Boekenweek

Meestal lees ik er een stuk of vijf tegelijk. Nu ja lezen, er zijn bladerboeken bij, hoge concentratieteksten - waar ik in verstrikt raak en dan overspring naar losse flodders (Multatuli's Millioenenstudien) en herlees.

Nu blader ik 'Waarom mannen vrouwen met hun lichaam zeggen wat ze eigenlijk niet willen vertellen' van Allan en Barbara Pease, Amerikaanse psychologen. Wat ik leer is dat je wat er in staat - hoe waar en nuttig ook - onmiddellijk vergeet. 
Over 'pluisjesplukken'. Wie in gezelschap denkbeeldige pluisjes van z'n kleren plukt maakt een 'vervangend gebaar' dat zegt dat ie het niet eens is met de gang van zaken.
Maar ik weet nu dat ik pluisjesplukken de eerstkomende keer niet zal opmerken.
Wat niet betekent dat ik er geen rekening mee zal houden. 't Gaat buitenom. Lichamen verstaan mekaar zonder lezen.  
 

Red rabbit 4
Hendrik Kerstens in z'n atelier

Hendrik Kerstens (4)

Bij Hendrik Kerstens thuis. En toch een schok als het meisje dat m'n jas aanneemt en ophangt en me daarna tot twee keer toe een kopje thee aanreikt het zelfde gezicht heeft als de vrouw met de raadselachtige blikken op de foto's. De vrouw die nu eens in de vijftiende eeuw lijkt te leven dan weer in de zestiende, wandelt op haar gemakje ook door de eenentwintigste. Zijn dochter Paula.

Kerstens vertelt hoe hij zijn stijl van fotograferen zelf uitvond en toen van anderen hoorde dat hij eigenlijk in een grote traditie werkte. Die van grof gezegd 'de Vlaamse primitieven'.
'Het zit kennelijk in m'n DNA.'
Hij relativeert mijn prijzende woorden over zijn klassiek geworden 'meisje met het plastic zakje' door uit te leggen dat ook de oude Vlamingen al met alledaags materiaal uit hun omgeving werkten. Hadden ze Jeruzalem niet bij de hand, dan werd Brugge de achtergrond van een Bijbelse voorstelling.
Alles dicht bij huis. Zo ook het haarnetje dat Paula draagt in 'White rabbit 4', het komt van de Hema.
 

Hendrik Kerstens
Beluister fragment
nu oa. te zien: The functionaries (2009) bij Aschenbach en Hofland, Bilderdijkstraat 165 A'dam

Michael Kirkham (2)

In de catalogus bij de Haagse Kirkham-tentoonstelling van 2007 staat een zelfinterview van de artiest onder de kop 'Het desintegrerend Utopia'.Hij vertelt zichzelf dat ie niet van voorbeeld of model werkt, maar louter uit het hoofd put.

Zo komt hij tot zijn figuren 'die doen alsof ze mensen zijn'.
Maar wel sensueel en tactiel. Kijken gaat bij Kirkham niet zonder tastzin.
'Kijken zonder aanraken is zinloos..'.
Werkt hij om te choqueren?
'Ik probeer mezelf te choqueren. Ik verwacht het niet van iemand anders. Maar, er is altijd een spanning tussen mij, het schilderij en de toeschouwer. Als het alleen maar pornografisch was gebeurde dat niet. Er ontstaat een intimiteit die je niet hebt bij porno.'
Hij kan zich niet voorstellen dat iemand zou masturberen bij zijn werk. Te pijnlijk. Te melancholiek. 

Morgenochtend tegen 11.45 een verslagje in de Weekendbijlage van fe Avonden
 

Paula
Petrus Christus (1470)

Hendrik Kerstens (3)

Wat was er eerder? Het idee zijn dochter Paula zo af te beelden of de ontdekking dat hij in een eeuwenoude traditie van portretteren werkte?Ik wil deze vraag aan Hendrik Kerstens stellen omdat ik me afvraag hoe de stijl van portretteren van de Nederlanden is ontstaan en al die tijd is blijven leven.

Vasari, de schilder-schrijver onderscheidde in de 16de eeuw al de 'maniera Fiammingha' versus de klassieke.
Jan van Eijk en Rogier van der Weijden maakten ruim voor 1500 al portretten waaruit de identiteit van een individu sprak. Net zoals de Paula-portretten van Kerstens dat nu doen: ernstig, soms zelfs wat bits, niet bekoorlijk of lieflijk.
De afgebeelden komen doorgaans uit het donker naar voren. Alleen, om ze heen is weinig verhalends.
Een favoriet van Kerstens is niet voor niks het meisjesportret van Petrus Christus in Berlijn (1470).

Wat Kerstens onderscheidt van zijn verre voorgangers is zijn waagstuk met de textuur van de hoofddeksels die hij gebruikt. Goedkope materialen als badstof of plastic, waar je gewoonlijk overheen kijkt, zie je nu opeens vlak naast de gezichtshuid.
 

Couple at home (2009) - uit het Scheringa museum (!)

Michael Kirkham

Vanmiddag bij Aschenbach & Hofland het nieuwste werk van de Engelse schilder Michael Kirkham. Ik volg hem al een jaar of vijf, sinds ik zijn 'Woman in the living room' (2004) - het van god en iedereen verlaten meisje op de skai bank - zag in het Haagse Gemeentemuseum. Drie jaar geleden volgde daar een grote expositie.

Wat spreekt me er zo in aan? Als ik dat nu eens wist. Het zou tijd worden want zaterdag moet ik er in de weekendbijlage van de Avonden iets van zeggen.
Of zou het juist een kenmerk van het ware zijn dat je er je vinger niet op kunt leggen. Zodat het raadsel bewaard blijft en je steeds weer terug moet.
Kirkham is bestempeld als pornograaf, of juist als een moralist. Zijn antwoord luidt dat hij moralisme vervelend vindt en dat pornografie al overal te vinden is, die hoeft hij niet te schilderen.
Als je met je neus op z'n doeken staat zie je dat het hem vooral om schilderen gaat. Stofuitdrukking die alles zegt, zelden zoveel smerige plastics gezien, zoveel goedkope kunststoffen, tot de make-up en haren van zijn figuren toe. Hij is een meester in glimmertjes op skai. Of huid, want zijn figuren maken deel uit van z'n interieurs.
Maar dan? Later meer.     
 

Tags: 

Hendrik Kerstens (2)

Als het er op aan komt verlang ik van fotografie mensen. Gezichten, gestalten die een foto meeneemt door de tijd. Gebouwen zijn een goede tweede, maar toch, net als in de schilderkunst zoek ik altijd de raadselachtige ander. Donderdag kan ik met Hendrik Kerstens praten, de fotograaf wiens werk vooral bestaat uit foto's van zijn nu tweeëntwintigjarige dochter Paula. Nog steeds te zien in het Haags fotomuseum (naast het GEM) bij de expositie van het fotobezit van de Leidse Universiteit.

Die foto's zijn naar het schijnt geleidelijk mede het werk geworden van zijn vrouw Anneke, die visagiste is en van Paula zelf. Hoe dat in zijn werk gaat kan ik nu vragen. Kerstens spreekt in het fotoboek ter gelegenheid van deze tentoonstelling van 'het elimineren van steeds meer verbeeldings- of stijlelementen om tot een kern te komen'.
En dat lukt. Zo zelfs dat je op je kop krabt en denkt: 'zie ik werkelijk alleen maar een meisje in een zwarte coltrui met een plastic boodschappenzakje op haar hoofd?' 
Daarbij stilletjes aanvullend 'en niet een dame aan het hof van Karel de Stoute?' 
Hoe Kerstens de tijd bedwingt met een afgewikkeld stuk wcrol of een blauw-wit keukenhanddoekje... En dat temidden van de gesmade hoofddoekjes... 

 

 

Greonterp

Willem van Albada werd in het jaar 1964 de vriend van Van het Reve, een wat verlegen student in de medicijnen. Niet lang daarna verhuisden ze naar Friesland. Over die periode gaat het fotoboek 'Huize het Gras, met Gerard Kornelis van het Reve in Greonterp'. Het staat op naam van 'Teigetje & Woelrat', maar de tekst is denk ik vooral van Willem van Albada. Een gave tekst.

Gerard vond rust in Friesland na zijn vertrek uit de 'orgelstad'. Een briefcitaat: 'Ik heb nog nergens zoon landschap gezien, ik bedoel zo ontroerend. Ik denk dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde er zo uit zullen zien, bij wederkomst van hem die alle dingen nieuw zal maken, althans dat heeft hij gezegd.'
Een vleug alcoholische hysterie, maar oprecht is het. Op de foto staat Reve een muur te cementeren op wat restte van de keukenstoel van zijn moeder (zegt het bijschrift), de stoel waarvan hij eens droomde. Hij draagt een militaire officierspet, wat me doet denken aan de versleten groene broek die hij steeds droeg in de tijd dat we De Avonden opnamen. Voor zijn gevoel was dat een soldatenbroek, daar hechtte hij aan. Ik had het hart niet te zeggen 'Gerard dat is toch geen militaire broek, schei toch uit.'
Zoals zo vaak bij hem, het was het idee. Het boek geeft een schat aan ontroerende details, oa. over Gerards pogingen te vermageren.
'Ik heb bij de slager long gekocht. Het kost haast niets en je kunt het tot kalorieloos gehakt malen. (Het smaakt goed, maar bevat geen voedsel, terwijl het heerlijk vult, want het verteert vrijwel niet.)' Met Hanny Michaelis, die vaak komt logeren, verschilt hij vaak heftig van mening over zulke zaken.  

Hélène Gelèns (2)

 Nu 'zet af en zweef', haar tweede bundel, er is begrijp ik de titel van de eerste ('niet beginnen bij het hoofd', 2006) pas goed.Vanavond na 21.00 is het gesprek te horen dat ik opnam op haar Amsterdamse zolder. Er staat daar een piano. En ja, ze doet aan 'rennen'.

 Lichaam en geest, daar hadden we het over, klank en ritme, en het dilemma van hollen of stilstaan.
Het openingsgedicht heet 'HALT'. De schijn van comfortabele stilstand wordt aangevat..
We verplaatsen ons naar een bijzondere avond, het heeft kennelijk gesneeuwd. De hoofdpersoon fietst - na bier op een nuchtere maag - naar huis en treft:

 mijn stad ineens fluisterzacht wit en leeg
het wit te kniehoog te tover om te fietsen
in de verte de lamplichte ramen van mijn huis 

In het zicht van dat huis komt de overweging: 'Je kunt wel stoppen en je thuis wanen maar waartoe''. En wat verderop volgt de slotsom: 'De hel is een stilgezet hier'. 

Wim Brands en Nop Maas gisteravond in Pulchri

Huwelijk

Binnenkort verschijnt het tweede deel van de biografie van Gerard Reve door Nop Maas. Hij werd daarover in het Haagse Pulchri Studio ondervraagd door Wim Brands, tijdens het zg. Voorwoord-festival van Crossing Border.

Nop vertelde oa. het verhaal achter het zg. 'huwelijk' van  Gerard en Teigetje (Willem van Albada) zoals op televisie te zien in de Amsterdamse H.Hartkerk in 1969.
Gerard en Willem komen daar wel hand in hand aangelopen door het middenpad, maar dat had een andere reden: Willem was ijdel en wilde niet met bril op de televisie. Maar toen kon ie niks zien, zodat Gerard hem aan de hand moest geleiden.
 

Amateurs (2)

Amateurs zijn overal in de media. Ze zingen vals of geven hun mening over dingen waar ze geen verstand van hebben. Is dat bezwaarlijk? Niet echt, denk ik na lezing van 'De waarde van de amateur’ van Jorinde Seijdel,

Ze signaleert een reeks onuitgesproken regels van het mediaspel. Zo heb jij bij Idols toch altijd een jury, die met ontzag behandeld wordt, en wanner in de formule van Pauw & Witteman een sporter of musicalster naast een minister zit dan mag die wel wat zeggen - of zelfs uitpakken, zoals Ali B. tegen Balkenende - maar de rolverdeling ligt vast: de minister heeft het laatste woord, een afspraak die de presentatoren bewaken. 
Ook bij Idols krijgt de jury het laatste woord.
Maar de mediacultuur zou slecht buiten amateurs kunnen.
Ze zijn goedkope acteurs, publiekslievelingen en vertolkers van ieders droom.
Als het soms lijkt dat iedereen alles kan, en overal verstand van heeft dan lijkt dat inderdaad maar zo.
Men doet graag alsof. In ieders belang.  

Pagina's