de tekeningen zijn van Sijtje Aafjes
over M.Schilthuis-Brugsma kan ik nergens iets vinden.

Komkommer

Dit verhaaltje draag ik mijn hele leven al met me mee. Het heet 'Van een komkommer' en is geschreven door M.Schilthuis-Brugsma en uitgegeven bij G.B. Van Goor in de jaren '20. Mijn moeder las het me voor. Je hebt komkommers, augurken en slakken, zo zit de wereld in mekaar, begreep ik.

Daar heb je nou dien komkommer. . . . die wil op reis! "Iedereen gaat 's zomers op reis," vertelt hij aan de augurk, "dat hoort er zoo bij tegenwoordig!""Zoo?" zegt de augurk en knipoogt eens tegen de zon. "Ja," zucht de komkommer, "'t is een heele drukte om weg te komen, dat verzeker ik je!""Drukte?" vraagt de augurk verbaasd, "waarom drukte?""Begrijp je dat niet? met pakken natuurlijk, koffers pakken!""0 zoo, en wat pak je daar dan in?"Nu wordt de komkommer verlegen. Eigenlijk weet hij niet recht, wat er al zoo in een koffer gepakt wordt. "Nu, van allerlei, van allerlei," antwoordt hij."Kousen en zakdoeken," zegt een slak, die naast de augurk aan een blaadje ligt te sabbelen."Ja juist, kousen en zakdoeken," herhaalt de komkommer, dankbaar dat de slak hem zoo te hulp komt."En een spoorboekje, om de treinen in op te zoeken," gaat de slak bedaard voort."Ja, ja, een spoorboekje!" juicht de komkommer."Och zoo," mompelt de augurk en knipoogt alweer tegen de zon, alsof ze samen een geheimpje hebben.Nu gaat de komkommer naar den winkel, om inkoopen te doen. Als hij terug komt, herkennen zijn vrienden hem haast niet meer, zoo prachtig is hij uitgedost. Hij heeft een boord om en een vuurroode das, en op zijn gladde gele bolletje staat heel parmantig een pet! Ja, als je op reis gaat, moet je netjes zijn!De augurk en de slak zijn een en al bewondering."Kijk," zegt de komkommer, en hij laat hun vol trots een mooien bruinen handkoffer en een tasch zien. In den koffer liggen netjes opgevouwen, de kousen en de zakdoeken. Bovenop ligt het spoorboekje."Keurig, keurig," zegt de slak, "je bent een piekfijne mijnheer zoo!""Wat zit er in de andere tasch?" vraagt de augurk. "Nog niets," antwoordt de komkommer wat verlegen. "Dan kun je dien wel thuislaten," meent de augurk, "wat hoef je dien overal mee te sleepen!""Ik neem hem toch maar liever mee," zegt de komkommer, "je kunt nooit weten, hoe hij te pas komt. En dan staat 't ook veel netter met twee koffers te reizen."Weer knipoogt de augurk vergenoegd tegen de zon, alsof ze zeggen wil: Hoor je hem, dien ijdeltuit?"Nu heeft de komkommer opeens erge haast om weg te komen. Hij kon den trein eens missen! Dus neemt hij afscheid en wandelt statig weg met de beide koffers.Net als hij om den hoek verdwijnen zal, steekt de augurk haar groene bolletje uit de kas en roept: "Zeg, komkommer, je hebt je tandenborstel toch niet vergeten?"Met een schok staat de komkommer stil. Wat - wat zeg je?" stamelt hij."Of je je tandenborstel niet vergeten hebt," herhaalt de augurk. "Mijn ? mijn tandenborstel? Ik heb heelemaal geen tandenborstel!""Wat een vent!" zegt de augurk minachtend, "die verbeeldt zich, dat hij als een deftige meneer op reis gaat en heeft niet eens een tandenborstel! Dacht je, dat ze je in de hotels binnenlieten zonder tandenborstel? Geen sprake van, mannetje!""Had dat toch eerder gezegd!" jammert de komkommer en gaat heelemaal verslagen op het muurtje van de kas zitten. "Nu is het te laat! 0, wat moet ik doen, wat moet ik doen! Nu kan ik niet op reis gaan!"En als de komkommer dat zegt, barst hij in snikken uit! Dikke tranen rollen over zijn gele wangen, langs zijn prachtigen boord en zijn roode das. En van dien tranenstroom wordt de komkommer zoo week en zacht, dat hij zich niet langer op het muurtje overeind kan houden en met koffers en al naar beneden tuimelt, waar hij in twee stukken terecht komt."Die arme komkommer," mompelt de slak medelijdend.. Maar de augurk zegt: "'t Is zijn eigen schuld!" en snuit onverschillig zijn neus."Je hebt geen hart," zegt de slak en kruipt langzaam verder, naar een nieuw blaadje.

Albert Speer-beton nabij Antwerpen.
Nederlandse HSL-bovenleiding
Belgische HSL-bovenleiding (''hokkerig'')

Estetiek van bovenleiding

Naar Antwerpen. Tanken bij de grens. En kijken naar de Hoge Snelheids Lijn. Bijna klaar. Er zijn op het tracé mooie probleemoplossingen, elegante, bij 170 tunnels en bruggen vanaf Amsterdam. Bewaker van de stilistische eenheid is de architect Paul Wintermans. Hij heeft een politieke en planologische warboel plus het werk van tientallen ontwerpers gedresseerd tot wat bijna één concept lijkt.

Daar zat ik stil, keek naar de ranke bovenleiding, aan weerszijden omhoog gehouden door wat lijkt op de pookjes waarmee de tandarts je gebit inspecteert. Wie heeft deze constructie toch bedacht? Hij is zo sierlijk. Zoveel mooier dan de plompe portalen die je verderop langs de weg naar Antwerpen ziet, op het Belgische deel.En dan het massieve, Albert Speer-achtige beton waarin de trein in Vlaanderen zit ingepakt. Lelijk en slordig, hier en daar staan de betonplaten nog ongelijk ook. In België hoorde ik al spreken van de TGV als Trein met Grote Vaart, het klassiek Belgisch vertalen (van oudsher het zoveel mogelijk behouden van afkortingen, wat tweetalig drukwerk en opschriften goedkoper maakt maar wel vaak koddig Nederlands oplevert omdat het in Brussel gebeurt). Nu het over Antwerpen gaat. Bart Moeyaert is er sinds januari stadsdichter. Na de schitterende Antwerpse stadsdichten van Ramsey Nasr vorig jaar bereikt ook hij een vergeleken met Nederland - waar het vaderlands-, stads- en provinciedichten vooral rijmelarij en rampspoed brengt - ongekend niveau. Lees ze op zijn site.

hier niet
station Haarlem
Regentesselaan15, hoek Stephensonstraat
Gymnasium Haganum
hier wel

Torentjes (4)

 De Haagse woonboot van Mat Wijn ligt aan de Conradkade en ziet uit op meerdere torentjes aan de Regentesselaan: 'Nummer 15 kan ik 's winters aan de overkant rechts achter de brug over de Laan van Meerdevoort vanuit mijn woonkamerraam bewonderen (door de lage ligging van de boot is het torentje nu op deze langste dag verdwenen achter groene bomen). Inderdaad heb ik er nog nooit iemand in aangetroffen.'Hij eindigt met 'Ik hou je op de hoogte!'

 Torentjes zijn veelvoudig. Ze reiken tot diep in het onbewuste. Er zijn mannelijke torens, zoals die van Babel, hemelbestormend en daardoor spraakverwarrend. En vrouwelijke, zoals die van de heilige Barbara, altijd met het torentje afgebeeld waarin ze door haar vader werd opgesloten. Het torentje, een folly, vol hardnekkige herinneringen aan ridder en jonkvrouw.

 Ileen Montijn maakte foto's in Haarlem dat ervan wemelt: 'Een in de Kruisweg is een beetje fopperij: van de ene kant een torentje, maar als je er voorbij bent, loopt het zo door in het gebouw.' En ze vraagt welke torentjes nu eigenlijk meetellen in dit spel. Alleen die op woonhuizen? Of ook de geheimenis op openbare gebouwen?

 Ik neig ertoe, want ik ging school op een gymnasium (Haganum, Den Haag) met een toren waaraan verhalen (kervingen van initialen in hanenbalken) verbonden waren. De sleutelscene in de film 'Feest' (1964) van oudleerling Paul Verhoeven speelt zich - niet toevallig -daarboven af. Wie heeft de sleutel van zo'n toren? De concierge. 'Hij drinkt, geen probleem.'Wat is daar te zien? Ga kijken.('t vervolgt)

Castel del Monte, een kroon
omslag De drie bedriegers
Jan Pieter Guépin, 20 december 2005

God en zijn stagiaire

Als een hofauto een vaantje voert zit er een vorstelijk persoon in, anders alleen een chauffeur. Als op paleis Soestdijk de driekleur wapperde zeiden ze in Soest 'de koningin is thuis'.'Wie kort voor de kust langs Barletta vaart kan op een mooie lentedag boven de groene heuvels van Apulië een koepel van gele zij zachtjes zien bollen in hetzelfde briesje dat u, gelukkige schipper, over de golven doet stuiven. De lui weten dat de keizer op Castel del Monte vertoeft.'

Zo begint het hoofdstuk 'De gesprekken op Castel del Monte' in de postuum verschenen roman de ''De drie bedriegers, Mozes, Jezus en Mohammed' van Jan Pieter Guépin. En waarachtig op het omslag van het boek zie je over het binnenplein van het kasteel een geelzijden doek neerhangen. Het Castel del Monte dat de Hohenstaufenkeizer Frederik II, de hoofdfiguur in dit verhaal, liet bouwen in de vorm van een kroon. Het lijkt wel of het boek slecht begrepen wordt zoals het de schrijver tijdens zijn leven zo vaak overkwam.Je moet ook geen grote roman publiceren kort na je dood, zou Guépin zeggen, dan raken de genres In Memoriam en Recensie hopeloos verstrikt. Hij heeft dan ook al zijn best gedaan het boek op tijd af te krijgen. Het lukte niet. Het exemplaar dat bij zijn begrafenis door redacteur Jan Kuijper op de kist werd neergelaten was een dummy.Lees het, laat je niet van de wijs brengen door recensenten als Elsbeth Etty die in de NRC schreef: '...verwacht geen Dan Brown-story, daarvoor blijft Guépin toch teveel een geleerde.'Goddank, 'De drie bedriegers' is geen Da Vinci Code. Wat wel? Een boek vol sex, geweld, poëzie, humor en wetenschap. En er is geen woord aan gelogen. Welke geleerde treedt in zijn eigen werk op als God, die het gymnasiummeisje Annet als een stagiaire rondleidt door zijn schepping? Nee, dan August Hans den Boef. Zie hiernaast. En dan? Is er tijd om te lezen?

Frank Antonie
De naamplaat van de Frankie A.. Rotterdam werd Haaften, dat zie je.
Frank en Otje
vader achter stuurrad

Schipperszoon

Frank Antonie van Alphen is zonder veel ophef bezig met een groot project, namelijk de 'kleine geschiedenis' van de Nederlandse binnenvaart. Dat kwam ik te weten toen ik in Nijmegen een kijkje nam op zijn werkplek (maandag 26 juni om 22.00 te horen in De Avonden). Dit najaar verschijnt zijn 'kortverhalenboek'.

Opgegroeid aan boord van een 'Dortmunder' die zijn naam droeg, de Frankie-A., is hij de laatste van een roemrucht schippersgeslacht. Frank vaart niet meer, hij zingt. In een groep die Oerbek heet, een naam die klopt met zijn boven de binnenwateren gestaalde stemgeluid. Hij klinkt als Beefheart of Howlin' Wolf. Frank Antonie kent de muziekgeschiedenis, hij weet van blues.Daarnaast schrijft hij. Hij maakt de vaste rubriek 'Onderstroom' in de Binnenvaartkrant en er komen steeds meer verhalen los. De Frankie A. is verkocht. En de schipperszoon houdt zich behalve met zingen (en drummen, in de groep Mummy's a tree) bezig met de oral history van zijn schippersfamilie. Zoveel verhalen (zie hiernaast). Eerst wilde hij zijn ouders en grootouders het allemaal laten opschrijven, maar dat werd niks. Toen heeft Frank hun verhalen maar op bandjes opgenomen. En daarna bewerkt. 'De schipperswereld, heus, dat is een andere planeet. Je wordt altijd als een zigeuner aangekeken.'Of hij nog wel eens droomt dat hij aan boord is?'In de geest ben ik er elke dag.'

De avonden (ma) 2006 26 jun 2006 uur 3
Beluister fragment

Torentjes (3)

 Nora Schadee, die in het Haagse Statenkwartier opgroeide, heeft een groot aantal zinloze maar daardoor des te mooiere torentjes in het hoofd, maar noemt ook de Rotterdamse Heemraadssingel, waar er een stuk of vier zijn: 'zo klein dat je er nog niet eens een torenkamertje van kan maken (zoals Addy in de Couperus' Kleine Zielen aan de Kerkhoflaan heeft). Het enige wat in zo'n torenkamertje kan wonen is de geest van een heel dun meisje. De torentjes zijn voor mij alleen leuk als ze op of in een echt woonhuis zitten.'

 Gerrit Jan Kleinrensink schrijft: "Veel huizen met zo'n torentje hebben ook één of meer blinde vensters, maar de regel 'waar een blind venster, daar een torentje' geldt veel minder." Kleinrensink verzamelde eens foto's van blinde vensters, en gaat ernaar op zoek in zijn ongearchiveerde dozen.En dan de vraag wat doe je in zo'n torentje. Annemieke Houben: 'Jaren geleden heb ik ze mij allemaal al gedachtelijk toegeeigend, omdat er toch nooit iemand in lijkt te zitten. (Nog nooit in mijn leven heb ik iemand in een torentje gezien.) Ik zou er altijd (áltijd) in lezen. Geen komen of weggaan in die torentjes (hoofden stoten, trappen afvallen, hortende luiken), nee; ik zou het torentje bestegen hebben zonder er erg in te hebben, er zouden zuiver leesmijmeringen zijn, met fauteuil en witte jurk en uitzicht opnemend via mijn oren.'

 Arjen Lubach: 'Hierbij het torentje in Amsterdam waar ik de afgelopen jaren op uitkeek, terwijl ik schreef aan mijn debuutroman. (Het boek heet: ‘Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend’ en verschijnt bij Meulenhoff in augustus). 'Mijn volgende boek hoop ik IN een torentje te voltooien, maar vooralsnog denk ik dat ik genoegen moet nemen met het uitzicht.'

De glimlach, Londen 2004
Brian Wilson en echtgenote bij Larry King op CNN

Glimlach

In de luwte van het voetbal herhaalt de NPS prachtige muziekprogramma’s. Eerder een portret van Howlin' Wolf. Vanavond het levensverhaal van Beach Boy Brian Wilson, die er van 1966 tot 2004, inclusief 30 jaar diepe depressie, over deed om zijn project 'Smile' af te maken. De uitgestelde geboorte van een glimlach. Tenslotte live uitgevoerd in Londen. Brian glimlachte en was genezen.

Wat was er in 1966 mis met het project Smile, dat hij met outsider Van Dyke Parks bekokstoofde? Wilson zegt het in de film heel duidelijk: de familie, zijn broers en zijn vader, wilden er niet aan. Te raar, en wat een onbegrijpelijk teksten. De Beatles brachten het 'concept-album' Sgt. Pepper uit, en Smile, bedoeld als Brians tegenzet, verscheen nooit. Sommige stukken eruit wel. Ik droeg ze al die jaren met me mee zoals 'Heroes and villains, maar ze zaten me nooit lekker. Fay Lovsky, die broer Carl Wilson gekend heeft legde me bij diens dood in 1998 uit waar het van kwam, dat een beetje enge van het Beach Boys-geluid. Wat er mis was? Het zelfde als bij de Everly Brothers. Zij noemt dat 'genetisch samenzang'. Broers en zusters kunnen stemmen hebben die zo dicht naast elkaar liggen dat hun harmonische samenzang je niet alleen bekoort maar ook pijn doet. Too close for comfort.De Beach Boyd zonder Brian maakte ik één keer mee, ik denk in '72 in Amsterdam bij een perspartijtje. Luidruchtige, studentikoze mannen. Mike Love was de ergste. Carl, die de boel bij elkaar hield zweeg.Brian overleefde de Beach Boys, zijn broers Carl en Dennis, en ook zijn geesteszieke, tirannieke vader. Hij bereikte, na lang verblijf in de onderwereld een andere, niet gezinsgebonden harmonie.Natuurlijk, dat popperige, humorloze Californische hou je. Maar zelfs daaraan ontsnapt Brian Wilson, miraculeus.

Torentje boven de hoofdingang van de Amsterdamse Bijenkorf (midden). Links het torentje op de Beurs van Berlage

Torentjes (2)

Jan van Griethuysen wijst op het 18de eeuwse prieel op de heuvel langs de Rijksstraatweg in Wassenaar. Adres: Rust en Vreugdlaan 1a. Een landmark. Maar niet echt een torentje.

Ileen Montijn schrijft: "De tijd tussen 1890 en 1930 was misschien wel een torentjes-'boom' (veel nouveaux-riches!). Ik moet meteen denken aan het volstrekt loze torentje boven de hoofdingang van het Bijenkorfgebouw aan het Damrak, dat precies zo tot stand is gekomen als jij beschrijft: directeur Arthur Isaac zag het eerste ontwerp van de architect, en wilde domweg een torentje daar. En natuurlijk kwam het er. In 1914 was het gebouw af. Het dubbelbollige torentje op die eerste Scheveningse villa lijkt trouwens wel heel erg op een duikersklok."Dat laatste betwijfel ik. Ik zie er meer een Zwiebelturm in. Wat zou kunnen wijzen op een Duitse opdrachtgever. De villa staat in de vork van de Antwerpsestraat en de Luiksestraat in het Belgisch Park in Scheveningen. Later meer, over andere reacties en het waarom van het torentje

Tags: 

Alexandre Matieski?

 In april was ik een paar dagen in Tournus aan de Saône (zie dit log van 17 mei jl.). De laatste avond, in het café naast de brug (maar hoe heette het? 'Des Sports'?), zat ik weer te staren naar de merkwaardige schilderijen die er aan alle wanden hingen. Een stuk of tien, een bescheiden expositie was het, maar nergens hing of lag een kaartje met uitleg.

 Ik maakte foto's. Je verwacht ook geen schilderijen in een PMU-café (volkscafé's, te herkennen de aan de groenrode reclame en de gokbureautjes van de paardenraces, sponsor van de Groene Trui in Tour die wordt uitgereikt door tourmissen in rijlaarzen met jockeypetjes, een dagelijks hoogtepunt). Er werd gebiljart, er werd gedronken, er werd buiten op de stoep wat gevochten.Bij het afrekenen vroeg ik de barkeeper van wie die schilderijen toch waren. Van een 'Yugoslave' zei hij, of een 'Polonais'.

 Hoe die heette?Hij wist het niet zeker, maar schreef een naam voor me op een papiertje. Achteraf verkeerd, in elk geval onvindbaar op Google. Macieski is een bestaande Poolse naam, maar een Alexandre of Alexander of Alexandr vind ik niet.Hij woonde in Tournus, een paar straatjes verderop, die polonais. Ik ga terug, ik vind zijn schilderijen steeds mooier.Ze doen me denken aan wat Kuifje-tekenaar Hergé maakte als hij 'moderne kunst' persifleerde. Hergé wilde ooit kunstschilder worden. Dat zag je dan.

Tags: 
torentje in Scheveningen (2)
torentje in Scheveningen (1)

Torentjes (1)

Je ziet op villa's en gebouwen onbegrijpelijk veel, vaak slecht onderhouden, waarschijnlijk lekkende torentjes.Al jaren kijk ik ernaar.In m'n hoofd zit een reusachtige verzameling torentjes. En ik denk dat ik de enige niet ben.

Die schijnbaar zinloze torentjes moeten wel gebouwd zijn door mensen met wat ik noem een torentjesfantasie. Hoe ging dat?Een architect kreeg een opdracht. Een adellijke dame zag het eerste ontwerp en zei 'dáár, daar wil ik een torentje'.'Maar mevrouw, dat vergt veel onderhoud, en...'.'Ik zei een torentje.''Zoals u wenst.'De tijd is gekomen iets te ondernemen.Bij deze maak ik een begin met het Nationaal Torentjes Archief.De torentjesvrienden onder de lezers van dit log zijn van harte uitgenodigd hun foto's te sturen van torentjes.boeken@vpro.nlEn dan? We zien wel. Torentjes, veel torentjes.De geschiedenis van elk torentje wil ik kennen. De erin opgesloten prinsessen wachten op ons.Luister naar Stephan Sanders over 'zijn' torentje.

Tags: 
De werkplek Stephan Sanders
Beluister fragment

Pagina's