Ze hebben het immers erg druk met mogelijke huwelijken, kleren en vooral eten. Ernstige zaken als de jacht en bruidsmeisjes. Overwegingen betreffende gastenlijsten. Wie nodig je uit, wie niet.
Ik geniet van de manier waarop gesproken wordt over wie er niet bij is als 'poor', wat niets met armoede te maken heeft want op de twee landgoederen in de boeken is iedereen rijk - maar met 'beklagenswaardig'. Ieder ander dan spreekster is beklagenswaardig, dat is de toon.
Het waren zes zusjes. Een meisje Mitford dronk thee met Hitler. Nancy was de schrijfster. Haar familiegeschiedenissen zijn weer te krijgen in Penguin en ik lees ze.
Die upper class leeft voort in televisieseries zonder eind.
Het is alles een kwestie van stijl, van de juiste woordkeus.
In Downton Abbey gebeurt dat trouwens heel verkeerd, zoals Sarah Hart pas nog tegen me verzuchtte onder een kopje thee. Daar vallen dingen voor die absoluut niet kunnen. Zoals eigentijds gepraat over gevoelens.
IK lees nu Nancy Mitford's in 'Love in a Cold Climate'. Het commentaar op Linda Alconleighs voorgenomen huwelijk met een bankierszoon:
'Poor Alconleighs, 'she went on, in tones of deep satisfaction. 'No wonder they don't like it! What a silly girl, well, she always has been in my opinion. No place. Rich, of course but banker's money (...).'
In mijn hoofd begin ik mee te praten.