Daar heb je nou dien komkommer. . . . die wil op reis! "Iedereen gaat 's zomers op reis," vertelt hij aan de augurk, "dat hoort er zoo bij tegenwoordig!""Zoo?" zegt de augurk en knipoogt eens tegen de zon. "Ja," zucht de komkommer, "'t is een heele drukte om weg te komen, dat verzeker ik je!""Drukte?" vraagt de augurk verbaasd, "waarom drukte?""Begrijp je dat niet? met pakken natuurlijk, koffers pakken!""0 zoo, en wat pak je daar dan in?"Nu wordt de komkommer verlegen. Eigenlijk weet hij niet recht, wat er al zoo in een koffer gepakt wordt. "Nu, van allerlei, van allerlei," antwoordt hij."Kousen en zakdoeken," zegt een slak, die naast de augurk aan een blaadje ligt te sabbelen."Ja juist, kousen en zakdoeken," herhaalt de komkommer, dankbaar dat de slak hem zoo te hulp komt."En een spoorboekje, om de treinen in op te zoeken," gaat de slak bedaard voort."Ja, ja, een spoorboekje!" juicht de komkommer."Och zoo," mompelt de augurk en knipoogt alweer tegen de zon, alsof ze samen een geheimpje hebben.Nu gaat de komkommer naar den winkel, om inkoopen te doen. Als hij terug komt, herkennen zijn vrienden hem haast niet meer, zoo prachtig is hij uitgedost. Hij heeft een boord om en een vuurroode das, en op zijn gladde gele bolletje staat heel parmantig een pet! Ja, als je op reis gaat, moet je netjes zijn!De augurk en de slak zijn een en al bewondering."Kijk," zegt de komkommer, en hij laat hun vol trots een mooien bruinen handkoffer en een tasch zien. In den koffer liggen netjes opgevouwen, de kousen en de zakdoeken. Bovenop ligt het spoorboekje."Keurig, keurig," zegt de slak, "je bent een piekfijne mijnheer zoo!""Wat zit er in de andere tasch?" vraagt de augurk. "Nog niets," antwoordt de komkommer wat verlegen. "Dan kun je dien wel thuislaten," meent de augurk, "wat hoef je dien overal mee te sleepen!""Ik neem hem toch maar liever mee," zegt de komkommer, "je kunt nooit weten, hoe hij te pas komt. En dan staat 't ook veel netter met twee koffers te reizen."Weer knipoogt de augurk vergenoegd tegen de zon, alsof ze zeggen wil: Hoor je hem, dien ijdeltuit?"Nu heeft de komkommer opeens erge haast om weg te komen. Hij kon den trein eens missen! Dus neemt hij afscheid en wandelt statig weg met de beide koffers.Net als hij om den hoek verdwijnen zal, steekt de augurk haar groene bolletje uit de kas en roept: "Zeg, komkommer, je hebt je tandenborstel toch niet vergeten?"Met een schok staat de komkommer stil. Wat - wat zeg je?" stamelt hij."Of je je tandenborstel niet vergeten hebt," herhaalt de augurk. "Mijn ? mijn tandenborstel? Ik heb heelemaal geen tandenborstel!""Wat een vent!" zegt de augurk minachtend, "die verbeeldt zich, dat hij als een deftige meneer op reis gaat en heeft niet eens een tandenborstel! Dacht je, dat ze je in de hotels binnenlieten zonder tandenborstel? Geen sprake van, mannetje!""Had dat toch eerder gezegd!" jammert de komkommer en gaat heelemaal verslagen op het muurtje van de kas zitten. "Nu is het te laat! 0, wat moet ik doen, wat moet ik doen! Nu kan ik niet op reis gaan!"En als de komkommer dat zegt, barst hij in snikken uit! Dikke tranen rollen over zijn gele wangen, langs zijn prachtigen boord en zijn roode das. En van dien tranenstroom wordt de komkommer zoo week en zacht, dat hij zich niet langer op het muurtje overeind kan houden en met koffers en al naar beneden tuimelt, waar hij in twee stukken terecht komt."Die arme komkommer," mompelt de slak medelijdend.. Maar de augurk zegt: "'t Is zijn eigen schuld!" en snuit onverschillig zijn neus."Je hebt geen hart," zegt de slak en kruipt langzaam verder, naar een nieuw blaadje.