Jan Mankes Expositie in Eerbeek

 Het landhuis, voormalig kasteel, Huis te Eerbeek werd in 1895 eigendom van de zoöloog Max Weber en zijn echtgenote Anna van Bosse. Zij was ook biologe en had zich gespecialiseerd in algen. Tegen­over hun huis woonde de schilder Jan Mankes, die regelmatig contact had met de Webers.

 Vanuit zijn atelier maakte Mankes in 1917 meerdere schilderijen waarop het 'Huus' - thans een hotel - voorkomt.

 Er zal werk te zien zijn van eigentijdse fijnschilders, vanaf 11 oktober - met corona-voorbehoud.

 In de jaren '50 werd het een zg. 'Volkshogeschool' voor volksopvoeding van groepen bibliothecaressen, plattelandsvrouwen en arbeiders van de AKU.

 Ik woonde daar als schooljongen drie jaar lang in het bijgebouw en was thuis in de oude moestuin en het omliggende park. 

 Vaak schreef ik over die tijd en omgeving in Avondlog. Over de varkens, de tuinknecht Guul en de dorpsmeisjes die kookten voor de groepen. Maar ook over het koetshuis, de moestuin en de dikke middeleeuwse muren waar voor leidingen anderhalve meter geboord moest worden. 

Tags: 

Jan Mankes in Eerbeek

 Gisteren in Gorsselse realisme museum MORE stond ik weer tegenover Jan Mankes. Oog in oog met de dood.

 In Avondlog schreef ik in 2007 over Mankes (1889‑1920), die in Eerbeek zijn laatste jaren doorbracht, daar ook stierf en begraven ligt. Hij woonde in het huis naast de later gebouwde kerk.

 Een huis met een grote 19de-eeuwse erker aan wat later de Jan Mankesstraat zou heten. Vanuit de erker, waar hij zijn atelier had, zag hij uit op het 'Huis te Eerbeek', een vleugel van een voormalig kasteel met een vijver en landerijen. Mankes schilderde het, in de sneeuw.

 Het blijft vreemd, maar in dat zelfde landhuis heb ik later gewoond, drie naoorlogse jeugdja­ren lang, toen het een zg. Volkshogeschool was geworden, waar mijn vader werkte.

 Als ik naar de jeugdkerk liep, die gehouden werd vooraf aan de echte kerkdienst, kwam ik langs de erker van Jan Mankes. Toen niet meer dan een vreemde naam op een bordje.

 In de consistoriekamer van de kerk, waar ik op een avond als achtjarige alleen heen gelopen was, zag ik een voorstelling met lantaarnplaatjes van het werk der Sint Bernardshonden. Lijken van verongelukten lagen opgebaard in de kelder van een klooster. Daarna was er collecte. Die kelder keerde terug in angstdromen.

 In 2007 zag ik een Jan Mankes tentoonstelling waar veel me duidelijk werd. Ik schreef: 'Een rare dag. Buiten heerst wat Reve het 'tinnen licht' noemde. In de huiskamer nadert de binnenhuizige krankzin­nigheid. Gevolg van het langdurig inade­men van zuurstofarme, drooggestookte lucht. Er brandt een theelichtje van lang geleden. Ik denk aan Jan Mankes, die dit geschilderd heeft. Zijn vrouw schenkt thee en hij weet: ik ga dood. Hij had tbc.' 

Tags: 

Realisme in Gorssel

 Vanmiddag in Gorssel het Realisme Museum MORE. En weer kwam ik in de bekende breinbreek terecht: vanwaar toch die stilstand, die verstijving tot vergruweling? Maar soms werkt het, zoals in de interbellum‑doeken van Pyke Koch, Willink, Schumacher of eerder Jan Mankes.

 Oprechte doodsheid uit doodse tijden. Een theelichtje, een zeppelin om mee te ontsnappen, meer niet. Maar bij Charley Toorop lijkt het wel of ze al haar onderwerpen en modellen om zeep wil brengen. Net als Annemarie Busschers met haar levenloze reuzenportretten.

 Na de oorlog zijn er meer beweginglozen, Blankert en Beutener. En dan lijken de zelfportretten van Philip Akkerman, met hun levendige streek hier wel verdwaald. Een vloek in de kerk.

 Een doodskop van Raoul Hynckes, een gemberpotje van Jan Mankes. Bewegingloosheid en realisme. Wat zou de twee toch binden?

 Wat gezegd moet: de verhuizing van Scheringa's kleuterschool in Spanbroek naar het piekfijne marmer van Gorssel doet de merendeels beke­nde doeken goed. En, er zijn er ook die ik nog niet kende. Echte verrassingen. Het gebouw heeft een bad van buite­nlicht, ook van onder de plinten, zoals in Belvedere in Oranjewoud.

 Een mooie uitstalling, ook inclusief de latere, zoveel mindere Willinks en zelfs de paar realisten van nu, die het verschil met het interbellum pijnlijk duidelijk maken. En tja, in Arnhem hebben ze daarvan wel de beste.

bij het pontje over de Vliet (of heet het daar nog de Schie?) in Delft
beton?

Beton (7)

 Willem van Dulmen stuurt dit geheel betonnen schuurtje. Het staat in de Knijpe, Friesland (waar eens Jan Mankes woonde en schilderde).Ik raak onder de indruk van de materiaalverwarring, de hang naar het oude die wint wanneer nieuw materiaal niet wordt geaccepteerd. Zoals formica nog steeds met hout- of marmerpatronen bedrukt wordt.Wat duurt het toch lang voor een nieuw materiaal z'n eigen vorm mag hebben. Voor beton beton mag zijn.

 Verrassing vanmorgen in Delft, niet ver van Calvé, aan de overkant bij het fietspontje, dit abri. En nog even over die twee aan weerszijden van de A44 bij de brug over de ringvaart van de Haarlemmermeer. Die zijn echt niet te bereiken. Ik probeerde ze al een paar keer vanuit de auto maar schoot steeds mis. Stilstaan is daar onmogelijk.

 PS. Ik kan de Schotse betonkunstenaar Toby Paterson die in het Haagse 'Stroom' exposeert (zie dit log van 21 april) interviewen. Komende zondag komt hij naar Den Haag.

Tags: 

Jan Mankes (2)

'Waar ik me thuis voel daar kan ik werken, de omgeving past zich dan wel aan mij aan en wordt dan vanzelf mooi.' Jan Mankes (1915)

 Het is Jan Mankes-jaar. Bij Museum Belvédère in Heerenveen verscheen 'Woudsterweg, de Friese jaren van Jan Mankes'. Weer een boek waarin uit de brieven en dagboeken/kladschriften van Mankes (1889-1920) wordt geciteerd. Wat zou ik graag al z'n tekst in één deel compleet hebben. Weer wat kruimels. Wat las Jan Mankes? Hij kocht de eerste editie van de correspondentie tussen Theo en Vincent van Gogh. Het was Vincent die hem aan het schrijven zette.

 Kende hij Nescio? Net in de tijd dat Mankes in Friesland werkte (1905-1916) schreef Nescio 'De uitvreter' en 'Titaantjes'. Ze hebben veel gemeen. Soberheid van stijl, nuchterheid, zuiverheid maar ook weemoed, zegt Yme Kuiper in dit boek. Plus een grote betrokkenheid bij de natuur. In 1911 schreef Mankes in een brief: 'We hebben nu al zoo lang geslootkant en geknotwilgd dat er wel iemand met een heel bijzondere kijk op die dingen moet komen wil het belangrijk worden.'

 Dat werd hij zelf. Hij had weet van 'Cézannisten, kubisten en futuristen', maar deed het anders: 'Mijn neiging loopt naar het eenzelvige.' Hij schildert 'vanuit een hoger beginsel', of in de woorden van Yme Kuiper, vangt de eeuwigheid in een oogenblik. Van Deyssels hooggestemde 'Uit het leven van Frank Rozelaar' was een van z'n lijfboeken. Maar een traditionele godsgelovige werd hij niet, immers: 'Was er iets absoluuts in de wereld dan zou daarnaast niets anders kunnen bestaan.'

Tags: 
mevrouw Mankes schenkt thee (1915)

Jan Mankes (1)

 Een rare dag. Buiten heerst wat Reve het 'tinnen licht' noemde. In de huiskamer nadert de binnenhuizige krankzinnigheid. Gevolg van het langdurig inademen van zuurstofarme, drooggestookte lucht. Er brandt een theelichtje van lang geleden.

 Ik denk aan Jan Mankes, die dit geschilderd heeft. Zijn vrouw schenkt thee en hij weet: ik ga dood. Hij had tbc. Werk van hem is nu te zien in het Drents museum. En er wachten twee tentoonstellingen. Eentje in het Scheringa Museum in Spanbroek, eentje in het Belvédère in Oranjewoud. Dit is een Jan Mankesjaar.Ik heb een oude band met Jan Mankes (1889-1920).

 Als kind liep ik naar zondagsschool, langs het huis waar hij gewoond had. Dat was in het dorp Eerbeek. Mankes woonde vrijwel tegenover het Huis te Eerbeek (toen een zg. Volkshogeschool), waar ik een paar jeugdjaren heb doorgebracht.