Hélène Gelèns en het licht

 Applaus vanuit het donker heet haar nieuwe bundel. Wat moet beduiden dat er iemand in het licht staat.

 Meteen in het openingsgedicht zegt de hoofdpersoon 'alles is ijdelheid'. En dan wordt er geschrapt. Misschien wordt wel alles geschrapt. Maar ai, zou dat schrappen juist niet het toppunt van ijdelheid zijn?

 Het is sluitingstijd, want zo heet het gedicht. En het applaus vanuit het donker wordt gevolgd door 'pluis of niet pluis.'

 De bundel eindigt met de cyclus 'Vanuit het donker'. Waarin het woordje ganglicht naar me opspringt als een hondje, dat voortaan wat mij betreft bij Hélène zal horen. Iedere schrijver zijn woord.

 Iedere schrijver zijn licht. Reve het aanfloepen van de straatlantaarns. Letters onder een schemerlamp, dat is Willem Brakman. En in de schemering voetballen op straat tot je de bal niet meer kunt zien. Wie?

 En dan het ganglicht bij Hélène Gelèns: 

'hela verleden licht! hela tegenwoordig licht! hela verloren licht! vergeten licht verleden bureaulamplicht koelkastlicht ganglicht tegenwoordig neonlicht hemelgloed strooilicht heel wat vergeten licht maar geen lichtvergetelheid

(...)'

Hélène Gelèns (2)

 Nu 'zet af en zweef', haar tweede bundel, er is begrijp ik de titel van de eerste ('niet beginnen bij het hoofd', 2006) pas goed.Vanavond na 21.00 is het gesprek te horen dat ik opnam op haar Amsterdamse zolder. Er staat daar een piano. En ja, ze doet aan 'rennen'.

 Lichaam en geest, daar hadden we het over, klank en ritme, en het dilemma van hollen of stilstaan.
Het openingsgedicht heet 'HALT'. De schijn van comfortabele stilstand wordt aangevat..
We verplaatsen ons naar een bijzondere avond, het heeft kennelijk gesneeuwd. De hoofdpersoon fietst - na bier op een nuchtere maag - naar huis en treft:

 mijn stad ineens fluisterzacht wit en leeg
het wit te kniehoog te tover om te fietsen
in de verte de lamplichte ramen van mijn huis 

In het zicht van dat huis komt de overweging: 'Je kunt wel stoppen en je thuis wanen maar waartoe''. En wat verderop volgt de slotsom: 'De hel is een stilgezet hier'. 

Hélène Gelèns (1)

Je schrijft altijd - tot je verbazing - iets anders dan wat je schrijft. Anders zou het ook snel vervelen. Het begint met gedachten, en terwijl die tot zinnen op het scherm worden overkomt ze iets. En dat is maar goed ook.Ik lees de nieuwe - tweede - bundel van Hélène Gelèns - 'zet af en zweef''.

En denk aan het rennen van kinderen. Je bent een jaar of acht en je rent van huis naar school. Je rent de hele dag.
Je rent de wereld tevoorschijn. De wereld rent jou tevoorschijn. Je ben één met de wereld, in de beweging.
Er staat:

'niet wij rennen
het park rent'

Zou ze hardlopen? Ik zal het haar vragen.
Eentje heet 'de afzet voor het zweven':

'neem uit ongeremd rennen één stap
uit de stap de afzet voor het zweven
bevries in dat moment...'

Ik zie haar in de lucht blijven hangen, als Popeye, malende benen boven de afgrond... gevangen in de eindeloosheid voor de val.
Ze schrijft er bij: 'wen'.
Eraan wennen. Heus, dat kan.

L.H.Wiener, fuut of mens?
Hélène Gelèns: ''Jullie zijn dood''
Wim de Bie doet Meneer Foppe

Voorlaatste Music-Hall

Het verhaal 'Moederziel' van L.H.Wiener gaat over het verschil in opvoedkundige methoden tussen vogels (futen) en mensen. De mensmoeder komt er niet best af. Het mooiste moment is dat waarop de schrijver, die aanziet hoe een moederfuut weigert haar krijsende jong nog langer te voeren, medelijden krijgt en overweegt een onsje spiering te gaan halen.

En kijk/luister nog even naar Bieslog en Music-Hall voor een nieuwe Meneer Foppe belevenis. Meneer Foppe, een Nederlandse Soldaat Schwejk, een Nederlandse Oblomow. Iets voor de volgende generatie Neerlandici.