Zelden zo geschrokken als toen ik voor het eerst een licht versnelde geluidsband van mezelf hoorde: onmiskenbaar de stem van mijn verafschuwde vader.
Geen woord dat in het spraakgebruik meer misbruikt wordt dan 'genen'. Erfelijkheid is een gecompliceerd proces over generaties, maar het hemd blijft nader dan de rok.
Like father, like son, van de Japanse meester Kore-eda gaat over de onuitroeibare fictie van de 'banden des bloeds'. Het 'dat heeft ie van z'n vader, dat van z'n moeder,' van de wieg tot het graf. Het moet doodangst zijn die daar achter zit. Het woord zegt het, men wil zich 'voortplanten'. Als zo'n kind niet op je lijkt, zoals in deze film, dan is er iets mis. En jawel, in het ziekenhuis waren baby’s verwisseld. Dat moet worden rechtgezet als ze zes jaar oud zijn. Het bloed spreekt.
'Dat verklaart alles' zegt de vader als hij merkt dat 'zijn' zoon - het bezittelijk voornaamwoord spreekt - geen aanleg voor pianospelen heeft. Letterlijk alsof zijn eigen voortbestaan op het spel staat.
Goddank kom ik uit een gezin met drie totaal verschillende kinderen. Die geen van drieën op hun vader lijken. Net als in deze film werd wel over 'de melkboer' gesproken. Het houdt nooit op.