houten plooien in het Utrechtse Catharijneconvent
welsprekende plooien bij de meester van de Virgo inter Virgines, nu te zien bij de Vroege Hollanders in Boymans R'dam. (rond 1500).
midden, in groene jurk: Maria Magdalena, die het kruis omvat, op het achterhoofd gezien (neusje). MM draagt groen omdat ze

Plooien

Het tijdschrift Kunstschrift heeft een themanummer uitgebracht waar ik al heel lang naar uitzag. Al jaren kijk ik naar vrouwen geschilderd of in hout gesneden rond 1500. In die afbeeldingen is plooival essentieel, ook het ene voetje dat onder de rijkdom aan rokken uitsteekt.

In 2004 vroeg ik me in een stukje af wanneer 'Het grote plooienboek' eens zou verschijnen. Ik kreeg een brief van Janneke van Dijk uit Nijmegen. Het boek bestond, zij het dat het maar deels over plooien ging, het heette 'Seeing through clothes' en was geschreven door de Engelse Anne Hollander. Kleren zijn geen bijproduct of verlengstuk van het lichaam, zegt Hollander. Met kleren geef je jezelf vorm. Ze bepalen je zelfbeeld. En je beeld in de wereld. Niet een 'statement' maar een kunstvorm, open voor interpretatie net als kunst. Naakten, zegt ze, zijn altijd een afleiding van de geklede mens. Kijk maar. Het misverstand: het naakt is puur en eeuwig. Nee, het naakt is een vorm van kleding en even tijdgebonden. Kunst en kleding gingen eeuwenlang hand in hand, gelijkop. En hoe kleren bedoeld waren zie je vaak het best op een schilderij. Kleding in kunst is altijd overtuigender dan in het echt, in de modemusea. Carel van Mander (1604), aangehaald in Kunstschrift: 'Bladeren, haar, lucht en textiel dat is een en al geest en alleen de geest leert het voortbrengen.' ps. Later berichtte Janneke van Dijk dat Anne Hollander, ook een boek gepubliceerd heeft dat uitsluitend over plooien in de schilderkunst gaat. ‘Fabric of Vision: Dress and Drapery in Painting.’ (Londen, National Gallery, 2002).Dit boek, dat bij een door Hollander gemaakte tentoonstelling hoorde heb ik nog niet.

beneden
boven

Naar Den Bosch toe

Vanmiddag hield een hoogwerker op de Parade in Den Bosch lange tijd zijn bakje boven het zijschip van de Sint Jan. Beneden verzamelde zich een menigte. Het werd druk. Maar de kraandrijver las een tijdschrift en maakte geen aanstalten.Ik kreeg twee gestalten in het vizier. Levende standbeelden, een man en een vrouw, die het zichtbaar koud kregen daar in de hoogte.

Ik liep een blokje om, ze hingen er nog. Toen zakte het bakje langzaam. En ik begreep het spel: twee stenen beelden hadden zich losgemaakt van de kathedraal.De man bleek een metselaar, hij had een troffel bij zich. Maar het meisje? Wat ben ik toch traag van begrip. Dit moest wel Zoete Lieve Gerritje zijn.Thuis zocht ik haar op. De tekst zegt weinig, behalve dat er in Den Bosch brandewijn met suiker gedronken gaat worden. Wie Gerritje was en of ze ooit in ‘s-Hertogenbosch aankwam is niet bekend. Misschien maar goed, voor je 't weet was ze net zo'n alcoholische nymfomane als Kortjakje kortgeleden bleek te zijn. Gerritje heeft een standbeeld op de hoek van de Lepelstraat en de Korenbrugstraat, aan de Binnendieze.Ik vrees eigentijds brons, en ga niet kijken.

Palmpasen (2004)
moeder en kind (2002)

Gerrit Veenhuizen

Wat te denken van een schilder in wiens werk Palmpasen, het Paasvuur, de kinderstoel, imkers, kinderen en moeders steeds terugkeren. En dat niet alleen. Gerrit Veenhuizen (Almelo, 1925) schildert in een zelf bedachte beeldtaal, zo sterk vereenvoudigd dat alleen tekens en symbolen zijn overgebleven. Zijn hiëroglyfen zijn makkelijk ontcijferbaar, dat wel.Hij nodigt je uit hem te volgen

Momenteel in het Henriëtte Polak-museum in ZutphenVoor mij niet moeilijk. Ik woonde tot mijn negende jaar in het Oosten des lands en weet wat een Paasvuur en wat Palmpasen is. Er bestaan foto's waar ik met een versierde stok loop, waarop zo'n haantje van brood is gestoken. Erg mooi. En diep teleurstellend als na drie dagen bleek dat het haanbroodje keihard en oneetbaar was geworden. Gerrit Veenhuizen heeft zijn kindindrukken niet alleen weten te bewaren, hij heeft ze een onontkoombare vorm gegeven. Je kunt dan praten over Klee, over Morandi, of zelfs Mark Rothko. Maar ik denk liever 'een oude Egyptenaar in het Oosten des lands'.

en ook de huidplooien
wie berijdt op het schilderij de vliegende arend? het is Hebe, schenkster der goden, die ook met de adelaar van Zeus mag spelen. 
alle kruikenleeggietsters zijn familie van haar.
of op een marmeren matras

Beelden

De verdrietige bronzen beelden die de laatste jaren in Nederlandse stads en dorpskernen opdoemen - klunzige zakkendragers, scheepsjongens, turfstekers, als het maar regionaal is - roepen een groot verlangen op naar werkelijke lichamen, liefst in marmer.

In het Museé des Beaux Arts (1892) van Lille hebben ze niet alleen een van de mooiste 19de eeuwse beeldenverzamelingen van Frankrijk, ze durven ze ook te laten zien. In de beeldengalerij staan er nu opeens 135. Opgediept uit de depots, na een 'slaap' van 50 jaar. Van het classicisme van na 1800 tot de sensualiteit en het symbolisme van het begin van de twintigste eeuw. Van Houdon (1741-1828) tot Bourdelle (1861-1929).En toen? Toen hield het op. Het werk van generaties geschoolde beeldhouwers, getraind in harde competitie, verdween naar de kelders.

Renie Spoelstra
Recreatiegebied

Renie Spoelstra (1)

 Is een van de zeven die in het Stedelijk Museum in Schiedam exposeren onder de kop 'Verloren paradijs'. Renie (Drachten, 1974), maakt uit foto's en video-stills van stukken Nederlands bos en recreatiegebieden tekeningen in houtskool op groot formaat. Ze heten ook 'Recreatiegebied' en zijn genummerd. Niet 'natuur', niet 'landschap', nee 'recreatiegebied'.

 De reserve, het voorbehoud is onmiskenbaar. Weerkerende elementen: de open plek, de bosrand. Een opvallend kleine schaal. Struikgewas, jonge boompjes, brandnetels, wat stuifzand. Waar is de mens? Dat is de toeschouwer, zegt ze.Wat je te zien krijgt zijn 'innerlijke landschappen'. Plaatsen van inkeer, hoe moet je het zeggen. Haar gereformeerde opvoeding is er niet vreemd aan, zegt ze in de catalogus: 'Een erg zwartgallige kijk op het leven.' Goed kan elk moment omslaan in kwaad. Die dreiging zit in de tekeningen. We staan voor een groot formaat, zwart-wit. Je kunt er zo in binnenstappen. Maandag na 21.00 is ze te horen in de Avonden.

Tags: 
Renie Spoelstra
Beluister fragment
Lille 3
Lille 2
Lille 1

Menigte

Klassieke groepen op de foto zijn het voetbalelftal, de schoolklas. Eerder had je in de kunst het schuttersstukDemonstraties van samenhang, verbondenheid. Maar nu. Een camera, losgelaten in een drukke straat, op zaterdagmiddag in het winkelgebied van het Noord-Franse Lille. Groepen mensen. Overstekende voetgangers, winkelend publiek, wandelaars.

Zijn dit wel groepen? Er is weinig samenhang. Op het eerste gezicht hebben ze niet meer gemeen dan hun aanwezigheid op zaterdagmiddag in het centrum van Lille.Men houdt afstand, kijkt uit ooghoeken naar elkaar, passeert. Maakt de aanwezigheid luidop kenbaar of gaat stilletjes zijn weg.Aan de kleren kun je zien hoe ze over zichzelf denken. Hoe ze denken dat anderen ze zien. Wat ze het meest bindt is het beeld van de camera. Daar vormen ze configuraties, vullen het beeld met steeds wisselende patronen, en zijn onderdeel van een voorstelling, genaamd 'Lille op zaterdagmiddag'. Ziehier de menigte.ps. Twee keer vergroten kan. Eerst klikken, dan nogeens op het kruisje rechts onderin en hij is full-screen..

Eugène Dodeigne in Bondues
gestalten

Dodeigne (2)

In 2002 leerde ik zijn werk kennen bij Beelden aan Zee in Scheveningen. De gestalten van Dodeigne zijn met vaste hand in steen gehouwen of gemodelleerd in klei of was. Ze bevatten geen twijfel.

 Zo ziet de rug van een zittende man eruit, zo hurkt hij en dat is knielen. Als je het zo vertelt lijkt Dodeigne een realist. Wat hij maakt is onmiddellijk herkenbaar. Tegelijk blijven zijn beelden brokken blauwe hardsteen uit Soignies. De boorgaten zitten er soms nog in. Minder kun je aan een brok steen uit de groeve bijna niet doen. Toch staan ze er. Trefzekere gestalten, niet alleen enkelingen, ook paren in omhelzing en groepen zoals de vijf die eruit zien als nonnen, op enige afstand van elkaar, schichtig bewegend op een dorpsplein. Je realiseert je hoezeer je afgericht bent op het zien en herkennen van gestalten. Wie komt daar aan? Vriend of vijand?

drie gestalten in Lille 1
drie gestalten in Lille 2

Dodeigne (1)

De lente was in Lille. Daar, tegenover het Museum voor Schone Kunsten staat 'een drietal'. Figuren temidden van fonteinen. Werk van de Waalse beeldhouwer Eugène Dodeigne (1923). Dodeigne doet in gestalten.

 Wat is een gestalte? Er kleeft iets onvatbaars aan het woord. De gestalte lijkt verwant aan het dodenmasker, bezield zonder te leven, zich ophoudend tussen leven en dood. Zoals het verwante 'gedaante' komt van doen, zo komt 'gestalte' van stellen. In beide gevallen gaat het om iets dat eens werd neergezet of tot stand gebracht en er nog steeds is. Er heerst over gestalten onzekerheid, dat is hun aard. Het voelt bijna als heiligschennis de beelden van Dodeigne zomaar te kunnen aanraken, zoals ik in 2002 kon doen in Scheveningen, waar hij exposeerde. Dit wat de tijd aangaat. In de ruimte wordt een gestalte gezien van enige afstand, en krijgt iets ontastbaars. Daarom is het goed dat in Lille fonteinen rondom ze staan. Ik moet een afspraak zien te maken, ik wil naar Dodeignes werkplaats in Bondues (dat ligt tien kilometer ten Noorden van Lille).

in Hasselt

Zebrakunst (2)

Roel Idema uit Maastricht bericht over meer Zebrakunst::

In Hasselt (België) heeft (in december 2007) een aantal kunstenaars de gelegenheid gekregen zebra's "een eigen draai" te geven. Hier een foto één van die oversteekplaatsen. De begeleidende website is nog actief.

Ordrupgaard bij Kopenhagen
Haarlemmermeer

Straatstreep

 De 'zebrapoging' van Sarah van Sonsbeeck zette Gijsbert van der Wal op het spoor van plaveiselbeschilderingen. Deze opname maakte hij in Denemarken.

 En ik dacht ik aan Carel Bergsma, de garagehouder. Carel vertelde hoe hij na een paar weken vakantie in Ivoorkust echt helemaal tot rust was gekomen. 'Ze hebben daar geen klokken,' zei hij oa.. Terug op Schiphol zou hij met de auto naar huis rijden.Maar Nederlandse wegen kwamen hem na de stoffige karresporen van Afrika opeens zo vreemd voor. Hij raakte helemaal in de war van de enorme pijlen en strepen op het Hollandse wegdek, die allemaal wilden dat hij die en die kant op ging. Hij kreeg het benauwd.

Pagina's