Ver van het voetbal, was ik vanmiddag in het Tilburgse Textielmuseum. Als kind al kon ik het niet laten stoffen te betasten. En daarmee, daardoorheen, de vrouwen die ze droegen. En nog zijn m'n vingertoppen rusteloos en blijf ik vragen welke stoffen, welke kleuren. En geven woorden van mijn moeder en tantes als 'vallen' en 'zitten' toegang tot de wonderbaarlijke vrouwenwereld.
De tentoonstelling Artist Textiles, Picasso tot Warhol, laat zien dat ik de enige niet ben. Heel de twintigste eeuw hebben kunstenaars - mannen zo goed als vrouwen - in samenwerking met modeontwerpers stoffen ontworpen voor jurken, rokken, sjaals.
De kort naoorlogse tijd, toen de textielproductie weer op gang kwam bood grote kansen: moderne kunst bereikbaar en betaalbaar voor iedereen. Na de bloemetjesjurk kwam het 'fantasiemotiefje'.
Sonia Delaunay, Matisse, Picasso (veel van hem), Henry Moore, Leger, Miró, Calder en last but not least Andy Warhol waagden zich eraan. Bedrukt katoen. Zeefdrukken. Zijn de fantasiemotiefjes verdwenen? Welnee, ze zijn onuitroeibaar. Ze verhuisden dit jaar naar de leggings, strak of recent weer wat wijder zodat het broeken wordemn. Nog niet ontworpen door Hadassah Emmerich, Gijs Frieling of Aukje Koks. Maar dat komt wel. De stoffenfabrikanten moeten nog een paar passen zetten.