Pegasus bracht zijn 'Legende over de bloedmooie Julinka' uit 1968 opnieuw uit, in een oplage van 200. Ik bezit nummer 124. Waarin Julinka ons vertelt:
'Ik heb mijn intrek in het Palace Hotel genomen. Tegen middernacht, nauwelijks lig ik in bed, stel ik vast dat er boven de toegang naar de badkamer een elektrische klok tikt. Ik, Julinka Krim, die niet eens tegen het tikken van een polshorloge kan en zo'n horloge dan altijd met een sjaal omwond en vervolgens in een koffertje wegborg, en dat koffertje met de tikkende tijd sloot ik dan in een kast op...'.
En, wat doet Julinka Krim? Ze haalt een veter uit haar rijglaarsje en strikt de grote en de kleine wijzer met een strop aan elkaar vast. De tijd geeft zich gewonnen: 'het jammerde in de klok, reutelde en daarna werd het stil.'
En dan zeg ik nog niets over de stalknecht, met z'n bloedmooie mannenbenen, die ze zo leuk vindt dat ze hem meteen op zijn falie wil slaan, want zo is ze. Als ze in haar Galaxy 500 rijdt 'wordt zelfs het saaiste landschap bloedmooi, elk landschap wordt bloedmooi door mij en ik word nog bloedmooier door het bloedmooie landschap.'