thuis in Leiden

Frank Koenegracht

 Volgend weekend komt zijn nieuwe bundel 'Lekker dood in eigen land'. Met voorin dit van Poesjkin: 'De tijd kan vooruitgaan, de wetenschappen, de filosofie en het openbare leven zich vervolmaken en veranderen, - maar de poëzie blijft waar ze is.' Hier alvast 'Brief aan mijn moeder'.

 Moet je horen, mamma, luister je?
Ik lees hier over een aanbod
waarbij zeer oude moeders met
meestal zeer oude zonen die
om niet tastbare redenen niet meer
bij ze willen slapen
een zwaan ter beschikking wordt gesteld
door de thuiszorg.
Het gaat om Hollandse zwanen.
Ze zwemmen overdag rond,
maar 's avonds worden ze opgeborgen
in prachtige vitrines.
Ze worden thuisbezorgd en in je bed gelegd.
Ze slaan hun linker vleugel om je heen: dat
is tegen angst voor duizeligheid en ze leggen
hun snavel op het andere kussen:
dat is tegen eenzaamheid.
's Ochtends worden ze weer opgehaald.
Nou, doe het maar, mamma.
Je bent er immers voor verzekerd.
 

Dweil (2)

Het liefst zou ik na de week met besprekingen van Chinese gerechten de dichter Frank Koenegracht in de Avonden eens horen over huishouden.

 Vooral schoonmaken.
Hij staat als een landheer in zijn keuken, temidden van een verzameling slagersmessen (pas was ik met hem op de Zeedijk waar hij zijn blik niet kon afhouden van wéér zo'n groot mes, maar ja 'ik heb er al zes').
Af en toe werpt hij een blik naar de tuin waar niet lang geleden nog het hangbuikzwijn Knor langs de schutting kuierde. Langzaam. Knor is gestorven van ouderdom.
Koenegracht eet niet alleen 'echt' Chinees, dat weten we nu, hij maakt het ook klaar. En, wat in zijn ogen minstens zo belangrijk is: hij wast zijn keukengerei ook af en maakt het schoon.
'Afwassen met ruim water!' is zijn credo. De Nederlandse huisvrouw is veel te zuinig met water, zo raak je het vuil niet kwijt.
En dan komt het sluitstuk van zijn - welhaast Chinese - schoonmaakfilosofie: de dweil.
De dweil, laatste schakel in de schoonmaakketen.
Het hele proces van ingredienten kopen op de markt, ze klaarmaken, ze eten en de afwas vindt z'n voleinding in het uitkoken van de dweil.
Pas als die er weer fris bij hangt is de maaltijd voorbij. 
Eert uw dweil.
 

Frank Koenegracht

 Deze week begint de Avonden elke dag met een Chinees gerecht, besproken en geproefd door de dichter Frank Koenegracht.Frank is een kenner. Hij staat zelf graag in de keuken om oorspronkelijke Chinese gerechten te bereiden.

 Wat iets heel anders is dan wat wij gewoonlijk verstaan onder een portie Chinees. Chinese koks die hier komen werken moeten drastisch worden omgeschoold, leerde ik.
Ik zat erbij, slurpte, kauwde en luisterde.
De poëzie van de Chinese keuken zit hem in de omgang met voedsel: niets gaat verloren, alles wordt gebruikt. Je kunt de ingrediënten altijd afzonderlijk proeven. En het moet vers zijn, een kip of een vis koop je levend op de markt. Een varken liefst ook.
Dan weet je wat je hebt.
Een goed gemanierde Chinees praat tijdens het eten uitsluitend over eten, herkomst, bereiding en zo meer.

Het water liep me in de mond. Frank, die ook arts is, kon me uitleggen hoe dat werkt.  
 

Dweil (1)

 Ik weet nu al wat ik zondag ga doen als Nederland van Spanje verloren heeft: schoonmaken. Mijn natuurlijke reactie op tegenslag. Iets doen, dat is het beste.

 Schoonmaken eindigt met de dweil.
De dweil deel ik met de dichter Frank Koenegracht. Zoals Koenegracht zegt: 'De dweil is het einde van de schoonmaakketen'.
De geur van dweilen is overal en altijd de zelfde: de geur die je krijgt als je alle geuren met elkaar mengt.
Vroeger werden dweilen op den duur achromatisch grijs, de kleur die ontstaat als je alle kleuren met elkaar mengt. Tegenwoordig zijn ze geel. Of grijs met een bredere groene baan.
En dan tenslotte, als alles schoon is, moet ook de dweil nog schoon. En in je frustratie kom je terecht op het uitkoken van een dweil. Einde.
Met dank aan Jos de Jong.

de Spelbrekers in 1962

Ze (2)

Ton van der Neut boog zich over Frank Koenegrachts dichtregel 'Deuren dicht etc..' (zie gisteren). Eerst veronderstelde hij een nummer van de Wama's of 'het onvergetelijke Cocktail Trio'. Maar nee.Wel wist hij in z'n achterhoofd zeker dat in plaats van 'gang' in de tekst het woord 'hal' gebruikt moest worden. De volgende regel zou dan zijn: 'Die bububububububububu zijn overal'. In het lied werd niet precies gezegd wie die vreemde indringers waren.

Eerder de Russen dan Wilders, gezien de Koude Oorlog. 'Of, sterker nog,' zegt Ton, 'het is een tekst die op een veel existentiëler niveau werkt:, onze algemene angst voor het  onbekende.'

Tenslotte belandde hij - toch via Google - bij de oplossing van het raadsel: 'Deuren dicht' was een liedje van 'De Spelbrekers'. Nu kan ik nagaan hoe ik de tekst in de loop der jaren bij mezelf heb veranderd. 

ps. en het 'ze' in 'Van alle kanten komen ze', de titel van de dichtbundel van Alex van Warmerdam lijkt verwant.

 

Koenegracht in het stoommuseum in Medemblik

Ze

In het eerste nummer van de vierde jaargang (2006) van 'Het Liegend Konijn, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie, staat een gedicht van Frank Koenegracht, dat begint met de regel:

 'Deuren dicht ze komen door de ramen, ramen dicht ze staan al in de gang.'
 
 Het is opgedragen aan Wim de Bie en mij.
Dat komt zo, die regel ('Deuren dicht... etc.') spookt al jaren door mijn hoofd. Ik gaf hem aan Koenegracht.
Maar ook na de publicatie in het Liegend konijn heeft niemand me kunnen vertellen waar hij vandaan komt. Ook Wim de Bie niet, die de tekst toch bekend voorkwam. 
Het is een liedje, lang geleden gehoord op de kermis op een dorp op de Veluwe. Er hoort een melodie bij die ik nog steeds kan neuriën.
De tekst die in mijn kop bleef haken is het refrein. Daarna volgt een stukje parlando en een fanfare-achtige slotje, en dan opnieuw: 'Deuren dicht ze komen door de ramen, ramen dicht ze staan al in de gang.'

 En vandaag dringt opeens tot me door waarin de geheimzinnige aantrekkingskracht van deze regel moet zitten. 'Ze', ach natuurlijk.
Geert Wilders was nog niet geboren maar hij spookte al.  

Sjoerd Kuyper en Frank Koenegracht

Oprecht

 Wanneer is iemand oprecht? Wat is eigenlijk oprechtheid?Die vragen rezen na lezen van 'Dank voor je brief, het gaat iets beter' en praten met de schrijvers-dichters Frank Koenegracht (945) en Sjoerd Kuyper (1952), over een jarenlange (1998-2006) correspondentie op rijm, die nu is uitgebracht, verlucht met kleurtekeningen van Koenegracht. Nooit eerder zo'n boek gezien.

 Het was ook nooit de bedoeling deze brieven te publiceren. Redacteur Jasper Henderson van Nieuw Amsterdam kwam bij toeval achter hun bestaan.Dagboeken of briefwisselingen (zoals die van Henriëtte van Eijk met Vestdijk) die nooit voor publicatie bestemd waren zien er totaal anders uit dan die waarbij dat meteen al de bedoeling was. En de rijmafspraak leidt tot ongedachte wendingen. De bedoeling van deze brieven was wederzijdse troost. En er viel veel te troosten. De vader van Frank Koenegracht stierf, de dichter kreeg een ernstige aandoening aan zijn lul en Kuyper moest dringend ophouden met roken, maar het lukte niet. Oprechtheid, zo blijkt, is een talent. Maandag na 20.00 is het gesprek te horen, met veel voordracht.Alvast dit. Frank gaat niet naar zijn vriend, zijn depressieve toestand laat het niet toe: 'Zo bezoekt men niet zijn vriend...Een baksteen in een poppenbed, een gewei in een bejaardenflat,een badmuts op een sterrenwacht,een boek dat nooit is teruggebracht,en oude man alleen op straat,een witte neushoorn zonder neus,zo voel ik mij dus, oude reus.' Sjoerd antwoordt in 'Brief over de lul van Frank: (...)'Ga jij op reis? 'k Heb geen benul.Hoe is het met je lul?Kun je nog pissen?Hoeveel moet je missen?Geef me alle details,sprak de muis in de maïs en liep naar het oostenhoe kan ik je troosten?'

Frank Koenegracht (bij de Magritte tentoonstelling in Rotterdam)

A.Moonen (2)

 Na de dood van A.Moonen schreef Frank Koenegracht onderstaand gedicht. Ze kenden elkaar van het optreden voor de VPRO-radio. En, ze kwamen allebei uit Rotterdam.

In memoriamIk treur om A.Moonen. Moge het de Heerbehagen hem tot Zijn rust te nemenwant onrustig was hij wel.Ik hoop maar dat Moonen bij de lamp zat toen hijis gestorven of tenminste de lamp even bij hemis komen staan. Ach, Moonen wat ben ik blij dat jijnooit bij mij bent komen wonen.

 PS. Ik schreef Frank: ''Hoe weet je van de staande schemerlamp van A.Moonen? Ik zag hem in zijn laatste appartement. En er was een foto waarop hij er naast poseerde. Hij zei 'jammer van die kop maar die kont gaat nog best toch?'. Antwoord: 'Van die lamp dat is pure dichterlijke intuïtie.'

Klant?

'Op weg naar een tevreden klant' staat nog steeds op de vrachtwagens van Elgersma uit Harderwijk. Ik beschouw de tekst maar als een hommage aan Bob den Uyl die hem in de jaren '70 - de tijd dat de klantvriendelijkheid en het op de hurken toespreken voor het eerst kwamen opzetten - gebruikte in een dodelijk verhaal.

Den Uyl was de eerste schrijver die zich met overgave tegen deze waanzin keerde. Hoe was het mogelijk je op weg te begeven naar een klant, van wie je bij voorbaat al wist dat hij etc.? Bijgaand bericht ontvangen via Frank Koenegracht. Waarmee het weer bij de afzender is beland. Bob den Uyl zag scherp en ver.

 Ook de Publieke Omroep is dezer dagen met extra klantvriendelijke radio- en tv-zenders en programma's verbeten op weg naar een tevreden klant. Op weg zijn blijft mooi.

Pagina's