Een zeer lezenswaard nummer, met onder veel meer een stuk over Pulp boeken en hun makers en illustratoren, een gesprek met Ringo Starr over wat te doen na de Beatles en vooral een bezoek aan Kuifje-tekenaar Hergé en zijn kompaan Bob de Moor, door Joost Swarte, Ernst Pommerel en Schreuders.
Waarom? Op de dag dat de Fransen op het verleden zullen stemmen, net als eerder de Amerikanen en de Engelsen heeft Schreuders haarfijn aangevoeld: wie niet weet hoe verder, gaat terug. Hergé en zijn kompaan Bob de Moor leggen uit hoe hun pagina's ontstaan. Hergé half in Brussels-Vlaams - hij komt uit Etterbeek, zijn vader was Franstalig, zijn moeder Vlaams - en Frans, wat onweerstaanbaar werkt.
Dit gaat over het detail. Hergé: 'Natuurlijk, wij zijn Van Eijk niet. Dat zal ik u direct zeggen. Ge moet het goed zien. Maar als u dat tafereel van Van Eijk ziet, ziet ge eerst alles tezamen. Als ge voor bij komt, ziet ge de klein-klein-klein dingskes, kleine bloemekes en van alles. En de details van de kleine bloemekes. Wel dat is, ik denk, in onze tekeningen het zelfde ding. 't Is te zeggen: het is leesbaar. Ge kunt eerst alles in een oogopslag zien, en ge kunt nabij komen en de details zien. Maar ge moet eerst de ambiance zien om te kunnen lezen! Eh, Bob? De details moeten in de tweede rang komen. Eerst den ensemble, dan de details.'
En verderop: 'Si vous donnez la même importance a tous les details ca devient illisible. Ge kunt het niet lezen; waar moet ge beginnen? Ge weet het niet 't Is toch : ge vertelt een histoorke - een histoorke! - dus, ge moet klaar zijn, klaar, eerst en vooral.' En zie, daar heb je de klare lijn..
De enige stijlbreuk is de prijs op het omslag: 10 euro. In de erkende handel natuurlijk.