Bohumil Hrabal

 Bij Pegasus verschenen zeven brieven die Bohumil Hrabal in de jaren '70 schreef aan zijn vriend, de musicus Karel Marysko (1915-1988), vertaald door zijn Nederlandse schutsengel Kees Mercks. Grote drinkers, allebei.

'Beste Karel,

En omdat het verleden dreigend is en de toekomst eeuwig bekend, rest ons het heden dat niet bestaat en heb ik door te praten de uiterste drempel van de stilte bereikt, en nu komt het me voor dat we jarig zijn geweest, maar ik weet niet of we elkaar hier nu mee moeten feliciteren of condoleren. Het komt me soms voor dat me eigenlijk alles alleen maar is voorgekomen, en dan voel ik absoluut geen lust meer om nog meer teksten te stamelen en dan heb ik ook absoluut geen lust meer mijn best te doen om na te denken over dingen die in categorieën besloten liggen die tot dusver niet geboren zijn. Het komt me ook voor dat jij niet in Noorwegen bent, ook niet in Praag, en dat je eigenlijk al lang gestorven bent of zojuist geboren. (...)'

Een brief later gaat het over bier:

 '(...) Als ik een dochter had zou ik willen dat ze geboren werd uit het schuim van bier, net zoals Aphrodite op Cyprus geboren werd uit het schuim van de zee, dat ontstond toen het zilte element in beroering raakte door de val van het afgehakte geslacht dat de Olympische goden bij vader Kronos hadden afgehouwen. Maar ik ben geen halfgod, ik ben een mens, iemand die als hij een dochter had gehad haar tenminste in een badje met bier had gebaad (...)'

Tags: