De wervelstorm van Aukje Koks

 Mijn eerste indruk bij het binnengaan van de tentoonstelling van Aukje Koks bij Stigter van Doesburg in de Amsterdamse Elandstraat is die van een voorbije wervelstorm. Die geen bladeren heeft verstrooid maar afbeeldingen van alledaagse voorwerpen, terecht gekomen in vreemde combinaties.

 Toeval? Wat naast of onder elkaar hangt moet wel iets met elkaar te maken hebben. Maar wat te denken van een Toetankhamon-afbeelding met een plexiglas cylinder? Tuinvogels met een pretzel. Grissini in een glazen cylinder. Alles getekend en opgeprikt. Als aantekeningen op een kantoorwand.

 Of een geschilderd kantoorautomaatje om sellotape af te scheuren. Een hele serie kantoorattributen. Of een bonte verzameling 'Couples' tweetallen als sleutels, messen. En dan, batterijen. Scharen, nogal wat scharen.

 Het trompe l'oeil dat ze vaak doet werkt overtuigend. Je zou proberen een sleutel te steken in een slot.

 Hoe werkt het brein? Eerst wordt het overdonderd, daarna wil het samenhangen zien. Het verdraagt geen toeval. Zeker niet als het opgezet is als een val waar je met open ogen in loopt.

 Een vaag geschilderde vaas bloemen waar een afgescheurd hoekje van een zak chips op terecht is gekomen, is dat niet...?

Tags: 

De dingen van Aukje Koks

 In de catalogus bij de 'Ways of being' van Aukje Koks, nu in het Haagse GEM, staat ook een gesprek, waarin ze weerkerende voorwer­pen voorstelt, zoals broekzakken, manchetten, kragen van een overhemd, kledinghaakjes. Het skelet van een man, lijkt het vaak.

 Ze zegt: 'Ik heb op een zekere dag poëzie of herkenning in deze motieven of objecten gevonden en ik was niet meer in staat om die herkenning of associatie te laten gaan.'

(...)

 'Wat ik interessant vind aan die kledinghaakjes is het idee om ergens voor een korte tijd aanwezig te zijn, als een kortstondig bezoek. Op dezelfde manier ben ik gefascineerd door de poëzie van een boekenplank, in dienst van de dingen die hij draagt, terwijl de plank daarbij zijn eigen identiteit als het ware opzij zet.'

(...)

 'De onderdelen van het overhemd waren het resultaat van een korte romance, iets tijdelijks. Ik had nog best dingen kunnen toevoegen zoals een zin uit het boek The Miscreant van Jean Cocteau: 'What uniform can I wear to hide my heavy heart'. Deze zin gaat niet perse over mij. Ik stelde me voor dat alle kantoorwerkers dit soort uniformen in hun kast hebben hangen, en ze dragen terwijl ze hun verlangens en mijmeringen er onder verbergen.'

(…)

 'Vaak doe ik geen moeite om de reden van een specifieke keuze voor een motief te vinden. Ik heb dan de voorkeur om het te laten rusten in de banale diepten van het onderbewustzijn.' 

Tags: 

Aukje Koks in GEM

 Waartoe zouden kleren, parafernalia, al de kleinigheden die we met ons mee sjouwen, anders dienen dan om ons te verbergen? Dat was de vraag waarmee ik uit 'Ways of being' kwam, de grote tentoonstelling van Aukje Koks in het Haagse GEM.

 Het omgekeerde van de nieuwe kleren van de keizer. De keizer is verdwenen, van zijn kleren resten nog slechts afschaduwingen. Ik leerde de thema's en rekwisieten van het Theater Aukje Koks de laatste jaren een beetje kennen. Niet eenvoudig bij zo'n doortrapte illusioniste. Van haar rekwisieten weet je nooit hoe echt ze zijn. Er is veel trompe l'oeil. En ze zijn ook verder heel bedrieglijk.

 De at­tributen zijn vooral die van man, vrouw en geld. De man vaak teruggebracht tot een kleerhanger, de resten van een overhemd, en zonnebril. De vrouw soms niet meer dan een passement met rijen totaal verschillende knopen.

 Met deze aan- of afwezigheden van personages maak je geleidelijk kennis. Er zijn ritmische vermenigvuldigingen van zonnebrillen, serpentines, hemdsmouwen.

 Ook het medium blijft daarbij consequent onzeker. Een kader kan een gouden lintje zijn, in stof of verf. De luxaflex (Undertones, 2011) en de handschoen net zo goed geschilderd als echt.

 Een afbeelding is nooit zomaar een afbeelding op papier of doek. Hij kan uitgeknipt en opgeplakt zijn, echt of in schijn.

 De illusioniste laat zich bij vleugjes kennen in heel geestige titels als: Can I take your coat? A serious thought (2011, voor de paraplu in de donderbui), of Public property (voor het rudimentaire overhemd).

 Letters zijn er ook, steeds in touwschrift. Het touw hoort tot de vaste attributen van Aukje Koks. Hoort sinds jaar en dag tot haar vaste raadselbagage.

Tags: 

Artist Textiles

 Ver van het voetbal, was ik vanmiddag in het Tilburgse Textiel­museum. Als kind al kon ik het niet laten stoffen te betasten. En daarmee, daardoorheen, de vrouwen die ze droegen. En nog zijn m'n vingertoppen rusteloos en blijf ik vragen welke stoffen, welke kleuren. En geven woorden van mijn moeder en tantes als 'vallen' en 'zitten' toegang tot de wonderbaar­lijke vrouwenwereld.

 De tentoonstelling Artist Textiles, Picasso tot Warhol, laat zien dat ik de enige niet ben. Heel de twintigste eeuw hebben kunstenaars - mannen zo goed als vrouwen - in samenwerking met modeontwerpers stoffen ontworpen voor jurken, rokken, sjaals.

 De kort naoorlogse tijd, toen de textielproductie weer op gang kwam bood grote kansen: moderne kunst bereikbaar en betaalbaar voor iedereen. Na de bloemetjesjurk kwam het 'fantasiemotiefje'.

 Sonia Delaunay, Matisse, Picasso (veel van hem), Henry Moore, Leger, Miró, Calder en last but not least Andy Warhol waagden zich eraan. Bedrukt katoen. Zeefdrukken. Zijn de fantasiemotiefjes verdwenen? Welnee, ze zijn onuitroeibaar. Ze verhuisden dit jaar naar de leggings, strak of recent weer wat wijder zodat het broeken wordemn. Nog niet ontworpen door Hadassah Emmerich, Gijs Frieling of Aukje Koks. Maar dat komt wel. De stoffenfabrikanten moeten nog een paar passen zetten. 

muurschildering, hout, doek met olieverf..

Gezichtsbedrog

 Eerder verwijlde ik achter de coulissen - of was dat juist het podium - van dit theater. Theater heeft veel gezichten. In het Haagse Gemeen­temuseum is werk van uiteenlopende artiesten bijeen gebracht onder de kop ‘Ingewikkelde beelden.’

 Twee ervan begoochelen de zinnen. Als Fred Sandback (1943-2003) zegt dat hij kamerhoge glazen platen tegen de wanden laat leunen – ‘leaning constructions’ (1969) - dan zie je die ook werkelijk staan. Toch, er mankeert iets. Ze zijn wel heel netjes gelapt en spiegelen doen ze ook niet. Dus leg je je vinger tegen het glas. En dat glas is er niet. Er zijn bij nader zien - op de plaats waar je de randen van glas denkt - alleen in het vierkant vierkant gespannen zwarte wollen draden.

 In de Gouden Eeuw was het kunststukje genoeg, nu blijf je zitten met vele vragen. Loop naar ‘Eerste kwartier’ van Aukje Koks. Tegen de muur is een lege lijst opgehangen, aan een wel erg dik stuk touw. In eerder werk van haar komt dat touw ook voor. Dreigend touw is het, dat spreekt van je verhangen - denk ik, maar dat komt uit eigen ervaring voort.

 Hier hangt aan dat zelfde touw – echt touw - alleen een lege lijst. Als je beter kijkt is ie op de muur geschilderd. Onder de lijst is een schoolbord opgehangen waarop iets gestaan heeft dat - door wie? -is uitgeveegd. Als je dichter bij komt blijkt de lijst deels van echt vurenhout, deels geschilderd, net als het schoolbord.

 Bedrogen. Maar met welk doel? Voor je het weet verzin je van alles. Bijvoorbeeld: er moet iets beginnen. Een schilderij, een schoolles, een voorstelling? Of alledrie tegelijk. Zo vergaat het de toeschouwer in Theater Aukje Koks.

Tags: 

Het theater van Aukje Koks (2)

 Hard? Zacht? Eetbaar? Tastbaar? Aukje Koks heeft eerder trompe l'oeils gedaan, die ze minstens zo ver doordreef als plafondschilderingen van oude meesters, waaruit engeltjes met een hoofdje of arm in beschilderd gips naar voren komen.

 Zodat je ook bij Aukje nooit weet waar het één begint en het ander ophoudt. Is dit een stapeltje carbonades? Zijn dit broodjes? Is dit kaas? Of steenkool? En dan: vogelveren. Echte?

 Op drift geraakte voorwerpen. En af en toe een paar vingers en een spiedend smoel, dat je lijkt aan te kijken. Of uit te lachen. Gefopt! En vanwaar de weglopende tinten? Gisteren vroeg ik uitleg bij 'Somewhere between a rock and a pudding.' En dit kreeg ik terug uit Brussel:

 'Voor deze tentoonstelling ben ik bezig geweest met de identiteit van het object. Ik heb nagedacht over hoe ik sommige objecten lijk te 'iconiseren' door isolatie en herhaling. Ik dacht, wat als ik nu niet voortdurend toevoeg (aan verf), maar weghaal. Dus heb ik geschilderd met in mijn ene hand een kwast, en in mijn andere hand een doek. En elke keer als ik wat toevoegde, haalde ik het ook weer weg. En zo verloor het object (in veel gevallen een steen in draag­baar formaat) zijn identiteit een beetje.'

 Zie, Aukje Koks vang je niet in één oogopslag.

Tags: 

Het theater van Aukje Koks (1)

 Waar was Aukje Koks gebleven? Ze begon tien jaar geleden met geschilderde verhaalelementen: een bed, een touw. Maar richtte zich steeds meer op het materiaal, de rekwisieten. De voorstelling?

 Waar kwamen de decorstukken vandaan? Wie zich dat afvraagt keert de voorstelling om. Maakt van de werkplaats het podium. Dat lijkt me wat Aukje Koks deed. In het Schiedamse Stedelijk zag ik bij haar eerste grote solo in 2012 al decors en rekwisieten. En nu, in galerie Stigter van Doesburg haar volgende stap.

 Ik denk dat ze achter de coulissen verdween en in de kleedkamers terecht kwam. Waar ze kostuums en attributen oppakt en bestudeert. Wat daar al niet ligt..

 Terwijl we in de verte gelach, applaus en muziek horen zijn we aan de stille achterkant van de voorstelling beland. Aan een haakje hangt een echte stropdas, die in geschilderde vorm terugkeert op de doeken. Behalve schilderijen is er ook een galerij van portemonnees en portefeuilles van zeepsteen. Een mannelijke hoofdfiguur? Maskers? Opeens zie ik James Ensor schemeren. Brussel.

 Maar er zweeft daar zo veel, halverwege hard en zacht, eetbaar en oneetbaar, begrijpelijk en onbegrijpelijk, ‘Somewhere between a rock and a pudding’, zoals de tentoonstelling heet. Aukje maakte zelfs een video-animatie waarin de voorwerpen een eigen leven leiden.

 Ik mailde haar in Brussel, waar ze woont. Morgen haar antwoord.

 

Tags: 

Aukje Koks (2)

 Wat gebeurt hier? Aukje Koks zegt dat de houten vingers eer bewijzen aan de geschilderde hand. 

 Een strijd is het, waarbij soms de werkelijkheid het van de kunst wint, maar het soms ook andersom uitpakt. Het gegeven dat deze vingers uit lindenhout zijn gesneden legt de dubbele bodem.

 Aukje Koks (Gilze‑Rijen, 1977) staat op gespannen voet met de kunst en met het kunstenaarschap. Ze geeft zich voortdurend rekenschap van wat ze aan het doen is. Zie op haar website hoe ze Dick­ens' Great Expectations letterlijk verzoop, onleesbaar maakte en liet desintegreren. En neem die titel maar letterlijk. Want zonder zelfspot gaat het niet. Balanceren tussen werkelijkh­eid en illusie, tussen waarnemen en wat we denken waar te nemen. En daarmee de toeschouwer uitdagen. Zo moet je haar website lezen.

 Vrijdagavond na 22.00 is ze te horen in de Avonden.

Tags: 

Aukje Koks

 Een boekomslag, beschilderd door Aukje Koks. Zo staan er meer boekomslagen in de zaal in het Stedelijk in Schiedam waar 'Preludes', haar eerste grote solo gisteren opende.

 Een zaal vol geschilderde of materiële - meest hout - voorwer­pen, waar alles met alles te maken heeft. Een voorbeeld: hier staat ze naast een geschilderd boekomslag. Kijk je goed, dan zie je een ouder­wetse museale schilderijenwand met doeken uit de Gouden eeuw. Maar kijk je om je heen dan zie je die door Aukje Koks verzonnen Gouden Eeuwse schilde­rijen in het groot - aan de tegenoverlig­gende wand hangen.  

 Ze wil voortdurend rekenschap geven van wat ze doet. Wat heeft ze te maken met de Gouden Eeuw? Op haar site staat een schitterend beeldverslag van haar ontwikkeling sinds 2005. Dat begon met beelden uit denkbeeldige suspenseverhalen. Maar later ging ze zich afvragen waarom. Ze kon het goed, maar wat was schilderen? En wat wilde ze schilderen?

 Alle stadia van haar worsteling zijn te volgen, van giechelen en zelfspot tot diepe twijfel en willen ophouden. Van naar de natuur werken tot haar gevecht met de - al dan niet geschilderde materie.  

Tags: 
Oudezijds Voorburgwal 153
It's not over (fragment) van Aukje Koks

Art (1)

'Off Art Amsterdam' zou je het kunnen noemen. Morgen zie ik misschien het spektakel in de Rai, nu al fietste ik tegen wat dissidenten op, drie Amsterdamse galeries die in een huis aan de Oudezijds Voorburgwal 153 laten zien wat ze hebben.

 Je vindt het zo, aan de gevel hangt huishoog de 'Verticale Camping' van Leonard van Munster.
Binnen trof ik oa. nieuw werk van Aukje Koks, die zich nu al een paar jaar verdiept in haar eigentijdse vorm van 'trompe l'oeil'.
Werkelijke voorwerpen gaan bij haar - binnen één compositie - onmerkbaar over in geschilderde versies van die zelfde voorwerpen. Ze speelt het spel van schijn en wezen.
Het schilderij wordt een sculptuur. 
Hier schieten foto's hopeloos tekort. Aukje Koks schildert, maar daarmee neemt ze geen genoegen.
Ga er met je neus bovenop staan.   

 Ik dacht opeens aan de reuzenfoto's die voor gebouwen in restauratie worden gehangen. Zoals ik in München zo mooi zag.
Heren van de restauratie, vraag Aukje Koks een keer voor zo'n reuzendoek! Je zult niet weten wat je meemaakt.
 

Tags: 

Pagina's