Waakslaap

 Gustaaf Peek schreef in de nieuwe Revisor - onder meer - een gedicht over de staat van zijn tussen waken en slapen. Het tussenbeide, en het met harde hand moeten bemachtigen van de slaap. Over aanstalten en maatregelen 'Voor het slap­en':

 De drempel zouten

Rode letters naast de deuren slaan

De vingertoppen doven

Voorhoofd en tepels klaren

 

Niemand meer naar boven horen rouwen

De kraan afknijpen

De vadernaam niet meer

Aan dorstige moeders denken

 

Ramen in de bladzijden breken

De straathond met een gevonden hand

Belonen de dekens

Dood wrijven

 

Van terugschreeuwen

Gaat een man niet slapen

 

Houten vingers tellen

Naar dromen raden.

Tags: 

Plot?

 Hoe komt het dat je verder leest en een boek niet weglegt? Je wilt weten hoe het verder gaat, met wat of wie ook. Hoe het afloopt misschien.

 Deze week opende Gustaaf Peek met een steekhoudend en geestig betoogje de avond 'Weg met de plot', waar een nieuw Re­visor-nummer werd gedoopt. 

 Wat houdt die spanning gaande? Vanouds heette dat de plot. Je kon er over leren bij eindeloos herdrukte Amerikaanse instructeurs van filmmakers: Syd Field, Lajos Egri. Daar leerde ik over de 'plotpoints', de momenten in een verhaal waarop een hoofdpersoon een weg inslaat waarvan geen terug meer mogelijk. Het meisje gaat in Psycho het spookhuis boven het Bates-motel binnen waar haar de krankzinnige Anthony Perkins wacht. Hitchcock speelt het spel volgens de regels.

 Gustaaf Peek verzet zich tegen dat klassieke fuikmodel. Hij hield het op geheimzinnigheid als spanningmaker. Dat wat wij als lezers - en als schrijvers - niet weten. Ik was daar en viel hem bij. Voorspelbaarheid is dodelijk. Zeker die van plots uit het boekje.

 Je hebt dat in alle takken van kunst. Als ik steeds terugga naar dat ene schilderij - ik noemde de Mariaplaats van Saenredam in Boijmans met de struikjes op het kerkdak - dan is dat omdat elk goed kunstwerk een raadsel bevat, waarvoor je er steeds weer naar teruggaat. Schilders bevestigen me dit.

 Dat zei ik, is ook de reden dat ik levenslang een paar boeken met me meesleep, ze bevatten een raadsel. Kafkas Beschrijving van een strijd, Werther Nieland, Petersburg van Andrej Bjelyj en zo door.

 Een raadsel ook voor de schrijver. Hij schreef om iets te ontdekken, over zichzelf. En nam je mee op zijn zoektocht. Gedeelde spanning. Vergeefs natuurlijk. Het raadsel blijft bewaard. Een boek weet, als het goed is, meer dan de schrijver.  

Anders

 Schrijven en of het anders kan. Vragen ze zich morgen af bij de presentatie van een nieuw Revisor-nummer. Gustaaf Peek schreef een achterstevoren-roman die veel gelezen wordt.

 Het nieuwe nummer bevat meer anders. De Keulse Annelie David (1959) zet woorden en zinnen anders neer in haar prozagedichten. Ook dat werkt.

 Vaak denk ik dat het andere moet komen uit wat ontdekt wordt over de werking van het brein. Waar aanhoudend associatieketens worden gevormd, werelden gemaakt en weer vervangen. Zo zou je kunnen schrijven. Maar wie kan er zijn hersens bijhouden? 

 Een putsje scheppen uit de door William James ­benoemde Stream of consciousness - denk aan Ulysses - en proberen iets daarvan onder woorden te krijgen. Iets. Zoals in 'de bomen':

 'toen hielden de bomen de adem in we namen het op het wrak half in het water de blaren in de lak de flanken bevolkt rif van mosselen vliegen zal de tijd in de schelpen opstijgen het was koud en het waaide we hebben niet gesproken terwijl het verkeer langs ons heen in het gras louter schelpen ze laten ze vallen de zwarte vogels namelijk uit de lucht vallen terwijl ik loop viel licht in de auto sneeuw in de ogen dit zuivere licht flikkerende sneeuwvlokken vielen in de ogen zie het zo helder riet en distelzomer was het is het tussen de flats hangt de zon en rode bal leemte ben erin gaan wonen toen een slingerende zwiepende suizende stilte de winter de bomen toen hielden de bomende adem in terwijl in zijn linkerhand al die schelpen en splinters nog bloeit de papaver'

Tags: