The storm

 Een dag en een nacht ben je op bezoek, leef je mee met een Japanse familie. En dat juist het etmaal dat tyfoon nummer 24 over Japan trekt. Van heldere zon naar woeste wind en regen, en terug naar een zomerse dag.

 In hou van Kore-eda om zijn precisie op de vierkante decimeter, wat wel moet als een gezin woont in een heel kleine ruimte, zodat iedereen zich half bukkend door de ruimte verplaatst.

 Hoe overleef je? Oma is weduwe geworden na vijftig jaar huwelijk. Een hele opluchting giechelt ze. Japan, de cultuur van de berusting.

 Haar zoon is schrijver, maar zit in een levenslang writers block zodat hij als privé detective de kost verdient.

 Wat klopt met de manier van leven daar, je zit letterlijk op mekaars lip en dat brengt stortvloeden van futiliteiten mee, prachtig Kore-eda materiaal.

 Zoals mensen aan boord van een klein schip intenser op elkaar betrokken raken, tot slaande ruzies toe, zo zijn het in dit flatje een gescheiden echtpaar met hun zoontje en de moeder van de man die de storm uitzitten.

 Ze komen nader tot elkaar. Niet dat er iets werkelijk verandert, aan het eind gaat ieder terug naar zijn eigen leven. Maar ze hebben er vrede mee. Hoe dat kan? Ga After the storm zien. 

Our little sister

 Bij de vier zusjes van Hirokazu Kore‑eda viel ik een paar keer in slaap en dat was geen bezwaar. De film ging in m'n slaap gewoon door, nam andere, gelijksoortige wendingen. De vier meisjes aten en dronken op de berg boven het havenstadje alsof het altijd zou duren. Dat is ook precies wat de jongste, het halfzusje Suzu zegt.

 Er gebeurt niks en dat is de bedoeling. Een heel uitgekiend niks. Kleine treintjes stoppen bij pittoreske stationnetjes.

 Met halfzusje Suzu adopteren de andere drie zusjes hun vreemde, gestorven vader. En hun bestaan.

 Zou de Japanse geest een speciaal talent hebben voor eeuwigheid? Juist omdat er elk moment een aardbeving kan komen? In Japanse kunst is verandering schaars. Het zijn op de houtsneden steeds de zelfde bergen, parasols en bamboe bruggen.

 Het raadsel, de godheid achter dit alles is de gestorven vader. Een grillige godheid die ze ook met schreeuwen over het dal tarten. Zeker, hij was onbetrouwbaar zoals het godheden betaamt, ging vreemd, was dan weer lief, er zijn verhalen. En koken, kon hij ook. Zijn witvis heeft hem overleefd.

 Kore‑eda ken ik van het meesterwerk After life. Ook nu is het sterven er. De oudste dochter bekwaamt zich in de terminale zorg. Ik droom zijn idylle mee en denk dit zijn de beelden die Kore‑eda zelf wil meenemen naar gene zijde. 

After life

 Mijn vliegangst komt voort uit voorstellingen van de laatste secon­den voor de ramp. Dat is wat nu bedolven moet worden onder rituelen.

 De Japanse film After life van Kore-eda is de meest troostrijke die ik over de dood zag. In Japan wordt het kersenbloesemfeest uitbundig, met veel eten en sake, gevierd. Zowel de kortstondigheid als het nieuwe leven. In maart, april en mei trekt het kersenbloesemfront van Zuid naar Noord, waarvan op radio en tv verslag wordt gedaan. Overal zijn feestjes, picknicks ‑ ook op begraafplaatsen ‑ of ontmoetingen van geliefden in parken waar de bloesems bloeien. Kamikazepiloten werden ook wel 'kersenbloesems' genoemd.

 In Kore-eda's After Life belanden de gestorvenen in een soort voor­geborchte in de vorm van een filmstudio, waar ze wordt gevraagd het mooiste moment van hun leven te bedenken. Dat wordt dan gefilmd.

 Als ze het filmpje te zien krijgen en 'het klopt' lossen ze op en zijn weg. Zo is er een oude dame die na veel dubben kiest voor de vallende kersenbloesem. De regieassistent versnippert roze vloeipapier en laat het neer dwarrelen voor een schijnwerper. Camera loopt. En zie: kersenbloesem. De oude dame vervaagt. 

Zo vader, zo zoon

 Zelden zo geschrokken als toen ik voor het eerst een licht versnelde geluidsband van mezelf hoorde: onmiskenbaar de stem van mijn verafschuwde vader.

 Geen woord dat in het spraakgebruik meer misbruikt wordt dan 'genen'. Erfelijkheid is een gecompliceerd proces over genera­ties, maar het hemd blijft nader dan de rok.

 Like father, like son, van de Japanse meester Kore-eda gaat over de onuitroeibare fictie van de 'banden des bloeds'. Het 'dat heeft ie van z'n vader, dat van z'n moeder,' van de wieg tot het graf. Het moet doodangst zijn die daar achter zit. Het woord zegt het, men wil zich 'voortplanten'. Als zo'n kind niet op je lijkt, zoals in deze film, dan is er iets mis. En jawel, in het ziekenhuis waren baby’s verwisseld. Dat moet worden rechtgezet als ze zes jaar oud zijn. Het bloed spreekt.

 'Dat verklaart alles' zegt de vader als hij merkt dat 'zijn' zoon - het bezittelijk voornaamwoord spreekt - geen aanleg voor pianospelen heeft. Letterlijk alsof zijn eigen voortbestaan op het spel staat.

 Goddank kom ik uit een gezin met drie totaal verschillende kinderen. Die geen van drieën op hun vader lijken. Net als in deze film werd wel over 'de melkboer' gesproken. Het houdt nooit op.

Kersenbloesem

 Vanmiddag in het Amsterdamse Amstelpark zag ik de ker­senbloesem in bloei. En de Japanners die er op af komen. De lente is begon­nen, maar de bloei is eindig.

 In Japan wordt het ker­senbloesemfeest uitbun­dig, met veel eten en sake gevierd. Zowel de kortstondigheid als het nieuwe leven. In maart, april en mei trekt het kersenbloesemfront van Zuid naar Noord, waarvan op radio en tv verslag wordt gedaan. Overal zijn feestjes, picknicks - ook op begraafplaatsen - of ontmoetingen van geliefden in parken waar de bloesems bloeien. Kamikazepiloten werden ook wel 'kersenbloesems' genoemd.

 Er bestaat een wondermooie film van Hirokazu Kore‑Eda die After Life heet - ik gaf hem eens aan Rudy Kousbroek cadeau - waarin gestor­venen in een soort voorgeborchte het mooiste moment van hun leven moeten bedenken. Dat wordt dan gefilmd. Als ze het filmpje te zien krijgen en 'het klopt' lossen ze op en zijn weg, naar het hier­namaals. 

 Zo is er een oude dame die de vallende kersenbloesem kiest. Niet moeilijk voor de regie. Men versnippert roze vloeipapier voor een filmlamp. De snippers dwarrelen omlaag, en zie: ker­senbloesem, de oude dame vervaagt.

I wish

 De kinderwereld in 'I wish', de nieuwe van de Japanse regis­seur Hirokazu Kore‑eda liet me weer zes jaar oud over straat lopen.

 Of beter rennen, want jongetjes van die leeftijd rennen, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. In zijn 'Nobody knows' uit 2004 wilde een groep kinderen in een appartement overleven zonder steun van volwassenen, hier lopen ze alleen maar weg omdat drie jongetjes zich in het hoofd hebben gezet dat ze twee splinternieuwe 'kogeltreinen' mekaar willen zien passeren op een viaduct. Ze zien het en schreeuwen hun wensen voor de toekomst tegen het treingeraas in.

 En, neem me niet kwalijk, maar toen ik zelf zes was heb ik dat ook gedaan. Even buiten Zutphen wachtte een troep kinderen onder het spoor­viaduct tot de goederentrein naar Duitsland kwam. We hadden alvast bakstenen uit het talud gerukt en in tweeën geslagen. De trein kwam, eindeloos lang, en wij gooiden onze halve klinkers. Vonken vlogen uit het metaal van de onderstel­len. Horen en zien verging ons.

 Zo herinner ik me de ­wereld waar verzinsels en werkelijkheid nog lukraak door elkaar lopen. Heden en toekomst tegelijk onpeilbaar beangstigend en vol beloften. Kore-eda heeft hem voor me ach­terhaald.  

Afterlife (2)

 Zo'n kerkhof is een vorm van uitstel. Tijdelijk houvast.

 En zo verkeer je in een oaseachtig gebied, met rekken waaraan gietertjes hangen om planten en bloemen water te geven. Niks voor mij. Herinneringen bewaar ik in m'n hoofd, soms geholpen door geschriften of foto’s. Het voorrecht van de kunstenaars op Afterlife is dat ze zelf iets kunnen doen, niet overgeleverd zijn aan het glimmend marmer.

Stilzwijgend gaat men in vele culturen uit van een rouwperiode, waarbinnen de ziel nog in de buurt blijft. Katholieken kennen dat, maar ook Japanse Boeddhisten kennelijk. Er is een film van Kore‑Eda die After Life heet en waarin gestorvenen in een soort voorgeborchte - in de praktijk een filmstudio met logeergelegenheid - het mooiste moment van hun leven moeten bedenken. Ze doen er vaak lang over. Dan wordt het gefilmd.

 Als ze het filmpje zien en 'het klopt' lossen ze op, en zijn weg. Zo is er een oude dame die tenslotte de vallende kersenbloesem kiest. De regie versnippert roze vloeipapier en laat het dwarrelen voor een schijnwerper. En zie: ker­senbloesem, de oude dame vervaagt. 

Bliss

 In de Japanse film After life de scene waarin de hand van de regisseur Kore-eda roze snippers uitst­rooit voor een spotlight zodat de oude dame in de twilight zone kersenbloesems ziet dwar­relen, die haar naar het hiernamaals brengen. Voor je ogen lost ze op in lucht, weg is ze.

 Aan haar dacht ik vanmiddag in het uitvaartmuseum op de Amsterdamse Ooster­begr­aafplaats, waar ik bij de expositie Afterlife (in één woord, een groot verschil) Sarah van Sonsbeecks 'Moment of bliss' zag. Ook hier een spotlight - met daglichtfilter - die bijwijlen aan en uitvloeit alsof er een opklaring pas­seert. Het effect bracht me terug naar de jeugd­kerk: zon door glas-in-lood, een lichtvlek op de kerkvloer, waarbij de stem van de voorganger tot minimal music werd. En dan het verzonken staren, die gezegende toestand waarin con­centratie en wezen­loosheid ineen vloeien.

Sarah heeft dit niet bedacht voor een aula, maar voor dit museum. Of weer heel ergens anders. Moments of bliss kunnen je overal ten deel vallen. 

de tevreden eigenaar met z'n  - nog levenloze - pop
en daar is ze dan. hoe moet dit aflopen?

Air Doll

Sinds After Life hoort de Japanse regisseur Kare-eda voor mij tot de allergrootsten. After life, de film - over hoe dit leven te verlaten - die ik nota bene en paar jaar terug nog aan Rudy Kousbroek cadeau kon doen, die hem prachtig vond.

Maar nu dan, wat de levensadem kan aanrichten in een mensgrote, meisjesgrote sekspop.
De adem - 'pneuma' in het oude Grieks - kan er ook uit weglopen, zoals blijkt. Maar wie van eerste hulp bij opblaaspoppen weet kan ze redden.
Een spel van metaforen is het geworden. Ergens halverwege de Kleine Zeemeermin en Pinocchio.
Je gaat zitten meeverzinnen.
Een pop wordt nooit een meisje, al heeft haar maker haar een hart meegegeven. Omgekeerd kunnen mannen heel goed verliefd worden op poppen, zoals alle dagen blijkt.
Ontroerend is het moment waarop zo'n verliefde door z'n plastic vriendin - die denkt dat ie net als zij is - wordt lek gesneden. Niet te plakken.
Ontroerend? Nu ja, pijnlijk wel.