George Orwell ging na de oorlog op het afgelegen Schotse eilandje Jura wonen. Hij had tbc en moest in zijn eigen levensonderhoud voorzien als een kleine boer. In zijn altijd zeer precieze dagboeken noteert hij gezaaide groenten, voorraden en wat al niet. Plus dagelijks altijd het aantal gelegde eieren. Maar ook zijn gezondheid.
Precisie kan ons kan redden, dat lijkt zijn overtuiging. En dus houdt hij nauwkeurig de petroleumvoorraad bij, wat er in zijn visnetten zwemt en of het goed zaaiweer is. Wat hij niet opeet verkoopt hij. Het is schrale grond die hij bewerkt.
Zo wordt Voltaires Il faut cultiver son jardin een levensnoodzaak.
Orwell schrijft op 12.9.1947: 'Een groot deel van de dag regen. Harde wind tot de avond, voornamelijk uit het zuiden. Zee ruw. Kippenmest verspreid over de plek voor de nieuwe zwarte bessen. Moest stokken zetten bij sommige frambozen die bij de wortels begonnen los te raken. NB: volgend jaar draden spannen. 9 eieren.'
Toenemend is hij soms te ziek om in de tuin te werken. Zijn zus Avril woont in en helpt. Op 19 april 1948, na zeven maanden in het ziekenhuis - de behandeling wordt dag na dag bijgehouden - keert hij terug naar Jura.
Daar werkt hij verder aan '1984', dat hij in december 1948 voltooit. Wat nog volgt in de dagboeken is vaak over de vergeefse - en dure - behandeling van zijn ziekte. Maar er blijven zorgen over de tuin en de kippen:
'Zal de komende tijd niet veel in de tuin kunnen doen, behalve wat lichte klussen als snoeien.' Als hij even terugkeert na een ziekenhuisverblijf zit hij weer vol plannen en maakt lijstjes want 'veel gereedschap is kwijt. Bestellen: hoezen en verdampers voor Tilly lampen, hamer, leertjes (voor kranen), stop voor de wastafel en lampenglazen. Op 21 januari 1950 sterft hij in Londen.
Hoeveel eieren vandaag. Een houvast door de jaren heen. Voor Privédomein vertaald, gekozen en toegelicht door Nelleke van Maaren.