vrijdag 20 mei 2011 - 23:00
Eens moest ik de beroemde sinoloog en taoist Kristofer Schipper interviewen. Voor we begonnen vroeg hij 'hoe ik het zou gaan doen?' Nietsvermoedend antwoordde ik: 'Ik doe het zoals het gaat.' 'Dat is tao,' zei hij.
Sindsdien raakte tao een beetje in de mode. Om mij heen verklaarde men graag 'ik ben taoist geworden'.
Gisteren sprak A.L.Snijders hier nog z'n sympathie uit: 'Ik ben geen taoist, maar lees en herlees wel graag de Tao Te Tjing omdat daarin voor mij een kernzin staat. "De weg is bestendig daadloos, nochtans blijft niets ongedaan."' Etc. zie gisteren.
Pasgeleden sprak ik een sinologe, Sarah Hart, die me verraste met een ferme uitval tegen het taoïsme. Ze kon er voor zichzelf eigenlijk niets mee beginnen.
Aan haar dacht ik gisteren.
Ik dacht: ik ben een Westerse mens. Mijn weg is niet 'bestendig daadloos', integendeel ik werk me rot. En heb daar plezier in. En als mensen die ik mag het aardig vinden ben ik daar blij mee.
Anders dan Snijders zie ik niets in de taoïstische gelatenheid: wat er gebeurt, gebeurt er. Integendeel. Ik denk dat tao bedacht is in en voor een onveranderlijke wereld. Waarin berusten de beste oplossing en wieweet het hoogste goed was. Maar zo is mijn wereld niet.