uit: De zaak Zonnebloem (1956)
uit: De krab met de gulden scharen (de gekleurde versie van 1943)

Kuifjeradio

 Komende week bespreekt Thomas Verbogt dagelijks om 21.00 in de Avonden een karakter uit de Kuifje-verhalen. Te beginnen met kapitein Haddock - alter ego van tekenaar Hergé - wiens wankelmoedigheid en alcoholisme de strip draagt.

 Tijdens de opname ontdekten Thomas en ik hoe Hergé zichzelf in zo'n alcoholscène eens citeerde. In 'De krab met de gulden scharen' (dé alcohol-Kuifje, met het entree van Haddock) is deze scène te zien. Welke Hergé kennelijk zo treffend vond dat hij hem negen albums later, in 'De zaak Zonnebloem' hernam.
Thomas Verbogt kijkt nog vrijwel dagelijks in Kuifje. Die veilige wereld brengt hem troost. En ik ken mensen die niet in een vliegtuig durven zonder Kuifje-album. 
 En dan te weten dat Hergé in depressieve perioden het personeel van zijn studio in Brussel soms maanden of langer zonder werk liet als hij geen nieuw verhaal van de grond kreeg. Hij was de enige die verhalen mocht bedenken en tekenen. 
 

Tags: 
uit de herziene versie van na 1971
uit: het Zwarte Goud zoals uitgegeven tot 1971

Kuifje in Israël

 Kuifje en het Zwarte Goud werd door Hergé begonnen in 1938, maar hij stopte met de tijdschriftversie na de Duitse bezetting van België.

 Het dreigde een te politiek verhaal te worden voor de Duitse censuur.
In 1948 begon hij aan een nieuwe versie, in kleur. De onsympathiek ogende joodse terrorist Finkelstein kreeg een vriendelijk gezicht en heette nu Goldstein.
Oorspronkelijk - in de boekversie van 1950 komt Kuifje aan in Haifa, dan gelegen in het Palestina onder Brits mandaat.
Hij wordt gearresteerd door de Engelsen maar ontvoerd door Joodse verzetsstrijders die hem voor een zionistische agent houden. Daarna wordt hij gekidnapped door de Arabieren.
In deze vorm werd het - voor jonge lezers steeds onbegrijpelijker wordende verhaal vele malen herdrukt.
Na de zesdaagse oorlog in 1967 viel het helemaal niet meer te rijmen met de nieuwe staatkundige situatie. Bovendien kwam er kritiek op de manier waarop de joden én de Engelsen werden afgebeeld.

 Hergé heeft in 1971 het verhaal - onder druk van zijn Engelse uitgever - gemoderniseerd en ontdaan van verwijzingen naar de situatie van voor 1948, de Engelse aanwezigheid en de terroristische strijd om de stichting van de staat Israël.
Hij deed dat heel radicaal. De handeling werd verplaatst van Palestina naar de fictieve Arabische staat Khemed. De Engelse politiemannen veranderden in 'Arabieren'.
De Engelsen, de totstandkoming van de staat Israël en het Joodse terrorisme - inclusief Goldstein - verdwenen compleet uit het verhaal. Maar Jansen en Jansens, met hun jeep verdwaald in de woestijn, dat bleef. Net als hun duik - in gestreept badpak - in het oasemeertje dat een fata morgana blijkt.

Tags: 
de getekende versie
Lima, 2002, het verzetten van een berg,,

Francis Alÿs (4)

Een Belg die emigreert - midden jaren '80 - naar Mexico blijft een Belg. Zo kun je de geschiedenis van Alÿs samenvatten.

 Eenmaal in Mexico City zijn Hergé's Kwik en Flupke nooit ver weg. De massataferelen van James Ensor, de grapjes van Raveel  of Magritte.
Het project 'When faith moves mountains' waarbij nabij Lima in Peru honderden vrijwilligers een reusachtige zandberg verplaatsen, al is het maar een halve meter, geeft de bevrijding van het vergeefse. Wat blijft is niets dan een herinnering, een verhaal, maar het enthousiasme is groot.
Alÿs zegt graag dat hij zo het geloof in efficiency en vooruitgang aanvecht.
 Veelzeggend zijn ook de straatvegers, die met z'n allen straatvuil aanvegen tot de berg zo groot is geworden dat ze hem niet meer vooruit krijgen. 
'A story of deception.' De titel van de expositie is veelzeggend genoeg. Als een moderne Don Quichote rijdt Alÿs in die film een luchtspiegeling achterna. Wordt hij bedrogen door wat hij zich verbeeldt? Of blaast hij met z'n hoop de luchtspiegeling juist steeds nieuw leven in?

maquette met banner
de bouw in Louvain-la-Neuve
Joost Swarte zondagmiddag

Hergé Museum

 In België gaan op 2 juni as. twee nieuwe musea open. In Brussel, op de Kunstberg, het Magritte-museum en in Louvain-la-Neuve het Hergé-museum. Dat laatste met een inrichting, de zg. scenografie van de Nederlandse stripauteur Joost Swarte, die ik tegenkwam op Art Amsterdam. We spraken af rond de opening een radiowandeling te maken in Louvain-la-Neuve.

 Al tijdens het leven van Hergé (1907-1983) waren er plannen voor een klein museum bijvoorbeeld in de Studio's Hergé aan de Avenue Louise 162 waar ik twee keer op bezoek was.  In de entree liep je daar tegen een grote vitrine aan, waarin Kuifje-attributen als een model van de raket naar de maan, het vaandel van de harmonie van Molensloot, het beeldje uit het Gebroken Oor en zo meer.  
Terzijde, in de hoek, een kapstok met twee bolhoeden. En op het kantoor van Hergé stond, temidden van zijn verzameling moderne kunst (Appel, De Kooning) een groot stenen borstbeeld van Kuifje.
Het zal allemaal te zien zijn in Louvain-la-Neuve.
Het idee voor een groot museum kwam later. Na de dood van Remi heeft weduwe Fanny Rodwell, de enige erfgename, goed verdiend. Hoe wordt het? 

 
 Op de site van de architect zijn voorproefjes te vinden. Het gebouw is van de Franse Christian de Portzamparc. Hij heeft het ontworpen als een schip dat in tweeën is gebroken. Je kunt dwars door het gebouw heen kijken. Het idee van een schip komt ook terug in de banner, een havengezicht uit 'De krab met de gulden scharen'. Ook de loopbrug van het museum komt uit de scheepvaart.

 Er zijn twaalf asymmetrische ruimtes, met loopbruggen  verbonden. Steeds zullen er tachtig originele Kuifje-pagina's te zien zijn. En van allerlei meer. De nv Moulinsart van Fanny is eigenaar van bijna al het originele werk. 
Hergé was Brusselaar, groeide op in Etterbeek. Er zijn dus ook locaties voor het museum voorgesteld in Brussel. Het Luxemburgstation, in de Europese wijk bijvoorbeeld, waar sinds kort een fresco van Hergé hangt. Maar Fanny kon het niet eens worden met de bestuurders.

Tags: 
kermis
Paaseiland
Egypte

Gezichten

 Willem Frederik Hermans kwam graag in het Jubelparkmuseum in Brussel, hij woonde er vlakbij. Ook Hergé kwam er.

 In Nederland is zo'n museum allang onbestaanbaar geworden. In een volle week zou je nog niet alles hebben gezien. Van de reuzenmaquette van het oude Rome tot de houten beeldjes in de vleugel Middeleeuwen, van maskers uit Oceanië tot de fayoem doodsportretten uit Egypte.De krakende zolen van een enkele suppoost. En jij. Deze zondag begonnen de gezichten me aan te kijken. Die van de houten poppen op het Kermisorgel de Continental Superstar, net zo goed als die van introverte Egyptische vrouwen en de reuzen hoofden van het Paaseiland. Gezichten, die maar naar je kijken.Op den duur werd ik er raar van in m'n hoofd.

 ps. De tentoonstelling 'Continental Superstar' van Kermis en caféorgels en andere mechanische orkesten is een feest. Alles doet het en wordt elke middag om twee uur gedemonstreerd.

Tags: 
'Cokes in voorraad' (editie 1958)
duikboot: documentatie en toepassing door Hergé.
de jonge Hergé in Oostende (vast zomerverblijf van het gezin)

Bashi-Bouzouk

 In Engelse boekwinkels gaat Kuifje in Afrika van de kinder- naar de volwassenenafdeling wegens racisme. Merkwaardige geschiedvervalsing krijg je zo.Ze vergaten Cokes in voorraad, waarin Kapitein Haddock probeert Islamitische zwarte pelgrims te weerhouden van een tocht naar Mekka die zal eindigen in slavernij.

 In Oostende zag ik een bescheiden Kuifje-tentoonstelling. Hergé aan zee, beter. Met foto's uit zijn documentatie die nauwkeurig laten zien waar hij het duikerpak uit de Schat van Rackham van natekende, waar de duikboot van professor Zonnebloem vandaan komt en zo meer. Ook lag er een opgeslagen encyclopedie waarin het Haddock-scheldwoord Basjiboezoek verklaard wordt. In het Ottomaanse rijk waren Basjiboezoeks bedelaars die vanuit het binnenland in de hoofdstad kwamen. Vanaf de 18de eeuw diende ze in een soort vreemdenlegioen. Ze kregen geen soldij, oorlogsbuit was hun loon; ze hadden eigen leiders, eigen wapens.

 Tijdens de Krimoorlog (1854/55) toen Britten, Fransen en Turken tegen de Russen intervenieerden vochten de Basjiboezoeks aan geallieerde kant. Het waren vooral Albanezen, Koerden en Tsjerkessen. De geallieerde generaals probeerden ze in het gelid te krijgen, met soldij bijvoorbeeld. Maar dat wou niet lukken. Tegen de tijd dat Hergé aan Kuifje begon, was Basjiboezoek al een scheldwoord geworden.

Tags: 

Meilleurs voeux! (2)

 Vinden wat je zocht. Wat vond zo'n brein eens een logische plaats om de bijzondere nieuwjaarskaart op te bergen? Het bleek te zijn exemplaar nummer 291 van de 500 die Herge voor zichzelf liet maken van de herdruk van zijn eersteling 'Kuifje in de Sovjetunie'. Gesigneerd in januari 1971.

 Bewijs, het is echt gebeurd. We filmden voor een programma dat 'Pik in 't is winter' heette.Ik was rustiger dan die eerste keer, in 1969, toen ik alleen voor radio opnam en mijn bandjes liet liggen. Secretaris Baudouin heeft me nog laten omroepen op Brussel-Zuid, maar vergeefs. Ze werden toen per post nagestuurd. Wat ik blijf zien is de entree op Avenue Louise als je uit de lift stapte. Je stond meteen in een halletje met vitrines, waarin het vaandel van de harmonie van Molensloot, het beeldje uit Het Gebroken Oor, de maanraket en zo meer. Ook hing er een kapstok met twee bolhoeden en twee wandelstokken.

 Op de werkkamer van Hergé aan de achterkant stond niet alleen het borstbeeld van Kuifje maar er hingen een paar grote moderne schilderijen (in mijn herinnering ook een Karel Appel), die eraan herinnerden dat Hergé eens kunstschilder wilde worden. Zie daarvoor zijn onvoltooide 'Kuifje en de Alfakunst'. En nu dan 'Beste wensen' uit 1972, een jaar waarin veel werd gedemonstreerd. Met nicotineaanslag.

Tags: 
verdwenen naamplaat
Avenue Louise 162
Hergé in 1979, het Kuifje-borstbeeld stond er in 1969 al.
de studio was op de vijfde, je kwam direct uit lift binnen.

Meilleurs voeux!

 Jarenlang wensten alle figuren uit Kuifje me elke dag een Gelukkig Nieuwjaar. De kerstkaart was van 1972. 'Avec les meilleurs voeux de: (gesigneerd met viltstift) Hergé'. Dit tableau de la troupe hing boven mijn buro. Het is wel een meter lang. De figuren vormen samen een betoging, dragen spandoeken en borden. Haddock heeft een bord vast waarop staat 'NON A LA POLLUTION'. Irma, de huishoudster van Bianca Castafiore: 'POUR LA LIBERATION DE LA FEMME'. Zonnebloem houdt het op 'VROLIJK PASEN'. De tekenaar zelf staat er ook tussen, in z'n blauwe pullover. Ik zoek me suf, waar is de kaart? Veilig opgeborgen. Maar waar?

 In 1969 kwam ik voor het eerst aan de Avenue Louise in Brussel terecht. Daar zat een man die waarachtig op Kuifje leek achter een buro waarop uitgeknipte stukjes die ik had geschreven in het weekblad De Nieuwe Linie. Stukjes vol vragen, die nu gesteld moesten worden aan, ja wie? In zijn knipsels stonden rode potloodstrepen. Hergé kon kennelijk Nederlands lezen. Volgde een een hakkelend gesprek.'Wordt u vaak geïnterviewd,' vroeg ik. 'Ach, meestal als er weer zoveel miljoen albums verkocht zijn komt er iemand van de krant,' zei hij. 'En dan mag ik van geluk spreken als hij op het station nog even een Kuifjeboek heeft gekocht.' 'De journalisten Kalebas en Salie uit 'De Juwelen van Castafiore?' 'Juist.' Hij legde me een belangrijk principe uit: 'de natuurgetrouwheid van de achtergrond'. Op de voorgrond kan alles, Jansen en Jansens maken onmogelijke buitelingen, maar dat kan alleen als op de achtergrond alles klopt, elke klinknagel aan een locomotief, elk automodel, elke knoop op een politieuniform. Eens kreeg hij klachten van kinderen over 'De Zwarte Rotsen', er klopte niets van, de Schotse ruiten waren fout, de brandweerauto ook, etc. Hergé heeft het hele album opnieuw getekend. Nu klopt alles. En daardoor kán ook alles. We zijn klaar met het gesprek. Ik vraag Hergé of hij z'n oude werk goed bewaart. Dit is lang voor de vele archiefheruitgaven.

 Hij wijst op een lage grijze kast aan de raamkant (zijn werkkamer is aan de achterzijde). Hij schuift hem open. Er liggen verfomfaaide, gebonden exemplaren in van zijn vroegste verhalen. Nog in zwart-wit. 'Ja,' zegt hij, 'de prinses kwam hier wel eens langs en dan liet ze de kinderen hier achter. Die bleven dan zoet zitten lezen tot ze terugkwam van het winkelen in de galerij verderop.'Nu denk ik: prinses? Het moet Liliane de Rethy geweest zijn, Leopolds tweede vrouw, de stiefmoeder van Boudewijn. Een foute prinses, maar toch een prinses.De schuifkast ging dicht. We aten daarna bij een Chinees. Hergé vond dat heel bijzonder. Hij raakte niet uitgepraat over het interieur van het restaurant, de prenten aan de muur. Nee, veel gereisd had hij niet: 'Ik ben één keer naar Canada geweest. Verder niet. Ik heb alles uit boeken.'De tweede keer maakte ik een filmpje. Dat moet er nog zijn bij de VPRO. Afgelopen dagen was ik in Brussel en ging toch nog even kijken. op de Avenue Louise waar ik eens twee mooie middagen doorbracht. Bij vertaler Bob de Moor, secretaris Baudouin van den Brande de Reth, de grijze inkleurdame en de autootjes- en vliegtuigenspecialist. De erven zitten er nog.

Tags: 
harnas voor een muis
de door zijn chef Kwabbernoot ontworpen ''Kauwguust''
Guust en de DS

Franquin (2)

 Waar de oudere Hergé (geboren 1907, merkwaardigerwijs ook in het nabije Etterbeek) in zijn Kuifje-verhalen het statische nadert is bij Franquin alles en iedereen permanent in beweging. Hij ontwierp niet alleen karakters als de elastische Marsupilami en Guust (Gaston), die voortdurend explosies, botsingen en valpartijen veroorzaken, hij ging zelf ook auto's, raketten en helicopters ontwerpen.

 Franquin liet z'n karakters uitvinden. In Robbedoes eerst het toestel om op een te krappe plek te parkeren en de bril ruitenwisser, later komt jongste bediende Guust Flater met oa. de Flaterfoon en antwoordt zijn baas met de Kauwguust, die hem sneller laat eten (vrij naar Chaplins Modern Times). Hij liet de boef Zwendel een Coca-Cola reclame projecteren op de maan - helaas in spiegelbeeld. En bedacht zelfs een harnas voor een muis. Hier te zien. Tot 1 april. En, met Guust heeft Franquin - tegenover de hippies van Robert Crumb en Gilbert Shelton met z'n Freak Brothers - een Frans-Belgische pendant geschapen van de eeuwig werkschuwe langharige. Vol ideeën , een plaag van creativiteit die z'n medemens tot wanhoop drijft, behalve juffrouw Jannie, die hem diep bewondert.

 PS 1. Lees het grote Franquinstuk in de vpro-gids van deze (43) week. PS 2. Dolen blijf ik, van Wiertz naar Magritte, van Fabre naar Spilliaert, van Hergé naar Kamagurka. Van Delvaux naar Masereel. Het Belgische in de kunst.

Wim. T. Schippers,  torentje in Drienerloo (1979)
Leo Copers, Allegorische koppen (1998)
Kamagurka, Zonder titel (2005, gezien bij klein lampje)

Oostende (1)

Ik hou van Belgische kunst. Ik denk dat er zoiets bestaat, dat Felicien Rops, Hergé, Paul Delvaux, Willy Vandersteen en Magritte leden van een grote familie zijn waartoe ook James Ensor, André Franquin, Leon Spiliaert en Jan Fabre behoren. Belgisch, alle gewesten delen dit erfgoed.

Noem het surrealisme. Alledaags surrealisme dat voortvloeit uit leven in een absurde werkelijkheid. In elk geval is het een vruchtbare bodem gebleken voor zowel strips als conceptuele kunst.Wat is het verschil? Luc Zeebroek (Kamagurka) exposeert schilderijen in het heropende Museum voor Moderne Kunst in Oostende.Verderop, in het Leopoldpark trof ik deze 'Allegorische koppen' van Leo Copers (1998). Leo vond ze in een Frans depot. Ze stelden de Welsprekendheid, de Rechtvaardigheid, de Rechtspraak en de Geschiedenis voor. Dit is wat hij ermee deed. Maar waar doen ze me aan denken?Natuurlijk, het torentje van Wim T. Schippers in Drienerloo uit 1979, een toren die midden in een vijver staat, zodat je denkt. Wim Schippers is een Belg.

Pagina's