Kenner Niels Bokhove gemaild. Die het verhaal in 2009 al vertelde in het blad van de Nederlandse Kafkakring. De dames Hoffe, moeder en haar twee dochters deden alles wat erfgenamen zo'n slechte naam bezorgt. Niels helpt twee sprookjes de wereld uit. In 1921 al zei Kafka die in 1924 aan tbc zou sterven tegen Max dat zijn testament 'ganz einfach' zal zijn: 'die Bitte an dich alles zu verbrennen'. Brod zei hem toen meteen: 'Falls du mir im Ernste so etwas zumuten solltest so sage ich dir schon jetzt, dass ich deine Bitte nicht erfüllen werde.' Brod publiceerde dit kort na Kafka's dood en de familie benoemde hem tot executeur testamentair.
Toen de Duitsers in 1939 Praag binnenvielen verdween Max Brod net op tijd naar Palestina met een grote koffer manuscripten. Max bracht het werk grotendeels uit, de romans, verhalen en brieven die we nu kennen.
Na zijn dood in 1968 erfde Ilse Esther Hoffe wat nog over was, met de opdracht van Max het in een openbare bibliotheek onder te brengen, zodat het openbaar toegankelijk zou zijn. Dat deed ze niet. Handschriften, tekeningen, kaarten, brieven bleven achter haar slot in Tel Aviv. Zij en haar dochters verkochten ze soms stukje bij beetje aan de meestbiedende,
Het is echter niet waar dat niemand ze mocht inzien. Verscheidene geleerden zagen ze. Niels verwacht geen nog onbekende teksten.
En nu Israël. Waar nooit veel belangstelling, ook geen wetenschappelijke, voor Kafka was. Hijzelf hield niet erg van het Zionisme, voelde zich meer aangetrokken tot de Oostjoodse cultuur. Lees zijn dagboeken.
Waarheen nu met de resterende erfenis? Niels meent dat ze het beste naar het Duitse Literaire Archief in Marbach zouden kunnen, waar de know-how is. Kafka's werk is bijna geheel uitgegeven, maar dat van Max Brod - waarin veel over Kafka - nauwelijks.
De geruchten blijven intussen. Er zouden volgens de dames Hoffe nog duizenden pagina's dagboeken, lezingen en brieven in banksafes liggen, in Zurich en Tel Aviv... Maar de Israelische bibliotheek belooft dat alles tenslotte online zal komen. Hopelijk ook de ca. 50 tekeningen die er nog moeten zijn (zie ''Einmal ein grosser Zeichner'', Vitalis Verlag in Praag, van Niels Bokhove en Marijke van Dorst).