maandag 29 oktober 2007 - 21:59
Het Beierse koningshuis, de Wittelsbacher, heeft uitzonderlijke personages voortgebracht. Er zat ook veel krankzinnigheid in de familie. Maar de gek verklaarde en afgezette excentrieke kastelenbouwer Ludwig II (1845-1886) was niet krankzinnig, toont Wolfgang Müller overtuigend aan in zijn 'Wittelsbacher Schicksale'. Hij werd door zijn ministers, die hij wilde vervangen, uit de weg geruimd. Er bestond een bjzondere geestverwantschap tussen Ludwig en zijn acht jaar oudere, minstens zo ongelukkige nicht Elisabeth (bijgenaamd Sisi, het latere filmpersonage Sissi). De Oostenrijkse keizerin heeft vergeefs getracht Ludwig te laten ontkomen uit het slot aan de Starnberger See waar hij was vastgezet. Hij zou verdrinken in het meer.
Beiden logeerden ze vaak op het familieslot Possenhofen, maar zelden tegelijk. Alleen in 1867 troffen ze elkaar. Gelukkige dagen. Er was daar een bureau waarvan alleen zij tweeën de sleutel hadden. En daarin lieten ze gedichten voor elkaar achter. In hun code is Ludwig de Adelaar (de bergmens) en Sisi de Meeuw (omdat ze vaak aan de Noordzee logeerde, oa. in Nederland). Sisi dicht (in 1885) oa.:'Stumm flogen wir nebeneinanderVersunken in tiefer Ruh...Ein Schwarzer nur sang seine LiederIm kleinen Kahne dazu'Wie de zingende Neger is, die beneden het tweetal in een roeiboot meevaart is niet bekend. Ludwig (als Adelaar) antwoordt met onder meer deze strofen:'Der Möwe Gruss vom fernen StrandZu Adlers Horst den Weg wohl fandEr trug auf leisem Fittig-Schwung (vleugelslag)Der alten Zeit ErinnerungDa rosenduft umwehte BuchtenMöwe und Adler zugleich besuchten...'Voor wie wil weten wat de Romantiek was.