Hij viel op 3 februari 1997 in een Praags ziekenhuis uit het raam, bij het voeren van duiven. Onduidelijk is of hij sprong of viel. Onder de communisten werkte hij eerst in een ijzergieterij waar hij een ernstig ongeluk kreeg. Daarna (1954) in een oudpapierdepot waar de wereldliteratuur tot balen oudpapier werd geperst. Lees daarover 'Al te luide eenzaamheid' (1976).
Opeens is er weer een boek van mijn held verfilmd. De Tjechische schrijver Hrabal werd geboren in 1914 in Brno. Zijn 'Zwaarbewaakte treinen' werd verfilmd door Jiri Menzel en kreeg een Oscar in 1967. En nu is er 'Ik heb de koning van Engeland bediend' (1982) weer door Menzel. Hoe de film is weet ik morgen. Nu het boek op schoot. Het prachtige droef-vrolijke verhaal begint met de eerste schreden van van de piccolo Jan in het onduidelijke hotel De Gouden Stad Praag. Zo'n hotel waar altijd geld is en alles kan. Eerste onderkop 'Glazen grenadine', eerste zin: 'Let op wat ik u nu ga zeggen'. En zo beginnen ook alle hoofdstukken.En dan heel veel meer hotels, mooie meisjes, drank en sterke verhalen. Als je niet van dat soort boeken houdt, ga niet naar de film. Misschien had mevrouw Linssen van NRC-Handelsblad ook beter thuis kunnen blijven. Die ergert zich vanavond aan de 'eendimensionaliteit van de karakters', vooral die van de vrouwen: 'Hop daar gaat er weer eentje uit de kleren, terwijl de hele wereld sensueel om het liefdesbed dwarrelt'. De buitenlandse recensies zijn heel lovend. En opeens herinner ik me de onderbroeken. De onderbroeken van de zwarte zakenlieden, die ze gewoon uit het raam gooiden als ze vuil waren. Geld genoeg. Je hoefde ze als piccolo maar op te pikken en te wassen en je kon ze zo doorverkopen. Waar staan ze? Ik blader. Hoe het personeel leeft van de bijverdiensten rond zo'n hotel, de kliekjes, al wat aan de strijkstok blijft hangen, daar gaat het over.Verdomd, de onderbroeken, op pagina 42. En morgen de film.Lees ook het stuk van Oliver Kerkdijk in de VPRO-gids van deze week.