donderdag 27 december 2007 - 00:05
Afrikaanse maskers.Wie praat over Picasso, over de vroegste Moderne Kunst - begin twintigste eeuw - noemt ze. Ze werden meegebracht door missionarissen en zendelingen uit donker Afrika. Kunstenaars als Picasso en Derain verzamelden ze. Ze bewonderden het expressieve vermogen van de primitieve mens. Waarom die maskers waren gemaakt, waar ze voor hadden gediend, dat interesseerde ze minder.
Juist toen de Picasso tentoonstelling in Den Haag werd geopend belandde ik in het vroegere Congo Museum (nu: Midden-Afrika Museum) in Tervuren bij Brussel. Bekeek de oerbronnen van vele streepjespatronen en stond oog in oog met de maskers, de gesneden koppen.Allereerst, wat zijn ze ongelooflijk mooi en krachtig. Levende mensen zowat. Zo getypeerd dat je personen uit je eigen omgeving gaat herkennen. Wat je leert is dat het meestal afbeeldingen van voorouders zijn, de goede en kwade krachten die zo'n gemeenschap beheersten. Wie danste met zo'n masker bracht een voorouder tot leven. Wat ik fotografeerde is een 'ziektemasker' van de Mbangu uit centraal Pende. Het vertrokken gezicht betekent ziekte. Het zwart en wit-contrast geeft verscheurdheid aan, innerlijke strijd. Wit is de kleur van de doodsgeesten, die bezworen moeten worden.Een urgentie die in de esthetiek van Picasso ontbreekt.