een vergeeld bundeltje.. Rilke? Heine? 

Liefde

Er waren van die meisje-jongenfoto's. Licht en schaduw vielen op die foto's altijd net zo dat je wel moest denken 'die twee'. Veel van wat ik in m'n schooltijd droomde kwam voort uit die zwartwit foto's.

Meestal waren ze gemaakt in Parijs, langs de Seine.
Toen ik dit tafereel vond in Bonn, in het Münster, de kloosteromgang naast de kerk, dacht ik daarom meteen 'liefde'. Terwijl de jongen toch wat afwerend ligt te luisteren naar het gedicht dat z'n meisje hem voorleest.
Of juist.
Het is heel wat om dan als jongen niet 'kom op' te roepen en die meid met haar boekje mee te tronen naar de rivieroever.

Daarom ook keek ze me denk ik triomfantelijk aan toen ze merkte dat ik deze foto maakte. En hij? Even later waren ze weg..
 

foto van de foto van het zijaanzicht, ach de verweerde verf.. 
vooraanzicht van het stadhuis in juni en juli..
de markt in Bonn..

Reuzenposter

In München signaleerde ik ze in 2008 al, de reuzenfoto's, de Riesenposter. Gevelgrote foto's van het gebouw dat er achter wordt gerestaureerd.

In Bonn, op de Markt, gaat de Riesenposter die voor de rococo-gevel van het oude stadhuis is opgehangen een stap verder.
De poster is een voorstelling geworden.
Opdrachtgever Deutsche Telekom 'unterstützt mit einem aussergewöhnlichen Blickfang die Renovierungsarbeiten am Bonner Rathaus'.
Dat gebeurt met wisselende voorstellingen, want 'het medium Riesenplakkat' wordt serieus genomen. Zo staat het plakkaat - twintig meter hoog - in juni en juli in het teken van het Wereldkampioenschap voetbal. Het bureau 'Tribal DDB' verzorgt ze.
Bij elkaar 1553 vierkante meter gevel zijn zo verkleed. Totaal gewicht tegen de 950 kilo.

Zie de kans die Amsterdam mist nu het paleis op de Dam gerestaureerd wordt.
Wat zou ik daar graag - bijvoorbeeld - een reuzenposter van het optreden van de Damschreeuwer in de menigte van 4 mei jl. zien.
 

Timm Ulrichs (1940), Im Sockel - vom Sockel (1981)  
Erwin Wurm (1954) - Mentales Blau, mit Doppelerektion (2008)

Sokkel (2)

De godheid of keizer, wat of wie letterlijk boven je gesteld is, moet zich ook ruimtelijk boven je verheffen. De vader verheft zich boven het kind, zoals de baas boven zijn hond. En dat gaat niet meer over. Onder-boven, hoog-laag, het is sterk.

Zo kwam de sokkel in de wereld, lijkt me.
Voor een kunstenaar moeilijk te verdragen. En dus wordt er getornd aan die hiërarchische ordening.    
Niet verbazend dat beelden agressie oproepen.
In de hal van het Haagse gymnasium waar ik op ging stond een gipsafgietsel van de Venus van Milo. De plaats waar haar bilspleet verdwijnt in de om haar lenden geslagen doek was een rituele plek voor het uitdrukken van je sigaret.

Als dus veel bijdragen aan de tentoonstelling 'Das Fundament der Kunst' ironiserend of grappig zijn is dat geen toeval. Er wringt iets, altijd.  
En de overwegingen houden niet op: waar bleven na 1945 de Hitler-standbeelden? Ze waren er niet. Waarom niet? En dan, hoe verging het de theatervernieuwers die in de jaren '60 het podium afschaften in naam van de democratisering?
 

Sokkel (1)

 Waar is een sokkel, een voetstuk goed voor? Waarom staan beelden op sokkels? Dat is de vraag die de tentoonstelling 'Das Fundament der Kunst' in het Arp-museum in Rolandseck stelt. Te zien zijn invallen van kunstenaars sinds Rodin, die als eerste zijn beelden sokkelloos op ooghoogte bracht.

 Daarna werd de sokkel vaak onderdeel van het beeld, zoals bij Giacometti, die immers zo'n moeite had met de proporties van z'n figuren. Hoe - op welke afstand, onder welke hoek - was zijn onderwerp 'gezien', dat was zijn grote vraag.
Soms verwisselen sokkel en figuur van rol - zoals bij Timm Ulrichs - of gaat de sokkel op de loop met het beeld.
Maar vaker is de raadselachtige verhevenheid van het beeld het onderwerp. Of, zoals Axel Lieber fijntjes laat zien, de sokkel maakt het beeld - en daarmee de beeldhouwer - pas goed onbeweeglijk. Later meer.  
 

het station en de toegang tot het museum.. dat er achter en boven ligt
in en op de berg..

Rolandseck

Als ik iets ontdek lijkt het of ik het altijd geweten heb.Zo vertrouwd was me vanmorgen de aanblik van het stationnetje van Rolandseck, bij Remagen aan de Rijn. Het is in 1855 geopend, toen de spoorweg van Keulen naar Bonn werd doorgetrokken tot hier. In wedijver met de toeristenstromen die al van omstreeks 1820 de Rijn afzakten in de eerste stoomschepen.

Het station werd meteen een trefpunt, je kon er eten en drinken, er werden concerten gegeven. En dat is nog zo. In 2007 werd bovendien - naar ontwerp van Richard Meier - een onderdoorgang gestoken naar de berg erachter, en daar – half in de rots, half er bovenop – is nu het Arp-museum.
Niet een huldigingsplaats voor Hans Arp, maar een volwassen moderne kunst-museum. Ik zag een overzicht van de schilderijen en plastieken van Karl Otto Götz (1914), een oude vriend van Arp, dat wel, maar als verfsmeerder en taster in materie zeldzaam. Je ziet hem op film: een stokoude naakte Duitser met een brilletje wentelt zich in verf, en klei, als een sumo-worstelaar. Weloverwogen.
En er is een grappige tentoonstelling over voetstukken, waarin Arp, maar ook Marinetti, Broodthaers en de jongste generaties het voetstuk-probleem tackelen.
Waarover later meer.
Ga naar Rolandseck, recht tegenover het veer naar Bad Honnef. De koffie is bovenin het station.   
 

de Rijn bij Bonn, vanmiddag..

Ongewis

Niet opzienbarend om naar Bonn am Rhein te reizen. Je bent er zo. Een doel had ik niet. Heb ik zelden. Meestal openbaart het doel van m’n reizen zich bij aankomst.

Verstrooid was ik bij het vertrek, meer dan anders. Ik blijk in dit kleine hotel inplaats van een tweepersoonskamer voor twee nachten geboekt te hebben: twee tweepersoonskamers voor één nacht, namelijk vanavond. De dikke meneer van het Eden hotel kijkt mij ontsteld aan. Morgenochtend moet dit geval aan de baas worden voorgelegd. 
En was dat maar alles. Intussen ontdekte ik dat ik het kabeltje waarmee ik m'n camera op de computer aansluit ben vergeten.  
Dit is een geleende foto. 
Waarbij komt dat ik hier in kamer 209 maar geen verbinding met Internet kan krijgen, zodat ik straks met de laptop weer naar beneden moet, naar de dikke meneer.

Waar ik nu ben, beneden in het doodstille hotelletje, aan de donkere Hofgarten, in Bonn. De meneer gaf me een ander wachtwoord en wees op het zendertje dat hier boven m’n hoofd zit. Drie groene lampjes en verbinding. Is dit normaal? Ben ik normaal? Morgen een kabelje kopen. 
 

Stelconplaten.. mooi....
aflevering

Beton (36)

Morgen bericht uit het ongewisse. Vandaag iets dat je een leven lang kunt zien zonder het op te merken. Stelconplaten. Ze liggen zo lang ik me herinner daar waar tijdelijkheid heerst.

Tijdelijkheid, een rekbaar begrip. Een Stelconplaat kan twintig of dertig jaar een pad plaveien, maar ook binnen twee weken weer verdwenen zijn.
Stelcon platen zijn mooi, vraag me niet waarom. Misschien om hun ijzeren randen, misschien om de sierlijkheid waarmee ze - schotsgewijs - wegzakken in de modder die ze vaak bedekken.

De platen zijn ongeveer vijftien centimeter dik en voorzien van een stalen 'hoeklijn' met de naam Stelcon. Ze meten meestal twee bij twee meter, maar er zijn varianten.
Aan herkenbaarheid ontbreekt het ze niet. Maar herkenbaarheid garandeert niets.

 

Paolo Veronese - Bathseba gaat in bad,
Bathseba's schoen en voet..

Voet

Dit schilderij van Paolo Veronese (1528-1588) zag ik in Lyon. En meteen kon ik mijn ogen niet afhouden van Bathseba’s voet en schoen.

Ze is bezig die schoen uit te trekken, ze gaat immers in bad, waarbij koning David haar zal bespieden, waaruit een zondige relatie voortvloeit en veel rampspoed.
De lichaamstaal die Veronese laat zien is veelduidig. Ogenschijnlijk is Bethseba in gesprek met de oudere heer naast haar, maar terzijde kijkt ze toch vooral naar ons, toeschouwers.
Wij zullen haar immers straks in bad bespieden.
Wij mannen zijn allen David.
Een aantrekkelijk idee, vindt ze, ze speelt verstrooid met haar tepel. Maar dat is bijzaak.
Belangrijker is de sandaal die ze bezig is uit te trekken. Waarom ze daarbij haar tenen kromt, ik weet het niet.
Veronese heeft heel haar verleiding samengevat in die voet en die schoen. 
 
 

Sarphatipark, Amsterdam, gisteren

Vuur

Een rondgang door het park maakte me duidelijk wat een barbecue eigenlijk is. Voor mannen een omslachtige manier om een vuurtje te stoken. Voor vrouwen een omslachtige manier om eten klaar te maken.

Dat verklaart de ronduit gemelijke stemming waarin het barbecuen bedreven wordt.
Mannen zouden liefst een fors houtvuur stoken.
Vrouwen geven de bereiding van het vlees niet graag uit handen.
Het duurt ook te lang, allemaal. Voor iedereen heeft komt de avondkoelte en wordt het gras nat.
Waarom doet men het dan?
Om met Gerard Reve te spreken 'het is het idee'.
 

nieuw Oud-Bussum, foto Wim Bloemendaal
'Pieckum' in aanbouw..

Lelystad (2)

De 'oudbouw' die ik signaleerde in Lelystad en de kop van Noord-Holland is voor Wim Bloemendaal al lang een bron van ergernis, waar hij meermalen over schreef op z'n altijd lezenswaarde blog. In Bussum, zijn woonplaats is op de plaats van de oude haven ook zo'n creatuur verschenen. De architecten komen - echtwaar - uit Berlijn. Ik citeer een - voor Wim zo karakteristieke - woede-uitbarsting:

'Ook in Bussum heeft de retrohype toegeslagen. Een aantal straten is geheel nieuw opgetrokken door een architect, die in zijn jeugd voortdurend geconfronteerd werd met Anton 
Pieckkalenders en -ansichtkaarten en zich nooit van deze edelkitsch los heeft kunnen maken.
Het is koekenbakkerstijl wat de klok slaat, maar het is nog lang niet gereed. Zo wordt het uit beton opgetrokken raadhuis inclusief klokkenstoel, zichtbaar op nevenstaande foto, afgebroken en vervangen door een windmolen, eveneens geïnspireerd op het werk van Anton Pieck. De naam Bussum zal worden gewijzigd in Pieckum.
Het pleintje waar nu de groene container staat gaat Galgenveld heten. Daar worden bij de opening van het complex de verantwoordelijke politici feestelijk opgehangen.'

Anton Pieck was de ontwerper van het pretpark De Efteling.


 

Pagina's