Wat te denken van een schilder in wiens werk Palmpasen, het Paasvuur, de kinderstoel, imkers, kinderen en moeders steeds terugkeren. En dat niet alleen. Gerrit Veenhuizen (Almelo, 1925) schildert in een zelf bedachte beeldtaal, zo sterk vereenvoudigd dat alleen tekens en symbolen zijn overgebleven. Zijn hiëroglyfen zijn makkelijk ontcijferbaar, dat wel.Hij nodigt je uit hem te volgen
Momenteel in het Henriëtte Polak-museum in ZutphenVoor mij niet moeilijk. Ik woonde tot mijn negende jaar in het Oosten des lands en weet wat een Paasvuur en wat Palmpasen is. Er bestaan foto's waar ik met een versierde stok loop, waarop zo'n haantje van brood is gestoken. Erg mooi. En diep teleurstellend als na drie dagen bleek dat het haanbroodje keihard en oneetbaar was geworden. Gerrit Veenhuizen heeft zijn kindindrukken niet alleen weten te bewaren, hij heeft ze een onontkoombare vorm gegeven. Je kunt dan praten over Klee, over Morandi, of zelfs Mark Rothko. Maar ik denk liever 'een oude Egyptenaar in het Oosten des lands'.