Het heeft een haartje gescheeld of van het oude Amsterdam was weinig overgebleven. Woontorens in de Kinkerbuurt, een binnenstad vol kantoren en een dicht metronet waarvoor veel gesloopt zou zijn. Het schrikbeeld: een binnenstad overdag vol auto's, s avond ontvolkt.
'Amsterdam op de helling' heet het eerste boek over de strijd om stadsvernieuwing. Eigenlijk al sinds 1866, toen voor het eerst werd gebouwd buiten de oude omwalling. Het begon met de 19de eeuwse wijken, De Pijp, de Dapperbuurt, de Kinkerbuurt. 'Revolutiebouw', vaak door speculanten.
'In z'n geheel slopen,' werd de Amsterdammers in de jaren '60 en '70 voorgehouden door PvdA-wethouders als Joop Den Uyl, Han Lammers en Roel de Wit. Zij wisten wat goed was voor de mensen: licht en lucht. Net als in de Westelijke tuinsteden en de Bijlmermeer. Een ander geluid kwam van Jan Schaefer, banketbakker uit De Pijp, ook PvdA en de held van dit boek: bouwen voor de buurt.
Zijn conclusie: wat je niet moet doen is het wonen, werken en winkelen uit elkaar trekken. Blijven ze bij elkaar, zoals in de Pijp, dan bevalt dat iedereen. En, men let op elkaar.
Morgen na 21.00 is De Liagre Böhl te horen in de Avonden. PS. Alkoof komt van het arabische, al-, het, en quobbah, gewelf, en is een nis zonder ramen in een gebouw