het mannetje in de staande klok veegt schoon...
..en tekent een nieuwe wijzerstand.. steeds

Maarten Baas (1)

Vanmiddag 't Zuiderzeemuseum in Enkhuizen voor de klokken van Maarten Baas. Baas is klokgek. En als je zijn films gezien hebt denk je wie niet? Wij met z'n allen zijn klokgek. Dat je een etmaal volgens een Babylonisch stelsel indeelt in 24 uren best, maar om die dan weer te splitsen in minuten en seconden? En om vervolgens je ziel en zaligheid op te hangen aan kleine verschillen daarin?

Maarten Baas heeft een staande klok gebouwd waarin duidelijk zichtbaar, achter een bewasemde ruit, een mannetje zit. Een mannetje, net als in de radio.
Het mannetje tekent de wijzers van de klok. Steeds weer. Steeds veegt hij de ruit van de staande klok schoon en tekent ze dan in volgende stand, die van vijf minuten later.
Je ziet het hem doen. Precies op tijd!
Maar wie is hij? 

Zaterdag tegen kwart voor twaalf  in de weekendbijlage van De Avonden meer.
 

Tags: 
webcam (2)
webcam (1)

Mannen

Wim de Bie bekeek in oktober deze webcam en noteerde: ‘De Vissersvrouw van Scheveningen kijkt uit over zee in de hoop dat de mannen zullen terugkeren.’

Gisteren keek hij weer, en zie:

Allawi, een 'seculiere' sjiiet, naar men zegt (maar wat betekent dat?)

Arnon in Irak

Vanavond trof ik Arnon Grunberg in Bagdad. Net gearriveerd vanuit Kirkuk. Per auto, voor het eerst. Dat is te doen. Zeker in het Koerdische Noorden gloort al toerisme.

Op tijd ook, want eind van de week komt de uitslag van de verkiezingen. Tussentijds vandaag het bericht dat de 'seculiere' sjiiet Allawi op kop gaat met 10.000 stemmen meer van de 12 miljoen.
De uitslag - en de hoeveelheid geweld die ermee gepaard gaat - bepaalt ook of de Amerikanen Irak met goed fatsoen kunnen verlaten, in augustus as. zoals gepland.
Arnon als verslaggever. Vanaf 29 maart schrijft hij dagelijks op de voorpagina van de Volkskrant. Op de vraag of hij daar zijn internationale verslaggeving kan voortzetten kwam een bevestigend antwoord. In een wat kortere vorm, maar ja. 
 

De Avonden (ma) 22 maart uur 3
Beluister fragment
De Pijp, de Ceintuurbaan (nu)
De Pijp, Gerard Doustraat (toen)

Alkoof (3)

Mensen vereenzelvigen zich met de plaats waar ze - vaak tamelijk toevallig - terecht zijn gekomen en wonen . Wie er aan komt riskeert oorlogen. 'My home is my castle.'

Het heeft een haartje gescheeld of van het oude Amsterdam was weinig overgebleven. Woontorens in de Kinkerbuurt, een binnenstad vol kantoren en een dicht metronet waarvoor veel gesloopt zou zijn. Het schrikbeeld: een binnenstad overdag vol auto's, s avond ontvolkt. 
'Amsterdam op de helling' heet het eerste boek over de strijd om stadsvernieuwing. Eigenlijk al sinds 1866, toen voor het eerst werd gebouwd buiten de oude omwalling. Het begon met de 19de eeuwse wijken, De Pijp, de Dapperbuurt, de Kinkerbuurt. 'Revolutiebouw', vaak door speculanten.
'In z'n geheel slopen,' werd de Amsterdammers in de jaren '60 en '70 voorgehouden door PvdA-wethouders als Joop Den Uyl, Han Lammers en Roel de Wit. Zij wisten wat goed was voor de mensen: licht en lucht. Net als in de Westelijke tuinsteden en de Bijlmermeer.  Een ander geluid kwam van Jan Schaefer, banketbakker uit  De Pijp, ook PvdA en de held van dit boek: bouwen voor de buurt.
Zijn conclusie: wat je niet moet doen is het wonen, werken en winkelen uit elkaar trekken. Blijven ze bij elkaar, zoals in de Pijp, dan bevalt dat iedereen. En, men let op elkaar.   

Morgen na 21.00 is De Liagre Böhl te horen in de Avonden. PS. Alkoof komt van het arabische, al-, het, en quobbah, gewelf, en is een nis zonder ramen in een gebouw
 

De Avonden (ma) 22 maart uur 3
Beluister fragment
vanmorgen: de nieuwe 'Rabo-zaal', tussen de Stadsschouwburg en De Melkweg.. daarboven zitten..  
'gold plated doors' in Van Egeraats 'Rock'.

Gouden A.A.P. (2)

Tot slot mijn eigen genomineerde voor de Amsterdamse Architectuurprijs 2010, die 7 april wordt uitgereikt. Mijn Gouden AAP gaat naar...Maar eerst nog even over 'De Rots' aan de Zuidas, van 'glamour architect' Erick van Egeraat. Vorige week gepresenteerd en nu al verouderd. Het bokkepootje - 90 meter hoog, uit polyesterbeton en natuursteen met z'n gouden interieur - stamt al te duidelijk uit een pre-crisistijd waarin 'niets te gek was'.

Waar bijkomt dat de Amsterdamse ringweg A10 en de trein ondergronds zullen gaan. Straks ziet niemand de Zuidas meer en 'De Rots' al helemaal niet.
Het fatale besluit is genomen. Een nieuw Noord-Zuidlijn drama ligt in het verschiet. Ach, het gesloopte luchtspoor in Rotterdam dat de reiziger zulke unieke stadsgezichten bood!
Nee, dan Berlijn, waar de treinen op pootjes dwars door het centrum blijven rijden, tot ieders tevredenheid.

Maar dit terzijde. Mijn kandidaat voor de AAP is: de nieuwe zaal van de Stadsschouwburg van Jonkman en Klinkhamer. Die je architectuur laat zien op z'n sterkst: probleemoplossing en functionaliteit.
De aansluiting op De Melkweg, de dakfoyer, de labyrintische inpassing tussen bestaande gebouwen, de inkijk beneden. 
Je ziet waar het voor is, en waarom het zo gedaan werd. En dat in zo'n kleine ruimte. 
 

de bunker
van binnen...

Gouden A.A.P. (1)

Zo heet de jaarlijkse prijs van het Amsterdamse Architectuur Museum ARCAM. 'k Heb de 25 nominees besnuffeld, maar wat weet je zonder ze binnen te gaan, of beter, er te wonen of te werken? Te ruiken hoe het daar ruikt.

Groot probleem met architectuur van nu blijft het verband tussen innerlijk en uiterlijk. Bouwtechnisch kan bijna alles, maar waarom ziet het er zó uit?
Als je niet weet waar een vorm vandaan komt, bevangt je een gevoel van zinloosheid. Een gebouw is geen grapje. Het staat er over jaren nog. Het bepaalt de omgeving, kinderen groeien er mee op.
Tegelijk moet het verrassen.
Morgen mijn keus, nu wat het niet moet worden, de villa die het architectenechtpaar Sylvie en Don Murphy heeft neergezet langs de weg naar Ouderkerk, het zg. SODAE-House. Net buiten de stad in een beschermd natuurgebied. En gebouwd om het bestemmingsplan te omzeilen. Een asymmetrisch tienvlak, zonder Hollands puntdak.
Wat is het? Het huis is gebouwd - zegen de makers - volgens het principe van de bunker - zien maar niet gezien worden. Daar staat het, met z'n rug naar ons toe.
 

als de rondweg A10 en het spoor straks verzinken wordt ie hoger
bovenaanzicht

Rots?

Ik denk eerder aan het uiteinde van een bokkepootje. Zo'n koekje dat aan twee kanten in chocola werd gedoopt. De jongste toren aan de Amsterdamse Zuidas, van Erick van Egeraat (1956) doet mee aan de competitie om de Amsterdamse Architectuurprijs 2010, die 7 april wordt uitgereikt.

'Uitbundig materiaalgebruik', zeg dat wel. Zijn inspiratiebronnen zijn oa. mode en design.
Banketbakkerij staat er niet bij.
In vakbladen is er wel kritiek op de detaillering van het bureau, die soms zorgt voor bouwkundige problemen.
De crisis is merkbaar. Januari 2009 heeft Van Egeraats buro EEA faillissement aangevraagd vanwege het niet doorgaan van een aantal grote projecten. Maar het maakte een doorstart als Designed by Erick van Egeraat.
Vorige week dinsdag werd The Rock aan de architectuurpers gepresenteerd: 'Een 90 meter hoge toren met een transparante plint en een met kleine ramen als rots vormgegeven kroon’.
Het bovenste deel, de rots, is gemaakt uit polyesterbeton en natuursteen. De plint en het middendeel hebben verticale
vliesgevels uit aluminium en glas. De wetsteksten op de gevel verwijzen naar de gebruiker, advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek.
Zaterdag in de Weekendbijlage van de Avonden meer.
 

Van der Helststraat hoek Govert Flinck, nu
zoals het was

Alkoof (2)

De Pijp werd al meteen toen hij af was bejammerd en lelijk gevonden, schrijft Ileen Montijn. In haar boek 'Naar buiten!' noemt Frederik van Eeden, die zo graag buiten woonde, de Pijp in 1882 al 'een voos en ziekelijk uitwas'. In 2000 sprak stadshistoricus Wagenaar terugblikkend zelfs over een 'demonisering' van de Pijp. En nota bene W.F.Hermans schreef ook al zo agressief over de 19de-eeuwse buurten. Wat was het toch dat zich verschool achter de notie van 'hygiëne'?

Als bewoner (met tussenpoos sinds 1970) van de verkeerde kant van de Ruysdaelkade zit het me altijd nog dwars.
Mijn romantiek: ik droomde - tot ik het kreeg - van een huis met 'een touw langs de trap'. Dat touw conserveer ik.
Als Haags buitenwijkjongetje wou ik al wonen in een straat waar de tram doorheen reed.
En nu kijk ik opgelucht naar wat er van de 'timmermansrenaissance' werd opgelapt nadat het de barre autotijd had overleefd. En zucht bij het mooiste moment van een Pijp-dag: als tegen zessen het lage avondlicht de lange straten binnenvalt en mijn schaduw reikt tot aan de hoek.
 

Hoe het de Staatsliedenbuurt verging..

Alkoof (1)

Het huis waarin ik nu al dertig jaar woon deugt niet. Het is gebouwd in 1890 in de Amsterdamse wijk De Pijp en valt onder de 'revolutiebouw' waarmee het Amsterdamse stadscentrum toen werd omringd.Het moet dringend gesloopt worden en vervangen door nieuwbouw. Dat werd me al die jaren voorgehouden, vooral door de sociaal-democratische wethouders als Joop Den Uyl, Han Lammers en Roel de Wit. Dat ik hier graag woon interesseerde ze niet, zij wisten wat goed voor me was: licht en lucht.

Wat ze het meest ergerde aan mijn huis was de alkoof. De alkoof werd in het woondenken de steen des aanstoots. In alkoven stinkt het en god mag weten wat de mensen er uitspoken. 't Is er net als in de bedstede waar de alkoof van afstamt: duister.
Er woonden in 1900 heel veel meer mensen in deze huizen. Idioot veel. In halve woningen. Maar was dat een reden om zoveel jaren later hele wijken te slopen? Toch, als het aan Joop den Uyl had gelegen bestond de onhygiënische Pijp allang niet meer.
En ik? Ik blijf opknappen, en weet van pijpen en goten, heel leerzaam. De alkoof heb ik aan de achterzijde geopend. Ik slaap er nog steeds

Vrijdag komt Herman de Liagre Böhl op bezoek, schrijver van 'Amsterdam op de helling', een doorwrocht boek over de strijd om stadsvernieuwing. 
 

tante (1)
tante (2)

Tante

Gisteren in het Henriëtte Polak-museum in Zutphen bij 'Maken wat gezien is'. 'Modern-klassieke schilder- en beeldhouwkunst' van zeventien deelnemers.Wat ik merk is dat de verschillen kleiner worden, de genres lopen steeds meer door elkaar, waar je ook komt. En zie, houten beeldjes van Wendelien Schönfeld, die van de kleurhoutsneden van het Parijse Hôtel Turgot. Weer hout!

De beeldjes staan hier ook met tekeningen van het onderwerp erbij. Een vader, een moeder, en waarachtig een tante.
Ik zin al jaren op een tante-project. En nu sta ik oog in oog Wendeliens tante.
In haar tante-blouse..
Hoe 'tante' kan een oudere dame zijn?
In Zutphen, nota bene, in mijn leven tantestad bij uitstek. Ik bracht er mijn eerste zes levensjaren door, toen het nog Zutfen heette. En bezocht er aan de hand van mijn moeder de dames Zimmermann in een wit huis aan de Ijsselkade.
Later logeerde ik er bij mijn tante - 'geen echte tante' - Karin, die onder de Drogenapstoren woonde en me leerde tekenen.
 

Pagina's