Daniel Kehlmann's 'F' (2)

 Wat maakt dat ik boeken van Daniel Kehlmann opeet? Werd me gevraagd. Nu ben ik halverwege het nieuwe 'F'.

 Kehlmanns verteller tast als gewoonlijk in het duister van het verhaal, zijn hoofdfig­uren net zo. Roman na roman. Een lucide tasten.

 Waar ik nu lees is een van de jongens uit het begin opgegroeid tot een katholieke pries­ter. Een erg dikke priester, in ernst. Kehlm­ann maakt zich nergens van af. Eerst neemt hij de biecht af van een getrouwde man met vele vriendinnen, onkuisheid: 'Ik heb een vrouw en een vrien­din, ze weten het van elkaar, maar ze weten niet van mijn tweede vriendin, die wel van hun al­lebei weet. Dan heb ik nog een derde vrien­din, van wie ze geen van allen weten. Zij weet van de andere ook niks, ze denkt dat ik alleen woon.' De pastoor zucht. 'Vreselijk, eerwaarde, ze bellen steeds op.'

 De volgende biechter is een alcoholist. Die merkt dat de pastoor in de biechtstoel een candybar zit te eten. 'Eet u daar wat, eerwaarde?' 'Nee. Probeert u twee dagen niet te drinken. Dat is een begin. Dan komt u terug.'

 'Twee dagen, dat kan ik niet.' 'Dan kan ik u geen absolutie geven.' 

 En dan: 'De eerste hap was heerlijk. De brekende chocolade, het fijne prikkelen van de kokos. Maar dan merk je het al: te vet, en veel te zoet. Zo is het met meeste dingen. Jezus zag dat over het hoofd, Buddha lette beter op. Niets is ooit genoeg. Alles is ontoereikend, en je komt er toch niet vanaf.'

'U eet!'

Daniel Kehlmann's 'F'

 Is eind deze maand in Nederland. Jeroen van Kan zal hem in de Avonden van 25 september ondervragen over zijn roman 'F' die net uit is in Duitsland.

 Er komt ook een openbaar optreden. Nog niet bekend waar. Intussen kwam 'F' bij me binnen en begon ik in het verhaal van de drie broers, waarvan jongste tweelingen zijn.

 Het is de zomer voorafgaand aan de economische crisis. De oudste, Martin, werd een katholiek priester zonder geloof en met overgewicht omdat hij altijd honger heeft. Van de jongere tweeling is de één een financieel adviseur met schulden die last heeft van benauwende visioenen vol waarschuwingen. Zijn identieke tweelingbroer is kunstkenner.

 Drie bedriegers, huichelaars en vervalsers aan de rand van de afgrond.

 De Süddeutsche Zeitung vindt het boek zeker zo goed als de bestseller Het Meten van de Wereld. In een interview in die krant wordt Kehlmann gevraagd: 'Voor welk probleem zou u een goede oplossing zijn?'

 Kehlmann: 'Die vraag kan ik niet weerstaan, ik moet hoe dan ook het meest pretentieuze antwoord geven. In het ideale geval moet de schrijver niet de oplossing zijn, maar het probleem. Hij moet niet de genezing zijn, maar de pijn. Heeft iemand eens gezegd. Maar misschien heeft ook niemand het gezegd en is het me zojuist te binnen geschoten.'

Daniel Kehlmann in Utrecht

 Hoofdpersoon in 'Roem' van Daniel Kehlmann - bekend van 'Het meten van de wereld' - is de getourmenteerde schrijver Leo Richter, die een hekel heeft aan journalisten. Running gag is de vraag waar hij zijn ideeën krijgt. En steeds weer antwoordt hij 'in bad'.

 Kehlmann heeft de journalistiek al eens beschreven in zijn genadeloze meesterwerk 'Ich und Kaminski'. De - nog niet vertaalde - roman waarin de hoofdfiguur een reporter is die perse wil scoren door een interview met de wereldberoemde, hoogbejaarde kunstschilder Kaminski, die afgezonderd in de bergen leeft. Die ikfiguur is de gruwelijkste journalistieke klootzak uit de literatuur die ik ken. Hij likt zich in, het lijkt hem te lukken, maar dan verkeert de onderneming in z'n tegendeel: acute bejaardenzorg.

 In Kehlmanns boek over literatuur 'Wo ist Carlos Montúfar' krijgen een paar schrijvers de minstens zo ademsnoerende vraag 'welke boeken zou u meenemen naar een onbewoond eiland?'. Eentje zegt 'De mijne.' Kehlmann antwoordt dan: 'Op een onbewoond eiland zitten en niets anders te lezen hebben dan mijn eigen boeken, zo stel ik mij de hel voor.'  

 Op 22 april zal Daniel Kehlmann in Utrecht zijn om de Portugees Antonio Lobo Antunes te interviewen tijdens City2Cities.

Berliner Fernsehturm, restaurant op 200 meter..

Beerholm

Nooit eerder overkwam het me dat het niet lukte een boek uit te lezen. Niet op deze manier. Niet omdat het me verveelde, maar juist omgekeerd, omdat het naderende einde van het verhaal me benauwde.

 Ik las het in wachtkamers, werd daardoor veel onderbroken en moest steeds hernemen waardoor ik het vele malen las. En, de naderende afloop leek zich te verstrengelen  met mijn eigen levenslot.
Het gaat om de roman Beerholms Vorstellung, debuutroman van Daniel Kehlmann, bekend van 'Het meten van de wereld'.
Beerholm is een magiër, hij laat dingen gebeuren die niet kunnen.
Eindelijk, na weken aangekomen in het slothoofdstuk nam de spanning angstig toe, toen bleek dat Beerholm zijn boek had zitten schrijven in het café bovenin de Fernsehturm van Berlijn.
Langzaam ontvouwt hij in détail de sprong die hij heeft voorbereid, maakt precieze berekeningen van de valsnelheid, de kans dat een omstander hem nog bij een been zal grijpen.
Op dit punt heb ik het boek vele malen moeten verwisselen voor de Marie Claire.
Maar vandaag kwam ik, aan de hand van Beerholm, op pagina 248, nog een stap verder.
Bij de onmogelijkheid te sterven.
 

wachtruimte - Branislav Mihajlovic

Wachten

De laatste tijd zit ik veel in wachtruimten.Mijn wachtstrategie komt neer op 'er niet zijn'.

Er wel zijn zou betekenen gesprekjes aanknopen met wie naast je zit over ongemakken, wachttijden, parkeerproblemen. Of in de Linda gaan bladeren.
Er niet zijn kan door een Duits boek te lezen.
De mensen denken dan dat je geen Nederlands spreekt.
Ik heb voor dit doel Beerholms Vorstellung, het debuut van Daniel Kehlmann bij me.
Ben je aan de beurt dan word je in het lezen gestoord. .
Door die vele storingen moest ik vaak terug in de tekst, ik heb het daardoor nu al wel drie keer gelezen. Nu zoek ik een gelijkwaardige Duitse Wartezimmer-roman.
 

Daniel Kehlmann.

Kerstgedachte (1)

''Is twee maal vijf altijd tien? Waarom altijd?' Dat vraagt het jongetje aan de schooljuffrouw. Een Kerstgedachte, vooruit. Uit de eerste roman van Kehlmann, 'Beerholms Vorstellung' (1997), die hij nakeek en in 2007 opnieuw uitbracht.

Na een periode als hyperbegaafd goochelaar ontwikkelt de hoofdfiguur zich tot wiskundige en leert dat een fascinatie voor getallen door medemensen niet begrepen wordt. Een weerkerend thema bij Kehlmann.
En dan.. dan wil hij theologie gaan studeren en bekeert zich tot het katholieke geloof.
Dit ondanks 'de ontdekking dat in het hart van de wiskunde de kiem van de waanzin ligt'. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: 'mijn bekering vond plaats boven een ruitjesschrift en rood millimeterpapier, mijn streven naar God was in de grond een mathematisch streven.'

'En opeens begrijp ik het.  Begrijp ik, waarom twee maal vijf tien is, nu en altijd, in deze wereld en in alle andere.'  Duizelingen! Ziedaar de eerste Kehlmann-held: hij zoekt het absolute, de lezer weet dat dit slecht moet aflopen.
 

Daniel Kehlmann
z'n alter ego Leo Richter, door Frank Stockton

Daniel Kehlmann

Van wiens roman 'Het meten van de wereld' (2004) meer dan twee miljoen exemplaren verkocht zijn weet van mislukking. De romans en verhalenbundels die hij voor die tijd schreef flopten stuk voor stuk.

Over leven na het succes gaat niet alleen zijn laatste bundel 'Ruhm' maar ook het korte verhaal 'Het portret van Leo Richter' (2008).
De hoofdpersoon is schrijver en heeft moeite met geïnterviewd worden. Een afwijking van lang geleden, lijkt het. 
Wat is er tegen je laten interviewen?
Leo Richter is bang voor tal van dingen, van grote honden en dronken mensen tot inentingen en varieté-artiesten die iemand uit het publiek vragen op het podium te komen. 
En nu heeft hij toegezegd mee te werken aan een geschreven portret in een grote krant. En de interviewer ontpopt zich als een stalker. Hij blijkt alles - ook pijnlijke zaken - van hem te weten, belt hem voortdurend, en legt tal van verbanden die Richter niet bevallen.
Kortom Leo Richter ziet in het brein van de ander een karikatuur van zichzelf ontstaan. Hij zegt de medewerking op. Maar dat maakt het alleen maar erger. Het stuk zal toch verschijnen. De journalist stuurt hem negen pagina's schriftelijke vragen.
En, als zo vaak, eigenlijk wil de journalist zijn vriend zijn.
En dan - ik verklap het - staakt ook de schrijver Daniel Kehlmann zijn medewerking. Hij verlost zijn alter ego uit z'n lijden door hem niet meer wakker te laten worden.
Een literaire euthanasie. 

ps,. F.Bordewijk probeerde het in 1962 nog uit te leggen aan radio-interviewer Gregoor, maar vergeefs.
Ook Remco Campert schrijft erover in de Volkskrant van vandaag, zaterdag 28 augustus: 'Als een drenkeling neem ik mijn hele leven door...' 
 

nog geen E-books gezien..

Strandlezen

Er wordt gelezen aan het strand, niet alleen tijdschriften, ook boeken, en niet weinig. Al zijn de mij zo raadselachtige 'pure zonaanbidders' in de meerderheid. Die doen dus helemaal niks. Uren lang, in een houding tussen zitten en liggen in.

Ik heb het geprobeerd, strandlezen, en het is me slecht bekomen. Al vrij vlug zakte ik weg en begon de inhoud van mijn boek (Daniel Kehlmans roman 'Mahlers Zeit') zich los te maken van de pagina en heel andere wegen te bewandelen.
Het gekke is dat ik dat toch merkte en halverwege zo'n afslag - wat had het Nederlands voetbalelftal te maken met de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica? - dacht 'dit is toch nogal onwaarschijnlijk, dit kan Kehlmann nooit zo geschreven hebben, ik slaap waarschijnlijk'.
En toen werd ik wakker.
Waardoor ik gespaard bleef voor ernstige zonnebrand in één lichaamshouding. 
 

Kehlmann vorig jaar in Felix Meritis waar Arnon Grunberg hem interviewde.. de twee aten afgelopen week samen in New York.

Daniel Kehlmann

'Am schlimmsten waren die Sommerferien. Wenn das Gras gelbe Hitze ausströmte und der Himmel nahe und schwer war und wie aus warmem Metall und die Zeit nicht verging und sich nichts rührte, nirgendwo in der Welt.' In Frankrijk, niet ver van Vienne las ik dit, bij warm, onweersachtig weer, hoog op een berg. Het staat in 'Unter der Sonne'. De verhalenbundel van Daniel Kehlmann.

In het titelverhaal van mijn exemplaar steekt als bladwijzer, op pagina 52, het blad van een paardenbloem. Paardenbloemen waren daar groter dan hier.
Het was mijn eerste zomerse dag. Dikke, stilstaande lucht. Waarin geluiden van ver doorklinken.
En zo'n zon waaronder wel alles kan gebeuren.
En ja, precies daarover gaat het verhaal van Kehlmann.
 

De Wonderen van het Heelal (3)

'Het meten van de wereld' van Daniel Kehlmann speelt in de jaren '30 van de 19de eeuw, als Alexander von Humboldt en zijn assistent de Fransman Bonpland oa. door het tegenwoordige Latijns-Amerika trekken en alles beschrijven, in kaart brengen en meten wat ze tegenkomen aan gesteenten, flora en fauna, vreemde volksstammen en andere natuurverschijnselen.

Eigenlijk het zelfde gebeurt in het tweedelige platenboek uit de jaren '20 van de vorige eeuw, dat ik bleek te delen met Willem Frederik Hermans en dat ik nu weer in handen heb.
Het meten van de wereld ging al die jaren door. Voorzichtig blader ik, kleine hapjes tegelijk nemend.
Scherp herinner ik me deze prent van Sumatraanse 'inlander' bij 'De grootste bloem der wereld'. De bloem werd in 1818 ontdekt door Sir Stamford Raffles. Althans hij werd gewaarschuwd door zijn 'Maleisische bedienden'. De bloem groeide op de wortels van een onbekende boom. 'Er waren geen bladeren, en de bloem en de knoppen ontsprongen direct aan deze wortels.' 
Er waren meerdere getuigen van de metingen van wat ging heten de Rafflesia.
Maar deze Humboldteske omschrijving was ik kwijt: 'De holte in het midden werd berekend een inhoud te hebben van ongeveer zes liter, en het gewicht van de geheele bloem werd geschat op ongeveer 15 Engelse ponden.'

Pagina's