Dylan met de harmonica, het is een Marine Band

Dylan

Als één geluid voor mij de jaren '60 heeft getekend was het de mondharmonica van Bob Dylan. Vandaag wordt de bespeler 70.

Mijn buurman Onno die in Vredesmarsen meeliep en nooit zonder peacesign gezien werd, draaide niet alleen permanent muziek - wat in die jaren gewoon was, stel je niets voor van gesprekken of het lezen van boeken, er werden langspeelplaten gedraaid, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, nogal hard..
Maar Onno draaide ook nog eens uitsluitend platen van Bob Dylan. Tot diep in elke nacht. En dat in een studentenhuis met halfsteensmuurtjes. En zo'n harmonica is erg doordringend.
Mijn relatie met Dylan is bepaald door Onno. Ik geef toe dat ik ook zo'n harmonica-houder en een Hohner Vereinsharmonica heb bezeten. En ook dat de demo die hij opnam met The Band en die later Little White Wonder heette mooie liedjes bevatte. Voor anderen dan, zonder mondharmonica.
Maar z'n teksten zijn me vaak te stoned (dezer dagen gaf ie eindelijk toe hoeveel ie gebruikt heeft) te humorloos, te would-be poëtisch en te gelijkhebberig. En dan de kokette manier waarop hij met de Amerikaanse folktraditie omging.
Dat is tot daar aan toe, in popmuziek kan veel, maar als hij die mondharmonica nou eens...

Voor de Onno's van Nederland maakte ik samen met Peter de Lange  op de VPRO-radio de Bob Dylan-story, nu opgegraven door Nienke Feis en te horen in ons radioarchief.
 

de brief..
duister...

Karin Hanssen (3)

Wat je al niet kunt zien - of denken te zien - aan een rug. Schaamte? Schuld? Verlangen?Karin Hanssen, de Antwerpse schilderes kondigt een solotentoonstelling aan in Nederland, in oktober. Ik heb daar lang naar uitgezien. Gebaseerd op haar tiendelige serie naar 'De vaderlijke vermaning' van Gerard Terborgh (1653), een schilderij dat in z'n tijd veel gekopieerd werd.

De vrouwenfiguur met het satijnen gewaad werd populair, en tussen 1653 en 1750 vele malen opnieuw geschilderd door Terborgh zelf, tijdgenoten en latere schilders. Karin schilderde tien kopieën na.
 

In de eerste kopieën verandert de positie en de kleding van de vrouw niet, haar betekenis wel. In de versies die Karin koos verandert het decor, de kleur, er is een brief, een bed. Zo benadrukt ze, zegt ze, de rol van de vrouw wier lot bepaald wordt door anderen. 
In de kleine verschillen tussen de kopieën sluipt dan toch een persoonlijkheid. Die elke nieuwe vrouwenfiguur een minimale identiteit meegeeft.

 

de beeldenstorm kwam in 1566 uit West-Vlaanderen en rukte op naar het Noorden
Maria (zijn moeder) en Maria Magdalena (zijn vriendin) bij de dode Christus, anonieme Utrechtse meester

Beeldenstorm

In de kelder van het Utrechtse Centraal Museum kom je bij het weergekeerde Kartuizer Drieluik met het Laatste Avondmaaldoor een erehaag van verminkte beelden.

De beeldenstorm woedde ook in Utrecht. Ook daar werden op grote schaal houten en stenen beelden vernield, en vooral schilderijen. Kerks ben ik niet, ik heb ook weinig aanleg voor religie, maar de katholieke heeft tenminste de schone kunsten bevorderd, wat je van de reformatorische niet of nauwelijks zeggen kunt.
Als onze regering zich nu tegen te schone kunsten keert is dat gek genoeg met vergelijkbare redeneringen als indertijd de beeldenstormers. Oud nieuws. Nog tijdens mijn schooltijd werd de beeldenstorm goedgepraat.
Hoe bewonderenswaardig Joop van den Ende ook uitpakt,. in ons calvinisme zit een razernij tegen het sjieke, het 'hogere', het schone, het voor het gewone publiek onbegrijpelijke.
Schoonheid wekt agressie. Van de mooie meisjes uit de bijbel, moest het aangezicht geschonden worden.

Tussen 10 augustus en oktober 1566 werden honderden kerken vernield. Kapellen, abdijen en kloosters werd beroofd. Altaren, beelden, orgels, schilderijen en boeken gingen eraan. Zelfs wandschilderingen werden vernield door woedende menigten. Natuurlijk waren er misoogsten en sociale wantoestanden, maar daarmee verklaar je de doelgerichtheid van deze razernij niet. 
   
 

buitenluik: Catherina van Siena
het Laatste Avondmaal (ca. 1530, maker onbekend)

Avondmaal

Vanmiddag zag ik in Utrecht het beroemde Kartuizer Drieluik met het Laatste Avondmaal (omstreeks 1530). Het ontsnapte als een van de weinige aan de beeldenstormen van 1566 en 1580.

Een adembenemende voorstelling, om z’n alledaagsheid - typisch Noord-Nederlands zegt men. Er gebeurt zoveel tegelijk ook. Er wordt gegeten, zij het sober, maar je ziet brood en wijn rondgaan, alsook lamsvlees, het paaslam is immers Christus zelf. Tegelijk is de bijbelse voetwassing gaande - Christus wast z'n discipelen de voeten - waarvoor erg veel tinnen kannen water worden ingezet, zodat een aantal discipelen blootsvoets aan tafel zit. Er is ook vertier, er loopt een dwerg rond met wie grapjes worden gemaakt. Alleen Judas zit er verdacht bij, een zak geld op schoot.
 

Opmerkelijk is ook dat Christus liefkozend een peinzende Johannes de Evangelist op z'n schoot heeft genomen, als een zoon of opvolger.
Op de voorgrond kluiven twee honden aan botten. Door de ramen is een sprookjesachtig landschap te zien met het soort rotsen dat iemand schildert die nooit een rots van nabij zag. En dan die compositie van de vrolijke tegelvloer die op alle luiken doorloopt!
Niets wijst op een naderende catastrofe.

Het was hier eerder, de kwestie Goudstikker kwam er tussen, maar het Centraal Museum heeft het terug. Ga het zien, het wordt binnenkort gerestaureerd, dat kan lang duren. 

ps. de afbeeldingen zijn maar gedeelten van de panelen..  
 

meditatie..

Tao

Eens moest ik de beroemde sinoloog en taoist Kristofer Schipper interviewen. Voor we begonnen vroeg hij 'hoe ik het zou gaan doen?' Nietsvermoedend antwoordde ik: 'Ik doe het zoals het gaat.' 'Dat is tao,' zei hij.

Sindsdien raakte tao een beetje in de mode. Om mij heen verklaarde men graag 'ik ben taoist geworden'.
Gisteren sprak A.L.Snijders hier nog z'n sympathie uit: 'Ik ben geen taoist, maar lees en herlees wel graag de Tao Te Tjing omdat daarin voor mij een kernzin staat. "De weg is bestendig daadloos, nochtans blijft niets ongedaan."' Etc. zie gisteren.

Pasgeleden sprak ik een sinologe, Sarah Hart, die me verraste met een ferme uitval tegen het taoïsme. Ze kon er voor zichzelf eigenlijk niets mee beginnen.
Aan haar dacht ik gisteren.
Ik dacht: ik ben een Westerse mens. Mijn weg is niet 'bestendig daadloos', integendeel ik werk me rot. En heb daar plezier in. En als mensen die ik mag het aardig vinden ben ik daar blij mee.
Anders dan Snijders zie ik niets in de taoïstische gelatenheid: wat er gebeurt, gebeurt er. Integendeel. Ik denk dat tao bedacht is in en voor een onveranderlijke wereld. Waarin berusten de beste oplossing en wieweet het hoogste goed was. Maar zo is mijn wereld niet.
 

op z'n erf nabij Lochem

A.L.Snijders en Happinez

Van A.L.Snijders komt vanmiddag dit bericht: 'Een tijdje geleden ben ik geïnterviewd voor het optimistische, zingevende blad Happinez. Thema: Geloof, hoop, liefde. Gisteren hoorde ik dat het interview is geweigerd vanwege mijn ironie. Een goede reden. Beter dan belediging, ongeduld, afgunst, jaloezie.'

Nu ken ik Happinez omdat ik onlangs veel tijd in wachtkamers moest doorbrengen. En nee, de zonnige, geruststellende toon die daar heerst is Snijders niet eigen. Hij stuurt me de niet geplaatste tekst. Een paar citaten:

'Ik geloof nergens in, ik hoop op niets en de liefde komt vanzelf.'    

'Hoewel ik geen enkel 'isme' aanhang, heb ik overigens wél wat met het taoïsme. Ik ben geen taoist, maar lees en herlees wel graag de Tao Te Tjing omdat daarin voor mij een kernzin staat. (Citeert:) "De weg is bestendig daadloos, nochtans blijft niets ongedaan." Dat is de absolute tegenhanger van onze westerse opvatting dat je persoonlijke inzet altijd samenhangt met de resultaten die je behaalt. Ik ben het volledig eens met de taoisten: wat er gebeurt, gebeurt er. En dat is zowel een verontrustende als een geruststellende gedachte. Verontrustend omdat dat betekent dat ik, als ik in de jaren dertig in Weimar op het lyceum had gezeten, ongetwijfeld met glimmende laarzen aan de kant van de Duitsers had gestaan. En geruststellend omdat het me ontslaat van de druk om van alles te móeten.'

'Het leven is zinloos en daar ben ik blij om. Ik ben zeikerig gelukkig omdát er geen hemel en geen God bestaan, maar wel (wijst om zich heen) dit hier. En dat is zo veel, daar kun je een leven lang van genieten zonder dat je hoeft te hopen
op nóg meer.' 
 

Tags: 
(2005)

Philip Akkerman (2)

Philip Akkerman maakte in 2007 een geschreven zelfportret ter gelegenheid van z'n naderende vijftigste verjaardag.

Dat begint met hoe hij het schreef: 'Mijn bril zet ik niet op zodat ik niet kan zien wat ik opschrijf. En dat is maar goed ook want het is een grote leugen. En dan komt hij bij zijn kernvraag "Ken uzelve zeiden de Oude Grieken. Wat valt er te kennen."  
Zo schildert hij, denk ik ook z'n zelfportretten. Niet zonder bril, maar wel zonder spiegel. Hij vertelt hoe zijn belangstelling voor het spiegelbeeld verflauwde en plaatsmaakte voor het schilderij zelf.
Hij was verf geworden, zegt hij.
In de portretten wil hij niet zozeer zichzelf schilderen, maar een mens 'waarin het bestaansraadsel zich samenbalt'. Want, ‘in een zelfportret zijn kijker en bekekene een en dezelfde persoon’.
Mooie schilderijen wil hij nog steeds maken, hij heeft zich bekwaamd in de klassieke technieken, maar zijn obsessie is het bestaansraadsel gebleven. Het 'wie of wat ben ik'. Een onzinnige, onbeantwoordbare vraag, dat weet hij. Maar zijn blik heeft zich voorgoed naar binnen gericht.
Gretig tast hij in het duister en diept zelfbeelden op. Duivels, melancholici, nurkse Veluwse boeren (hij komt oorspronkelijk uit Varsseveld), ADO-supporters, ja, Hagenezen.

Vrijdag na 22.00 in de Avonden meer
 

Tags: 
George W. Bush in gebed...

Tocqueville (2)

De democratie. Geen ontkomen aan, zegt Tocqueville in 1835. Maar: 'Men zou zich sterk vergissen als men denkt dat ik een lofrede heb willen schrijven.'

Opmerkelijk is hoe hij het Christendom onderschat. Die onbegrijpelijke kracht die de Verenigde Staten overeind lijkt te houden. Blank en zwart, rijk en arm roept God aan en bezoekt kerken. Een niet-religieuze presidentskandidaat is ondenkbaar.
Tocqueville wijst het Christendom aan als bron van de gelijkheidsgedachte, zeker. Maar wat hij overslaat is de ongelijkheid die ontstaat wanneer geestdrijvers zich God toe-eigenen. .
Hier faalt zijn fijne neus. Hij gelooft in een waardevaste scheiding van kerk en staat: 'Naarmate de mensen meer op elkaar gaan lijken en gelijker worden, wordt het steeds belangrijker dat religies, ook al houden zij zich zorgvuldig verre van de dagelijkse gang van zaken, niet nodeloos in aanvaring komen met de algemeen aanvaarde ideeën (...)'. Tja.
Weinig kon hij vermoeden dat Christendom en wetenschap eens zouden botsen over wat hardnekkig 'de evolutietheorie' wordt genoemd (een theorie als een ander, de bijbel is de waarheid).
Dat Amerika zou kunnen eindigen als een theocratie, nee...

 

Alexis de Tocqeville (1805-1859)

Tocqueville (1)

Als student moest ik het lezen. Maar nu pas dringt tot me door wat er in dit zeer leesbare boek 'Over de democratie in Amerika' besloten ligt.

Niks minder dan het antwoord op de vraag wat we aanmoeten met het 'populisme' dat ons dezer jaren teistert. Zegt men. Het antwoord is: we moeten dat woord vergeten en het vertalen met 'democratie'.
We bereiken eenvoudig het eind van wat al had ingezet in de Verenigde Staten, in de jaren 1831 en 1832 toen Alexis de Toçqueville negen maanden door Amerika reisde.
Als ooit gehoopt was dat de meerderheid de besten tot leiders zou kiezen dan was in Tocquevilles tijd al duidelijk dat het zo niet werkte. ‘Wat men ook doet, het is onmogelijk de verlichting van het volk boven een bepaald niveau te verheffen. Men kan natuurlijk de toegang tot de menselijke kennis vergemakkelijken, de onderwijsmethoden verbeteren en de wetenschap proberen te verspreiden, maar het is uitgesloten dat mensen zich onderrichten en hun intellect ontwikkelen zonder er tijd aan te besteden.’
Dit boek analyseert de democratie en waar die toe leiden moet. Als het om de lelijke dingen gaat: een tirannie van de meerderheid, zodat wijsheid onderworpen zal zijn aan de meningen van degenen die niets weten. Verder een bezetenheid met materie. En,een samenleving van geïsoleerde individuen. 
 
 

het oog...
in alle denkbare stijlen..

Philip Akkerman (1)

'Vaker in de spiegel kijken,' was het advies van Gijsbert van der Wal (in de NRC) aan Philip Akkerman. Dit omwille van de afwisseling.Akkerman schildert sinds 1981 alleen nog zelfportrettten

Nu zag ik Akkermans werk - uit de collecties van verschillende verzamelaars - in Rotterdam, in de Kunsthal en raakte verdiept in het verschijnsel 'spiegelgezicht'. Akkerman werkt zonder spiegel. Hij heeft een verinnerlijkt spiegelbeeld zou je kunnen zeggen.
Ik kan dat wel volgen, denk ik. 
Pasgeleden was ik in nogal de war na het zien van een uurlange video. Ik was steeds in beeld, en kon het verschil tussen de meneer die daar zat te betogen en het zelf dat ik tijdens de opname had ervaren niet bevatten, het verschil tussen de levendig betogende man en en de zware, slome uitlegger die ik inwendig had meegemaakt.
Met spiegels - of een eigen fotocamera - heb ik weer een andere ervaring. Daar zie ik wat Akkerman ook schildert: één oog kijkt me argwanend aan, of ik de duivel zelf ben. Mijn innerlijk zelfbeeld ligt kennelijk net zo vast als dat van hem. 
Akkerman heeft z'n oeuvre gebouwd op dat ene wantrouwende oog. Hem een klein beetje kennende denk ik: laat je niet filmen, de gevolgen zijn niet te overzien..
 

Tags: 

Pagina's