Jacob Olie, zwembad Westerdoksdijk (1893)

Thomas A.P.van Leeuwen (1)

 De erudiete plaatjesboeken van Thomas A.P.van Leeuwen zijn nieuw voor me. Een bron van puur plezier. Deze dagen stootte ik eerst op 'The Skyward Trend of Thought; Metaphysics of the American Skyscraper' (1988) en daarna op 'The Springboard in the Pond; An Intimate History of the Swimming Pool' (1998). Verzamelingen feiten, inzichten en - vaak zeldzame - illustraties waarin op een voor mij nieuwe manier oerthema's worden uitgewerkt. Het blijken twee delen te zijn van een serie over architectuur en de klassieke elementen: aarde, water, lucht en vuur.

 Dat vuur dat komt nog, hij geeft al af en toe lezingen over grote stadsbranden. Van Leeuwen was vele jaren professor in architectuurhistorie in Leiden en werkte ook in de Verenigde Staten. Architectuur en het element lucht? Daar komt de Wolkenkrabber, die beter Luchtkrabber kan heten. De verwoesting van de Twin Towers kan misschien worden toegevoegd in een herziene druk. Of anders in deel drie over het vuur. Architectuur en het element water? Thomas A.P.van Leeuwen kiest voor de geschiedenis van het zwembad. En zet het breed op, in reeksen tweedelingen.

 Mens en water gaat over sex en dood. Water is lekker, maar gevaarlijk. Maar ook over zien en voelen. Hoe zie je water, hoe voel je het? Water oogt altijd weer anders, vaak is het zelfs onherkenbaar. En hoe voelt het aan? Dat merk je als je je erin waagt. Dat begint met baden. Daarna komt het meester worden van het element: zwemmen. Van de badinrichting tot de eerste zwemschool. De romantische dichters waren grote zwemmers, Byron doorzwom het hele Canal Grande, Shelley verdronk voor de kust van Lerici een deel Sophocles in de vuist geklemd.Intussen...Het zwembad is om de hoek. De duikplank! Even gewichtloos zijn, even vliegen. Overgave. En dan de verraderlijke omhelzing van het water. Dit boek eindigt met vele Californische privé pools. Eigenlijk, leer ik van Thomas A.P.van Leeuwen, kan heel de wereld verklaard worden uit het zwembad. Of uit de wolkenkrabber.

Tags: 

Oude jukebox

In Nederland bestaat een overheidsmonopolie op verschillende gokspelen. De casino's brengen elk jaar een kwart miljard op. In Brussel wordt dat monopolie door onze regering verdedigd met een beroep op het controleren van gokverslaafden. Je moet maar durven.Zo zou je ook het nationaliseren van alle drankwinkels kunnen verdedigen.

Ik moest hieraan denken bij het lezen van de juichkreten die de Publieke Omroep slaakt bij de 'successen' die dit jaar geboekt zijn met de nieuwe programmering van Radio 5 voor wat suffe 55-plussers waarin vooral 'artiesten die je nergens anders meer hoort' als de Blue Diamonds, Willeke Alberti en Frank Sinatra'. Successen? Ja, de beoogde doelgroep is aangeboord en luistert. En dan volgt weldra etherreclame.De doelstelling van de Nederlandse Publieke Omroep is nu eenmaal 'scoren', het doet er steeds minder toe waarmee. Maar is het exploiteren van deze oude jukebox nu werkelijk een overheidstaak? Ik zou niet weten hoe je dat in Brussel moest verdedigen. Concurrentievervalsing heet zoiets daar.

onderweg in Duitsland opgedaan: het nieuwe buroblad van Arie Schippers
onderschrift ''hier heb ik iets mee (beton om door de bocht te komen is extra)''

Beton (10)

Op 27 juli bedankte ik Arie Schippers voor de bank die hier verscheen als Beton (9). Ik schreef 'Zeldzaam exemplaar. Ik schat hem in jouw buurt. Het hout is toch al eens vervangen, denk je niet?'Op 28 juli mailde hij 'Nee, vrij ver weg. Niet ver van Hameln.Ik doe in stukjes tevoet een wandeling naar Berlijn.'Zie bijgaande foto's. Ik vroeg hem om verder verslag van zijn voettocht en wacht af

Roger Raveel

Voor het laatst Oostende. Het rituele bezoek aan het Provinciaal Museum, aan de 'Kar om de hemel te vervoeren in mijn tuin' (1968). Een spiegel in het gras, een wit vlak op een betonnen muurtje en de kar, alles op een Belgisch achterplaatsje.Het wonder van dit kunstwerk is dat je eigenlijk meteen denkt 'ja natuurlijk, zo doe je dat'.

Als je de hemel wilt vervoeren in je achtertuintje dan heb je daar ongeveer zo'n kar bij nodig als deze. En dan zal het waarachtig wel gaan. De kar kan immers rijden op twee fietswielen en is uitgerust met een spiegel. En, belangrijker, de hemel zal er geen bezwaar tegen hebben met deze kar vervoerd te worden. De hemel zal zich graag spiegelen in deze kar, op dit gelukkige binnenplaatsje. Roger Raveel werd geboren in Machelen aan de Leie op 15 juli 1921 en woont daar nog. Hij was een dorpsgenoot en bekende van Gerard Reve. Sinds 1999 heeft hij zijn eigen museum in zijn geboortedorp. Ter gelegenheid van de 85ste verjaardag van de schilder was er tot januari dit jaar een overzichtstentoonstelling in de Venetiaanse Gaanderijen in Oostende.

Miranda July (2)

Mijn zomerboek is 'No one belongs here more than you' van Miranda July. Een boek om in bad te lezen tot het water koud wordt. July blinkt uit in overwegingen. Neem die in 'Making love in 2003', over doelloos autorijden. In een auto kun je niet watertrappen, zegt ze. Of een lamp aandoen tussen je achterlichten die zegt 'geen bestemming'. Gelukkig merkt ze dat ze, naarmate ze meer rijdt, meer het gevoel krijgt dat ze ergens heen gaat. Ze rijdt een paar blokken, maar dan komt ze weer op de kruising waar ze eerder was. En is teleurgesteld 'dat daar nu allemaal andere auto's zijn'.

Wat haar personages delen is verhoogde waarneming, een verhoogd zelfbewustzijn, zo dat het pijn gaat doen. Net als in haar film 'Me and you and everyone we know' (2005). Ze meent het. Ironie is een manier om wat anders te pijnlijk zou zijn toch te zeggen. De hartsvriendin verlaat de hoofdpersoon in 'Something That Needs Nothing': 'I ran a bath. Just before I stepped in the tub, I heard the front door close and froze midstep; she was gone. (...) With one foot in the bath, I stood waiting for her return. I waited an unreasonably long time, long enough to realize that she would'nt be back tonight. (...) I studied my position in the bathtub. The foot in the water was already wrinkly. How would I feel when night fell? (...) Would she understand that time had stopped while she was gone?' Zoals Arnon Grunberg als kamerjongen ging werken om de andere kant van de wereld te zien zo vermoed ik dat Miranda July ook werkelijk een naaicursus voor huisvrouwen heeft gevolgd en zwemles heeft gegeven aan bejaarden. Er zijn details die je alleen uit de praktijk haalt. Zoals het schoonmaken van de telefoon door haar voorgangster in de peepshow: 'She cleaned a telephone reciever with Windex and paper towel and told me to never leave it sticky.'Tot slot dit (uit: The Man on the Stairs): 'That is my problem with life, I tush through it, like I'm being chased. Even things whose whole point is slowness, like drinking relaxing tea. When I drink relaxing tea, I suck it down as if I'm in a contest for who can drink relaxing tea the quickest.' Dit is haar eerste bundel. Er komt in september al een tweede.Nb. De vertaling Niemand hoort hier meer dan jij kwam uit bij de Bezige Bij.

Tags: 
de blinddoeken moeten steeds gedragen worden, maar je kunt ze omhoog schuiven
op de zolder van de villa

Cronica de una fuga

Wat maakt deze Argentijnse film zo bijzonder? Ik denk: wat er allemaal niet in gebeurt. Het blijkt mogelijk te zijn na dertig jaar een ogenschijnlijk onpolitieke film te maken over het Argentijnse generaalsbewind van de jaren '70. Een film over hoe doorsnee jonge mannen reageren op gewelddadig ingrijpen in hun leven, niet over de schuldvraag.

De vier opgepakte figuren in dit naar waarheid genoteerde verhaal reageren allemaal verschillend op hun arrestatie, marteling en ondervraging. Regisseur Israel Adrian Caetano laat zien hoe het systeem van de angst werkt. De terreur gaat klassiek in z'n werk. De ondervragers willen namen. Iedere jongeman kent immers wel de naam van iemand die iets met 'links' te maken heeft? En die namen krijgen ze.Zo ontmoet je in de afgelegen villa waar de verdachten gevangen zitten vanzelf ook degeen die je aangaf. De één geeft namen, een ander zoekt het bij God, een derde wordt hysterisch en verliest de hoop. Een vierde verzint een ontsnappingsplan (wat tenslotte nog lukt ook). En, opmerkelijk, bijna allemaal ontwikkelen ze een hekel aan de 'linksen' die ze in deze ellende gebracht hebben. Ze 'deden immers niet aan politiek'.Vooral dat laatste is pijnlijk. Zo heeft generaal Videla toch nog het laatste woord. Toch een politieke film.

betonrot
tribune in 'internationale stijl' (1947)
het paard van Zadkine (met jockey?)

Renbaan

Het hek staat open, de paardenrenbaan in Oostende is net gemaaid. Zo kom ik het terrein binnen. Gebouwen aangevreten door betonrot die doen denken aan de architectuur van 'Zonnestraal' in Hilversum vóór de restauratie.

Wat is dit? De hippodroom - leer ik - ligt op de plaats van Fort Wellington, een in 1811-1812 door Napoleon gebouwde versterking. Achter de Koninklijke Gaanderijen (een galerij - gallicisme - heet hier gaanderij) en de Koninklijke Residentie, die er nog altijd is, vrijwel aan zee. De eerste rendag werd gehouden op 23 juli 1883. Tussen de wereldoorlogen groeide de renbaan uit tot één van de beroemdste van Europa. In de laatste oorlog werd hij grotendeels vernield. En in 1947 vernieuwd in 'Internationale Stijl' met oa. een koninklijke tribune (met kroontje) en het poort- en torengebouw. Een grappig beeld van Zadkine (steigerend paard met jockey) kwam terzijde van de tribune. De renbaan is een beschermd monument sinds 1998. Maar de laatste jaren gaat het minder. O schoonheid van verval!

Ingrid Thulin en Gunnel Lindblom in De Grote Stilte van Bergman (1963)
La Notte van Antonioni - Jeanne Moreau en Monica Vitti (1961)

Vervreemding

 Op één dag stierven de grote meesters Ingmar Bergman en Michelangelo Antonioni. Meteen dacht ik vreemd genoeg aan het Amsterdamse Calypsotheater waar ik zo veel van hun werk zag. Laatst fietste ik langs en zag puin, het was bijna verdwenen. Waar zou het elegante gipsen beeld gebleven zijn dat terzijde uit de muur stapte? Wat waren de kleuren ook weer? Ik herinner me nog zilver tegen blauw. Daarna werd het denk ik beige (of goud?) tegen bruin.

 Geen Antonioni- of Bergman-weken meer. Waar wel? DVD-boxen bieden eenzaamheid. Juist bij dit soort films wil je weten wie de anderen zijn die er voor komen. Het woord dat nu opkomt is 'vervreemding'. Antonioni was er de kampioen van, Bergman kwam later. Toch komen La Notte (1961) en De grote stilte (1963) samen bovendrijven. Allebei zwart-wit, allebei traag, nu ondenkbaar traag. En gemaakt in de stilte voor de jaren '60 die ik bij mezelf de Marienbad-tijd noem naar de 'l Année dernière á Marienbad (1961), de film waarin Resnais de tijd vrijwel tot stilstand bracht. Allebei ook ten diepste onbegrijpelijk. Voor makers, acteurs en publiek. Omdat het leven onbegrijpelijk was. En waarom zou je je dan nog bewegen?

 Vervreemding. Zou nog iemand weten wat het woord wil zeggen? Bij Karl Marx is het een groot kwaad door het kapitalisme over de arbeiders gebracht. Zij zijn vervreemd van wat ze maken. Maar ook onder mensen onderling heerste vervreemding. Wat zich uitte in doelloos ronddwalen of langdurig aan het raam staan terwijl regendruppels langs het glas gleden. Maar hiermee doe ik Bergman en Antonioni onrecht. Ik moet hun films weer zien, ik organiseer mijn eigen Bergman- en Antonioniweken wel. En dan meer. Over de traagheid, de vrouwen bij Bergman en de landschappen van de geest bij Antonioni..

Tags: 
De Spiegel (2001)

Michaël Borremans (2)

 Joris Beernaert citeert mijn verzuchting over Borremans: 'Met nadruk wens ik een solotentoonstelling van Michaël Borremans in Nederland. Maar wie? Wie zou? 'En schrijft: 'Er komt een solo-tentoonstelling met nieuw videowerk in De Appel - A'dam van 8 september - 4 november 2007.'Goed nieuws. Nu de schilderijen en tekeningen.

het havenhoofd
de stad
Spilliaert: nacht en zee

Oostende

 Een nachtje overblijven in Oostende deed ik om Spilliaert, die er woonde. De man die nachten aan zee schilderde, in al hun onafzienbaarheid. Nacht aan zee, kan het verder? Je moet dan één van de twee houten havenhoofden aflopen tot het eind, waar wat vissers staan. De havenlichten gaan aan. De stad ligt als een gebergte terzijde. Op de kop van dat havenhoofd een afgetrapte Brasserie, gesloten op dit uur.

 En daar, aan een roestige wand staan drie gedichten op plaatijzer.Ik hou er niet van als de leesbevordering zijn lange arm naar dit soort plekken uitslaat. Dat het hier mooi is, of poëtisch, kan ik zelf verzinnen.Te stellig. Zoals het gedicht van Dick Hillenius aantoont. Een bioloog, die weet wat zee is:

 De zee is een buik vol embryo's

vol roeivoetigen, kopvoetigen, veelvoetigen,

vol voeten die 't lopen nog leren moeten,

niet verder zijn dan sierlijk bewegen van vinnen

(gedagwuiven is een restje van zwembeginnen)

de zee is moeder van koningen,van zeepaardjes en malle ponen

Van wieren is het oudste bewegen van leven

Elk gebaar dat we namen gegevenvan strelen, protest, van vechten en vreten

is, buiten ons zelf bestuurd,in af- en aanstromend water,

hetzelfde van vroeger gebleven.

 

Zó schilderde Ensor. Die een straatje verder woonde.

 

PS. Het gedicht vond ik terug in ''Het romantisch mechaniek'' (1969), p. 176

Pagina's