Hélène Gelèns en het licht

 Applaus vanuit het donker heet haar nieuwe bundel. Wat moet beduiden dat er iemand in het licht staat.

 Meteen in het openingsgedicht zegt de hoofdpersoon 'alles is ijdelheid'. En dan wordt er geschrapt. Misschien wordt wel alles geschrapt. Maar ai, zou dat schrappen juist niet het toppunt van ijdelheid zijn?

 Het is sluitingstijd, want zo heet het gedicht. En het applaus vanuit het donker wordt gevolgd door 'pluis of niet pluis.'

 De bundel eindigt met de cyclus 'Vanuit het donker'. Waarin het woordje ganglicht naar me opspringt als een hondje, dat voortaan wat mij betreft bij Hélène zal horen. Iedere schrijver zijn woord.

 Iedere schrijver zijn licht. Reve het aanfloepen van de straatlantaarns. Letters onder een schemerlamp, dat is Willem Brakman. En in de schemering voetballen op straat tot je de bal niet meer kunt zien. Wie?

 En dan het ganglicht bij Hélène Gelèns: 

'hela verleden licht! hela tegenwoordig licht! hela verloren licht! vergeten licht verleden bureaulamplicht koelkastlicht ganglicht tegenwoordig neonlicht hemelgloed strooilicht heel wat vergeten licht maar geen lichtvergetelheid

(...)'