetjes te zien." In juli 1912 was Kafka met vakantie in een 'Inrichting voor natuurgeneeskunde' in Jungborn in de Harz, waar een mengsel van gymnastiek, naaktlopen en rauwkost bedre­ven werd. Kafka probeerde serieus mee te doen, met een mengsel van respect en ironie. Maar hield toch - als enige - z'n zwembroek aan.Grappig, er waren daar ook meisjes en hij vond (heel erg 1900) die voetjes leuk. Kafka deed niet alleen zelf aan sport, hij was ook, als veel joodse intellectuelen in Praag een fan van de joodse club Hakoah Wenen. Als Hakoah verloor, zo blijkt uit brieven, had hij de pest in. Hakoah werd in het seizoen 1924-1925 voetbalkampioen van Oostenrijk.Of Kafka ooit zelf tegen een bal getrapt heeft? Waarom niet eigenlijk?

Tags: 

I.M.Alpenkreuzer

Altijd gedacht dat de Alpenkreuzer ergens in Beieren werd gemaakt. Maar in april kwam het bericht dat de firma na 48 jaar failiet is gegaan en gevestigd was in Sliedrecht. De laatste 11 werknemers zijn ontslagen. Er is te weinig vraag meer naar klapcaravans en vouwwagens.Google 'Alpenkreuzer' , wat je tegenkomt is rouw. Een golf van weemoed.

De Alpenkreuzer heeft ook mijn jeugd getekend. Hij hing achter een Renault Dauphine, die hem amper trekken kon. Nog ruik ik de geur van schroeiende koppelingsplaat. Soms moest het gezin (drie kinderen) bij steile hellingen eruit en duwen. Hij was ook veel te zwaar geladen, zijn buik zat vol blikken witte bonen in tomatensaus en ballen gehakt in eigen jus. Autowegen had je nog nauwelijks, eind jaren '50. Nooit waren de files langer. Traag ging het door de hete centra vol stoplichten van Auxerre, Avallon, Dijon en Valence naar de Mediterranée of over de Brenner naar het Gardameer.. Achteruitrijden, manoeuvreren naar een plekje op de camping, en dan het waterpas neerzetten en uitklappen. Het waren vraagstukken apart waarover veel gesproken is onder de luifels van de voortenten. Bij het scharen sneuvelde menig achterlichtje. De permanente paniek waarin zich die gezinsvakanties voltrokken heeft zich in mijn hoofd gehecht aan de Alpenkreuzer. Maar wat een vernuft. Dat keukentje ook!Huiskamervraag: komt de Alpenkreuzer voor in de Nederlandse literatuur?

met excuses van La Poste
verkreukelde CranachMelancolie (1532)

Briefspoken

 In februari jl. kreeg ik met dubbele vertraging een ansicht van Anneke Brassinga in Meudon, die in het beton van het Theo van Doesburghuis kou leed bij Parijs. Het schrijven van de ansicht was door omstandigheden vertraagd, schreef A.. Hij werd ook nog eens vertraagd bezorgd.

 Ik ontving een bij de post verkreukelde reproductie van Lucas Cranach de Oude's 'Melancolie' (1532), die in Colmar in het Unterdenlinden museum thuishoort.Terzijde: toen ik daar in april ging kijken was Cranach niet thuis, uitgeleend aan Berlijn, aan een tentoonstelling over 'Melancholie, Genie & Wahnsinn'.Ik zocht het op. Cranach maakte drie versies van die Melancholie en ze zijn mooi maar onbegrijpelijk. Hoofdzaak is een meisje in een rode jurk dat een punt aan een stok snijdt en de toeschouwer aandachtig aanziet. Om haar heen is het een warboel van symbolen. In de commentaren gaat ook alles overhoop, van de alchemisten tot Luther en Melanchton.

 Ik schreef Anneke op 2 maart: 'Je Colmarse Cranach kwam mooi gekreukeld binnen, echte zwerfpost, waar die allemaal geweest is, je moet maar raden, met haar Orchidée papillon-zegel. De broedende stoksnijdster is zo'n mooie veelheid. Meer in waiting kun je niet zijn. Lieve muiltjes, raadselbal en woeste wolk.' Op 16 maart kwam er brief met toebehoren in een pakje. 'Ook jouw brief maakte een wonderlijke omzwerving en werd onderweg zodanig geschonden (zie bijgaande verpakking) dat het papier een opmerkelijk vlindersilhouet gekregen had en ik veel woorden die waren weggevlogen moest raden.'

 De envelop stuurde ze me terug, in een speciaal excuserend omhulsel van La Poste. Er was een hoek afgeknipt (?) waardoor kennelijk van de inzittende brief (die in vieren gevouwen was) de 4 hoeken verdwenen waren. Waar gaat dit over? Nu weet ik het. Hier zijn de briefspoken van Franz Kafka (uit Briefe an Milena) aan het werk:

 'Es ist ja ein Verkehr mit Gespenstern und zwar nicht mit dem Gespenst des Adressaten, sondern auch mit dem eigenen Gespenst, das sich einem unter der Hand in dem Brief, den man schreibt, entwickelt oder gar in einer Folge von Briefen, wo ein Brief den andern erhärtet und sich auf ihn als Zeugen berufen kann. Wie kam man nur auf den Gedanken, dass Menschen durch Briefe miteinander verkehren können!'

Landscheidingsweg

El(fje) en Nikki

 Deze teksten staan er al een paar jaar. Op het viaduct over de Landscheidingsweg in Den Haag. Die voor Elfje was er het eerst. Die voor Nikki kwam later.

 Steeds als ik er onderdoor rijd moet ik me alles weer afvragen. Eerst hoe moeilijk het is om die letters daar te krijgen. Die grote voor El(fje) vooral.Dan de impuls waaruit dit voorkomt. Is die: hang je liefde aan de grootst mogelijke klok, iedereen moet het weten?

 Het 'tell the world'? En vervolgens, hoe kom je erbij? Van bovenaf? En dan een kwast aan een stok vastmaken? Met een spuitbus lukt dit niet. Of is de schilder er met een vrachtwagen onder gaan stilstaan, midden in de nacht?Hoe ook, het heilige moeten is in het spel. Plus een gedegen voorbereiding. Van het kopen van verf en kwasten tot het kiezen van een moment waarop je het minste risico loopt betrapt te worden. Tenslotte de vragen over de meisjes. Is dit, wat ik denk, waarachtig liefdesbetoon?

 Of waren het versierpogingen? En zo ja, lukten ze? Wat als Elfje en Nikki niets van de schilders wilden weten? Dan staat dit er nog jaren, en zullen Elfje en Nikki de Landscheidingsweg mijden tot alles vervaagt.

Zondagse proefrit met hut (1997)
Arie Schippers in Zutphen
A.L.Snijders in Music-Hall

Stilstand en beweging

Op 30 mei, in de laatste uitzending van Music-Hall vertelde A.L.Snijders hoe hij de opening van de tentoonstelling van Arie Schippers in Zutphen meemaakte (zie dit log van 28 mei, beluister de uitzending, slot tweede uur).

Snijders hoorde in Zutphen de inleiding van Frank Lubbers, hoofdconservator van het Van Abbemuseum. Die zei over de auto's van Schippers 'er zit nooit iemand in en ze rijden nooit'. Hij loofde zelfs een prijs uit voor degene die op een schilderij van Arie Schippers een rijdende auto ontdekte.Na afloop maakte Snijders aanspraak op de prijs, zeggende: "Boven hangt een schilderij van een auto met een caravan. De titel luidt 'Zondagse proefrit met hut'. Het is een rijdende auto." Maar hij besloot met de overweging: 'Ik behoor altijdtot de rekkelijken, ik houd van stijlfiguren, ik weet dat er nooit staat wat er staat, ik weet dat de taal je meesleept, ik weet dat het uitloven van een ongenoemde prijs een stijlfiguur is, om aan te geven dat Arie Schippers nooit rijdende auto's schildert, en toch gebeurt me dit. Even niet opletten en je bent een scherpslijper.' Hij noemde niet de mails die Arie Schippers hem later stuurde. Die kreeg ik ook, zodat ik eruit kan citeren: 'Xie nooit rijdende auto's en mensen zie ik ook niet ze bewegen te veel, maar paarden en koeien die rondlopen die schilder ik wel, hoor. Ik kan me daar toch op instellen, bedenk ik nu maar ook die hut stond stil. Echter toen ik halverwege het werk was parkeerde er een rode auto met vier oudenvandagen ervoor zodat ik moest vragen of ze op een andere plek wilden gaan staan. Met veel gesteun deden ze dat, maar wel zo dat ik nog steeds geen onbelemmerd uitzicht had.(...)Later, een halfuurtje, kwamen de vier bloemkolen terug en reden gelijk weg. Ze waren van iets getuige geweest. Natuurlijk, ik had ook telkens 't idee dat de hut een beetje op en neer ging, maar goed ik had geen tijd om daar bij stil te staan. Maar nu valt alles op zn plaats. Afijn ik maakte af wat ik kon. Maar voor ik zelf wist dat het gebeurd was gingen de achterlichtjes aan en reed 't geval weg. Dus hij stond stil en bewoog toch.'Aldus Arie Schippers.

Tags: 
Duindorp (1). Dropjestegels.
uit de nieuwe Haagse Harry
Duindorp (3). Aanvalluh!
Duindorp (2)

Haag

Vandaag was Den Haag, om precies te zijn Duindorp en het Stille Strand.Dat tegenwoordig Zuiderstrand heet.

Dropjestegels. In Duindorp zijn de stoepen er hier en daar nog mee belegd. Elke dropjestegel is anders. Soms wat paarser dan weer wat wat blauwer. Eens lagen ze overal in het het Statenkwartier.. Maar ze worden nog wel gemaakt. Laatst zag ik er stratenmakers mee bezig. Duindorp vandaag. Straten met portiekwoningen in oranje. Twee Haagse hondenuitlaters in luid gesprek over de wedstrijd van gisteren van Jong Oranje. Behalve aan Willem Brakman, die hier zijn jeugd doorbracht en weet van dropjestegels, denk ik meteen aan Marnix Rueb en Haagse Harry.Ook al omdat ik dezer dagen eindeloos, mezelf en de wereld vergetend in zijn nieuwe, vierde Harry-album 'Krèg ut zuâh!!' zit te staren. Zo is een Haagse jeugd nog ergens goed voor. Harry is in topvorm. Zijn ontmoetingen met Balkenende, Ratelband, Deetman, Alex en Maxima zeer afdoende. Laat de multiculti samenleving ook maar aan hem over. En bedenk: 'Auk u kèn binne ein uâh Haags lerûh!! (les vieâh: ondâhkaak slap latûh hangûûûh...).

Tussen Reves regels

Kortgeleden stootte VPRO-radioarchivaris Nienke Feis op 23 banden uit 1991. Het bleken de ongeveer 30 uur, die ik zocht. De integrale 'veiligheids-backup' gemaakt tijdens de vijf opnamedagen van het boek De Avonden, gelezen door Gerard Reve. De gemonteerde versie werd tien uur lang uitgezonden op 28 november 1991.

Na de dood van Reve, op 8 april jl. kreeg ik een mail van Mark Meeuwis, de technicus die alles opnam en met de hand de bijna 1000 knippen maakte waarmee Reves spreekfouten zijn verwijderd.Gerard had me gevraagd om 'als het kan een katholiek jongen die veel van zijn moeder houdt en bij de padvinders is geweest'. Door een wonder lukte dat. Ik vond Mark. Deze citaten uit zijn mail: 'Ziehier een bericht van een katholieke zeeverkenner met dierenogen, blauwe ogen met niets daarachter, een bericht van de jonge radiotechnicus die beslist van zijn moeder houdt.'(...)'Ik zal altijd blijven onthouden wat ik deed toen ik het bericht hoorde dat Gerard Reve was overleden. Alle herinneringen komen weer langzaam boven.Wat me weer te binnen schoot is dat Gerard het wilde doen laten geloven dat wij een week lang in een kelder opgesloten waren geweest, met alleen een klein raam waar af en toe wat eten door werd geschoven.' (...)'Ook wilde hij graag met mij (naakt) in een kamer verblijven, hij zou me echt niet aanraken. Dit alles is alweer zo'n vijftien jaar geleden. Maar de termen "het is niet onopgemerkt gebleven", "bessen appel" en "dood, dood, dood", galmen nog regelmatig in ons huis.'Binnenkort hopen Mark en ik te luisteren naar wat er op die banden staat, in leespauzes, tijdens het eten, na versprekingen en zo meer.

Tags: 
de ingang
soldateninktpotjes
buitenwereld
roken

Atlantikwall Museum

 Morgen, zondag 4 juni is het misschien een idee naar Hoek van Holland te gaan, naar het Atlantikwall museum dat niet zo vaak, en alleen op zondagen open is. Vanaf elf uur.

 Het museum zit in een gasdichte bunker van het type 625B. Er hebben daar zes soldaten gewoond, drie bedden boven elkaar. De collectie vertelt vooral hun leven. Er is een vitrine met inktpotten. Wat doet een soldaat in een bunker? Vraag het Gerard Reve. Hij schrijft brieven aan zijn moeder, met een kroontjespen, die hij steeds in z'n inktpotje doopt, want de balpen is er nog niet, op Feldpostpapier. Hij plakt er postzegels met hakenkruizen op. Wat doet de soldaat verder? Hij rookt. Zijn asbakken en pakjes sigaretten liggen er ook. Anders dan de mensen denken bestaat oorlog vooral uit dreiging. Oud oorlogstuig?

 Ik stelde me de Atlantik Wall voor als nieuw. Zo functioneert dus een hypermoderne oorlogsmachine. Wanneer breekt de hel los? Alles wacht op het sein, nog steeds. Wat overblijft zijn veldtelefoons, handgranaten, roest, bakeliet, papier en tabak.

nieuw interieur
het zaaltje

Sebalds Wertach

 In september 2005 was ik in het Duitse Wertach in het Allgaü, de geboorteplaats van W.G.Sebald (1944-2001), voor mij de belangrijkste naoorlogse Duitse schrijver en één van mijn helden.

 Sebald ontvluchtte Duitsland en woonde sinds 1970 in Norwich, Engeland. Na een afwezigheid van dertig jaar keerde hij er terug, eind jaren '80. Wanneer precies moet dit najaar een van de aangekondigde biografieën vertellen.Het is november, Max Sebald neemt zijn intrek in de 'Engelwirt', het Gasthof waar de familie Sebald na de oorlog jaren op kamers woonde, boven aan de voorkant. Hij blijft bijna een maand, tot in december, en noteert wat hem invalt over zijn jeugd hier. Hij heeft een kamer op de eerste verdieping aan de voorkant, precies op de plek waar hij met zijn ouders woonde.

 Achter is - nog steeds - het zaaltje. Hier zag hij als kind zijn eerste films, de Wochenschau, en zelfs toneel, de Raüber van Schiller. Het staat beschreven in 'Schwindel, gefühle', vanaf pag. 193 in de Fischer uitgave. In het Engels heet het boek 'Vertigo'. Een meeslepende rondreis langs de oude vierhoek Wenen, Triëst, Venetië, Salzburg, die eindigt in Wertach. 'Vragen er weleens mensen naar een schrijver?' informeerde ik. 'Dit jaar één keer, een paar Engelsen. Vorig jaar vreemd genoeg binnen één week opeens drie keer. Nee, verder niet.' Kijkend naar mijn foto's zie ik wat Sebald al vaststelde. De oude boerenherberg is van top tot teen onherkenbaar verbouwd en geworden tot: 'Eine Stätte gepflegter Gastlichkeit' in de 'neudeutsch-alpenländischer Stil'.

Tags: 
uitnodiging
begin van het verhaal

Clerkx, Aart

Dit log was nog uit de lucht toen de schilder en striptekenaar Aart Clerkx in april en mei jl. zijn langverwachte expositie hield in de Amsterdamse Galerie Lambiek, onder het motto was 'Hoe oud is Dora?'Een mirakel hoe de erudiete Clerkx laveert tussen strip en beeldende kunst. Zijn schilderijen zijn veel tegelijk. Hij citeert, parafraseert, pasticheert en commentarieert, met gebruikmaking van heel de strip- en kunsthistorie. Bij hem heeft alles met alles te maken. In zijn nieuwe strip 'Dit en dat' (uitg. Oog & Blik) blijkt dat ook weer. Stripfiguren beginnen latijn te spreken en een neushoorn buigt zich over de pijp van Magritte. Postmodernist? Surrealist? Clerkx, voor al uw ismen. Laatste dialoog, in de zaal bij een onbegrijpelijke toneelvoorstelling: 'Toch ben ik bang dat men het niet zal begrijpen...'.'Ja zeg - begrijpen is de kunst niet, dus ze moeten maar zien!'

Tags: 

Pagina's