Vanmiddag in het textielmuseum, bij Under the skin zag ik het van alle kanten. Bij Erwin Wurm - bekend van zijn geestige tentoonstelling in het GEM - die je voortekent hoe twee mannen samen een trui kunnen dragen. Of alle manieren om een trui verkeerd aan te trekken: armen, benen, hoofd en dan de vraag welk gat voor welk lichaamsdeel?
Mens en materie. Bedoeld om te dragen of te beschermen tegen de kou en die zich zomaar tegen je kan keren.
Zoals in Wurms eenminuut filmpjes, waarin een man zich van zijn stoel probeert te bevrijden of uit een kartonnen doos te ontsnappen.
Maar ook bij Clarina Bezzola, die wakker wordt in een dekbed dat een reusachtig gewatteerd clownskostuum blijkt te zijn, waaruit ze zich probeert te bevrijden.
Of bij de Japanse Tomoko Mukaiyama die in een video eerst sluimert - en droomt - onder een reuzenlaken, dat, wanneer het wordt opgetild niet alleen haarzelf maar ook een concertvleugel met kruk blijkt toe te dekken, zodat de droom kan eindigen met haar in het miraculeus tot podiumgewaad geworden laken als concertpianiste.
Een heel mooie droom.
Hinke Schreuders ontbreekt niet. Terzijde: Under the skin is wel een rare titel voor een tentoonstelling van vooral maaksels van stoffen en draden en hoe mensen er mee leven. Al te pretentieus. Die stoffen kruipen toch niet onder je huid. Ze omgeven en omhullen ons, tot ze soms de macht overnemen.
Ik begrijp heus wel dat de titel voortkomt uit de ingewanden van Berlinde de Bruyckere - kwetsbaarheid, lijden, pijn - en andere ingewandkunstenaars, maar mij lijkt dat wie met stoffen, haar en draad werkt beter z'n materiaal kan laten spreken.