Martijn den Ouden neemt ons mee op excursie naar de speculaasfabriek
Rottekoppen op het podium

Rietveld op Weerwoord

Stand-up comedy, gedicht, hoorspel, kort verhaal, tegeltjeswijsheid, liedje. Allemaal tekstvormen die gewoonlijk strikt gescheiden worden gehouden.

De afdeling Beeld en Taal van de Rietveld Academie gooide ze ongenadig door elkaar tijdens hun bijdrage aan de vierde editie van het Amsterdamse 'Weerwoord festival' in de Leidsepleintheaters, vorige week. In de Avonden vanavond na 21.00 opnamen van wat ze op de zaterdag deden in De Balie. Met muziek van het verbazende huisorkest, het trio 'Rottekoppen'.

de tuibrug bij Heusden

Beton (23)

Betonscout Willem van Dulmen fotografeerde de betonnen tuibrug over de Bergsche Maas bij Heusden.

De Bergsche Maas, genoemd naar Geertruidenberg, de jongste van de grote rivieren. Gegraven in 1904 opdat Maas en Waal niet langer samen zouden vloeien bij het machtig Loevestein, met als gevolg wateroverlast, zoals sinds 1273 regelmatig gebeurde. Er is in die omgeving meer mooi beton.

W.G.Sebald en de dood (2)

 Nog steeds geen echte biografie, maar meer en meer publicaties 'rond' het werk van W.G.Sebald. Arnold Mosselman wijst me op een kunstenaarsproject dat verscheen bij ICI Press (Los Angeles, 2007): 'Photography After W.G.Sebald, a collection of original essays and visual projects inspired by the work of W.G. Sebald.'

 De 600 pagina's zag ik nog niet, ik twijfel of ik ze moet zien. Ook van andere zijde werd ik gewaarschuwd. Arnold stuurde wel het korte radio-interview (WDR, mij totnutoe onbekend) uit 1997 over foto's, getiteld 'Schoenendozen', dat erin is afgedrukt. De enige tekst van Sebald zelf in dit boek. Hij geeft een heldere uiteenzetting van de rol van zwart-wit foto's in zijn boeken en in zijn leven. Hij stroopt rommelmarkten af op zoek naar die foto's waar iets specials van uitgaat. Wat? Hij licht toe:

 'Ik geloof dat de zwart-wit foto, of liever de grijze gedeelten in de zwart-wit foto staan voor dat gebied dat zich bevindt tussen dood en leven. In de archaïsche verbeelding had je niet alleen eerst het leven en dan de dood, zoals we tegenwoordig aannemen, er lag een uitgestrekt niemandsland tussen, waar mensen ronddwaalden en waar je niet wist hoe lang je nog moest blijven, of het een voorgeborchte was in de Christelijke betekenis of alleen een woestijn die je moest oversteken voor je de andere kant bereikte.' Vraag: stel je voor dat er een pak beeldende kunst verscheen 'geïnspireerd door het werk van Gerard Reve'.

Tags: 
Wertach in de winter

W.G.Sebald en de dood (1)

 Het boekje 'The emergence of memory' (Seven Stories Press, 2007) bevat vier essays (waarvan een heel mooi van Tim Parks) over, maar ook vier interviews met de schrijver W.G.Sebald. Zeer aan te raden.Sebald, de man die moest oppassen dat hij niet over de rand viel, in dat verleden. Wat tenslotte toch gebeurde, bij z'n auto-ongeluk in 2001.In een gesprek uit 1997 voor de Canadese radio vertelde hij hoe het in zijn jeugd in het Duitse Wertach (1000 meter hoog, nabij de Oostenrijkse grens) ging met de doden.

 Als de grond 's winters bevroren was bleven ze onbegraven. Eerst was er het sterven in de huiskamer, met iedereen erbij, daarna bleven de doden nog drie, vier dagen in huis. Dan moesten ze - stijfbevroren - in een schuur wachten op de dooi voor ze begraven konden worden. Er staat: 'I have always had at the back of my mind this notion that of course these people aren't really gone, they just hover somewhere at the perimeter of our lives and keep coming in on brief visits.'

 Dan praat hij over zijn vertrouwdheid met de dood, en over de zwart-wit foto's die hij verzamelt. Foto's die voor hem de doden oproepen. Eerder las ik in Tijs Goldschmidts 'Kloten van de engel' over de Nalum Papoea's. Hun taal, het Nalum 'kent geen equivalenten voor onze begrippen leven en sterven' citeert hij missionaris Hylkema, de man die hun taal bestudeerde. En dan volgt een beschrijving van de geleidelijkheid waarmee leven en dood hun rol spelen in deze gemeenschap. De grenzen zijn niet zo heel scherp. Net zomin als in het hoofd van W.G.Sebald.

ook onderaan: jonge loten
niet te vroeg juichen

Plant (3)

Lang schreef ik niet over de zieke plant. De plant die al meer dan 25 jaar aan het raam stond, naast mijn stoel. Vorig jaar tegen de Kerst begon ze - het is een vrouwtje - blad te verliezen. Haar bladeren werden kleverig, ze kreeg luis. Niets hielp, noch het geneesmiddel waarmee ik haar bladeren stuk voor stuk inwreef, noch de spray waarmee ik ze bespoot. De verantwoordelijkheid drukte.

Moeilijk te zeggen hoezeer ik me verbonden voel met deze plant. Nog moeilijker waarom of hoe. Laat het lotsverbondenheid zijn.Ik heb haar toen verhuisd naar een zonniger plek. Ze leefde nog, ik verloor haar niet uit het oog. En eind vorig jaar heb ik haar verpot, en in nieuwe aarde gezet.Nu krijgt ze ook plantenvoedsel van Pokon, hoewel dat in dit jaargetijde wordt afgeraden. Stikstof, sporen. Zou dat het doen? Ze zwijgt. Maar waarachtig, er ontstaan eindelijk, heel voorzichtig weer wat jonge loten. Als de opluchting komt, met gods hulp, zal hij onuitsprekelijk zijn

Arnon  Grunberg

Arnon naar Irak

Zaterdag meldde Arnon Grunberg op zijn weblog dat hij in mei naar Irak gaat, embedded bij het Amerikaanse leger, waar je zelf je helm moet meebrengen, zodat hij de stad in ging, op zoek naar een meetlint om schedelmeting te kunnen doen. Reden om hem tijdens het wekelijks gesprek in De Avonden van maandag te vragen naar zijn motieven.

Tags: 
Arnon Grunberg
Beluister fragment
Mat Wijn en George van Houts
Jan Vermaas en Pieter Bouwman
uitreiking van de Toon & Peer Awards aan Toon en Peer. links Jan Westerhof

Radio Bergeijk en de weemoed

Afgelopen vrijdag werd Radio Bergeijk uitgeluid.Dat gebeurde met een dubbel-CD (de tweede), mijmeringen, kaasblokjes en Kips leverworst, in Grand Café Beeks.Weemoed overheerste.Omdat de fotograaf z'n toestel vergeten had ging ik foto's maken. Het is donker bij Beeks, dat kon niet zonder flits, zodat iedereen konijnenoogjes heeft. Zoveel konijnenoogjes kan ik niet fotoshoppen.

Hoe heeft zoiets als Radio Bergdijk kunnen bestaan? En zo lang? Zeven jaar lang, op de officiële Nederlandse nieuwszender? Hoeveel argeloze radio-aanzetters hebben getwijfeld aan hun wereld? Het zijn doorgaans beeldend kunstenaars die met omhaal van woorden en aanhaal van Franse filosofen hun métier ter discussie stellen. Toon en Peer zeiden dat niet, en deden dat niet, ze wáren de losse schroeven zelf. Het zou mooi zijn als er nu eens een beschouwend stuk verscheen over de wereld en de logica van Peer en Toon. Er werden beeldjes - gemaakt door fan Jasper Nieuwenhuisen uit Hengelo - uitgereikt. Door de verantwoordelijke man die het aandurfde Jan Westerhof en mij (als 'initiator'). De eerste Toon & Peer Awards gingen naar Pieter Bouwman (Toon) en George van Houts (Peer), naar vormgever Mat Wijn, samensteller Jan Vermaas en Pieter Verhoeff, die Bergeijk tenslotte nog op tv bracht.

de eend in Amsterdam, kort na Nieuwjaar
de eend op de Loire

Badeend

 In 1997 kwam bij Alaska een container met 29.000 felgekleurde speelgoedbeestjes - waaronder gele badeendjes, blauwe schildpadden en rode bevers - in zee terecht. Dit volgens de dichter K.Michel, die er het gedicht “Konvooi op drift' over schreef (in zijn bundel 'Waterstudies'). Michel las in The Times dat ze met een snelheid van zo'n acht kilometer per uur voortdobberden en berekende dat ze nog wel vijf jaar onderweg konden zijn voor ze op de Ierse en Britse stranden zouden landen. De oceanograaf Curtis Ebbesmeyer gebruikte de verongelukte dieren als testmateriaal voor een computermodel van oceaanstromingen. Nog steeds verzamelt hij meldingen uit de hele wereld.

 Maar nu. Kort na Nieuwjaar, dook deze reuzen badeend op in de nieuwe vijver tussen het Amsterdamse Station RAI en het Amstelpark. Hij blijkt een schepping van de kunstenaar Florentijn Hofman.Eenmaal trof ik hem leeggelopen aan. En dacht meteen aan gangsters die voor de lol op verkeersborden schieten of op snelheidsflitsers. Maar nee, z'n rits was stuk. De opblaasbare eend debuteerde vorig jaar in Frankrijk, in de monding van Loire. Hofman: 'De badeend kent geen grenzen, geen onderscheid in volken en is niet politiek geladen! De vriendelijk dobberende badeend heeft een helende functie en zal mondiale spanningen kunnen wegnemen en definiëren. De badeend is zacht, vriendelijk en voor jong en oud.' De afmetingen van de eend op de Loire waren: 26 x 20 x 32 meter.

 De Amsterdamse lijkt kleiner. PS. K.Michel schrijft me net: 'Ja die badeendjes... het verhaal is al vijftien jaar oud maar het blijft voortduren.' Dat is waar, het houdt niet op. En, zoals bij verhalen hoort, het verandert steeds. Zie de Engelse Wikipedia-versie.En dit knipsel, dat Michel bijsluit.

Tags: 
Van Winden en Nijenhuis
Kleinpolderplein, jaren '60

Diabolische Snelweg (2)

Vreemd, geanimeerd praten over - zeg gerust - de lustbeleving van het autorijden. Het zondige autorijden. Met twee Delftse ingenieurs die in oplosbaarheden denken. De brandstof, dat komt. De geluidshinder, zeker ook. Dus de afzichtelijke, kilometerslange 'Muur van Maarssen' staat er maar tijdelijk. De drukte?

Nijenhuis en Van Winden zijn ook estheten. Dat de poëtische kwaliteiten van auto en snelweg buiten boord raakten was ze een doorn in het oog. Kunst en technologie moeten weer samengaan als bij de futuristen, waar Autostrade kunstwerken waren. En Giacomo Balla (1871-1958) 'de snelheid' schilderde. In computerkunst worden kunst en techniek weer wel verzoend. Het kan.En ik denk aan de autopoëzie van Chuck Berry: 'No Money Down.' 'Nadine' of 'Jaguar and the Thunderbird.'Het ideaal is: de wereld verlaten. Waarheen? Niet speciaal ergens heen. De auto is vrijheid. 'In de snelheid zelf gaan,' noemt Nijenhuis dat. De auto montert op, verheft lichaam en geest. Onze hele wereld is toch gebouwd rond de auto? Autorijden zal weer zijn zoals God het bedoeld heeft.

Wim Nijenhuis en Wilfried van Winden
Beluister fragment
de droom: Rijksweg 4a bij Zoeterwoude in 1958
met Nijenhuis en Van Winden naar de A20, de meest 'hardcore' snelweg van Nederland (Noordzijde van de Rotterdamse ruit)

Diabolische Snelweg (1)

Een middag wezen rijden met de Delftse wegenbouwkennersWim Nijenhuis en Wilfried van Winden, schrijvers van 'De Diabolische Snelweg'.Terug naar het begin, naar de auto en de hooggestemde gedachte aan een weg, louter voor auto's. Buiten de steden om. De auto, dat droomvoertuig, waarin je vliegt, maar toch contact houdt met de aarde en het landschap.

Wat is autrijden eigenlijk? En in het verborgene nog steeds? De weg maakt je wereld oneindig groter, heeft een glamourous vorm die aansluit op die van de gestroomlijnde auto's. De lichamelijke sensatie - voel de schokbrekers - bij het verlaren van afrit. En dan de snelweg op en flink doortrekken. Amerikanen bedachten de landschappelijke Parkway's, in Europa ontstonden - al tijdens de Weimarrepubliek - de plannen voor de eerste Autobahnen waar Hitler later goede sier mee maakte. Goed terug te gaan naar die droom. Je ziet foto's van lege wegen, met alleen die ene auto. De jouwe - die je overal heen kan brengen.Het 'lonely car motive.'Zo leeg, die weg. Zelfs geen witte strepen, laat staan vangrails.Heel even weg van het zondige, vervuilende autorijden. Dat - wieweet - eindig zou kunnen zijn. Autorijden kan geruislozer en op de duur met andere, schonere brandstof, verwachten Nijenhuis en Van Winden. De geluidsschermen zijn iets tijdelijks. Is niet heel onze hele wereld geconstrueerd rond de auto? Maandag zijn ze te horen in De Avonden tijdens de rit die ik met ze maakte langs de 'Diabolische snelweg', de A20 voorbij het Kleinpolderplein. Morgen meer.

Pagina's