Tytgat In Schiedam

 De Belgen komen. Lang waren schilderende vertellers hier niet welkom. Maar na Paul Delvaux, Jean Brusselmans, Rik Wouters tellen ze in onze musea mee.

 Nederlanders als Jantien Jongsma, een Duitse als Andrea Freckmann, de tekenaar Marcel van Eeden, de beeldhouwer Frank Halmans kwamen al eerder. Ook zij geven hun leven de vorm van een beeldverhaal, zoals de Heiligenverhalen in de Middeleeuwen.

Het Schiedams Stedelijk brengt nu Edgard Tytgat, een tentoonstelling die overkwam uit Leuven. Zo leefde Tytgat, vriend van Rik Wouters en Nel, met zijn vrouw Maria in Vorst en Watermaal. 

Bijna liet hij als kind het leven in de draaimolen op de kermis. Wat er in z'n werk van overbleef was een heel eigen mengsel van spel en ernst. Met een passie voor heiligenverhalen, variété en kermistheater, die in zijn ogen een en het zelfde zijn. Zijn wereld opent zich al in titels als 'Voorspel van een castratie', 'Voorspel van een gebroken liefde' of 'Uitnodiging tot het paradijs'.

Na zijn vroege tijd maakte hij verhalen als over de Acht Vrouwen, een lichtvoetig De Sade-achtig verhaal in vele prenten, waarin alle vrouwen uit zijn kennissenkring voorkomen, opgesloten in een bordeelachtig, maar zeer vriendelijk klooster. De prenten liggen hier uitgestald.

Heiligen, modellen, familieleden, ze spelen allemaal mee in Tytgats heel eigen, vaak zeer geestige autobiografie.

Heel bijzonder in Schiedam is het verfilmde verhaal dat zijn vrouw Maria over hun beiden vertelt.

Andrea's Commedia

 Op 8 april opent Andrea Freckmann in Den Haag haar ten­toonstelling 'Commedia Get on stage!'... Ik mag wat zeggen daar. En nu al weet ik dat dat een toneelstukje wordt. Andrea als de exposerende schilderes, ik als de gelegenheidsspreker. Katrijn en Jan Klaassen.

 Wat ik van haar ken heeft - vaak stiekem - iets theatraals. Figuren, levensecht geschilderd, dat wel, treden op als ja wie. In decors die de toeschouwer meenemen naar een Hollandse huiskamer of een Duits dorpsplein, waar werkelijk  alles kan gebeuren.

 In haar atelier dacht ik aan William James, die uitlegde dat het idee dat wij in het dagelijks leven 'rollen spelen' verkeerd is. Het is erger. In elke situatie ben je iemand anders. Wanneer ik doe of ik een kunstkenner ben die een toespraakje houdt speel ik niet die rol, ik ben zo'n meneer. Geen ontkomen aan. Maar Katrijn zal me niet met haar bezemsteel op mijn kop timmeren, dat doet een kunstenares niet.

 Andrea heeft bij haar nieuwe voorstelling de Commedia dell'arte opgeroepen, de klassieke Italiaanse theatervorm waarin elke acteur improviseert uit een vaste rol. Als ergens het leven theater is dan in Italië, kijk naar Beppe Grillo en Berlusconi.

 Mensen willen zich altijd boven een ander stellen.. Het wachten is tot de hogergeplaatste onderuitgaat.

 De vaste rolverdelingen keren altijd terug, heer en knecht, leraar en leerling. Voeren migranten al toneel op waarin ze Nederlanders belachelijk maken?

Andrea Freckmanns eigen Commedia dell’ arte

 Begin april komt er in Den Haag een nieuwe tentoonstelling van Andrea Freckmann. Of beter gezegd, een voorsteling. Want bij haar gaan schilderen en theater hand in hand. Zelf speelt ze duchtig mee.

 Vanmiddag zag ik waar ze mee bezig is. Er zit veel Commedia dell'arte in, de klassieke Italiaanse theatervorm waarin min of meer vaste personages improviseren op de oerthema's van de menselijke omgang, van meester-knecht tot de leraar-leerling en de liefdesgeschiedenis.

 En onvermijdelijk ook haar eigen leven, waarin vaste ingrediënten als de hond onder het driepotige tafeltje tot het hobbelpaard, de man en de reuzenvaas, haar eerste aankoop toen ze uit Dortmund in Nederland belandde. De voorgeschiedenis, het Duitse dorp met zijn kerkje krijgt als zetstuk een plaats en zelf zie je haar ih in landelijke dracht als dat zo uitkomt. 

 Vanmiddag zag ik haar bezig met het beschilderen van de speelvloer van de klassieke vier bij drie meter voor haar hoogstpersoonlijke Commedia dell'arte waar alles z'n plaats heeft. De aardige personages komen volgens de regels van links, de booswichten van rechts.

 Zelf is ze voorlopig de enige actrice, maar dat kan nog veranderen. Later meer.

Alles kan

 Zo'n kunstlawine als Art Rotterdam brengt bovenal een bood­schap: alles kan. Anders dan in tijden dat Cobra overheerste, de laatste avant-garde of Nul.

 Kunst als speeltuin. Je kunt de wip nemen - die tegenwoordig wipwap heet, waarom? - de glijbaan of je verplaatsen naar de echoput.

 Er wordt dus weer geschilderd, van abstract tot conceptueel tot surreëel, van kliederstijl tot fijnschilderen.

 En wat me daarbij in Rotterdam opviel waren mengvormen, architectuur en beeld, waarbij de architectendroom - het nooit uitgevoerde ontwerp - terugkeert als zelfstandig werk, zoals bij het filmpje van Anouk de Clercq waarin heden en verleden van een bebouwde stadsplek door elkaar schuiven. Of in de driedimensionale kijkdoosachtige gebouwstapelingen van Claudia Larcher.

 En dan Erik Seps krankjoreme 'Neurotopia', een van zijn bouwwerken van veelsoortige stadsrommel en -afval, waar zelfs een riviertje doorheen stroomt.

 Er waren trompe l'oeils, als die van Jochen Mühlenbrink die vooral schilderij-achterkanten schildert. En elegante machines met bewegende verf of plooiende metalen mailles van Zoro Feigl.

 En dan weer de achterdoekjes die Andrea Freckmann schilderde voor de oude poppenkast die ze in Leipzig vond. Kortom, alles kan. 

 

De stokpaarden van Andrea Freckmann.

 De nieuwe expositie van Andrea Freckmann gezien. In de Haagse Herdersstraat bij Maurits van de Laar. Opnieuw is het een voorstelling. Soms letterlijk, zoals in haar Waldbühnenstuck, waar een poppenkast, een marionettentheater in het bos staat.

 Stokpaarden, daarover gaat het ditmaal. Je ziet en wereld vol mensen die stokpaarden berijden. De paarden spelen op sommige doeken mee, komen tot leven.

 Een 18de-eeuws leger rukt op, in blauwe uniformen. Waren dat de Pruisen niet. Ja Andrea, ze is Duitse.

 Maar ook een vrouw, die als een heks een stokpaard kan berijden als een bezem.

 Ze heeft uit hout en wol ook stokpaarden gemaakt die kunnen meespelen in een marionettentheater, grote en kleine. Ze heeft zelfs, vertelde ze, geposeerd in een gehuurd blauw galauniform. Met stokpaard.

 Zo schildert ze een wereld waarin legers stokpaardberijders tegen elkaar optrekken.

 Kijk om je je heen, en je ziet legers op stokpaarden.

 Het woord stokpaard (Steckenpferd) heeft in het Duits de zelfde dubbele betekenis als bij ons. Van kinderspeelgoed tot obsessie.

Andrea Freckmann en de hondenogen

 Vanmiddag de laatste kans waargenomen om in Den Haag de nieuwste schilderijen van Andrea Freckmann te zien. En, voor het eerst, de schilderes zelf te ontmoeten. In haar voorstelling blijkt een nieuw personage opgedoken te zijn: een geadopteerde straathond, type 'aan komen lopen'.

 En zo keek ik naar hondenogen. Die ze eindeloos moet hebben geobserveerd. Terwijl ze haar interieur bekeken, de planten, de meubelen. Of de verwaarloosde tuin, met hondenblik. Alles in een heel lichte toets, met weinig streken die alles aanduiden.

 Er gebeuren dan als toeschouwer vreemde dingen met je. Je ontdekt dat de hond een alter ego van Andrea is geworden. Wat ze volmondig toegeeft. En vervolgens dat je zelf ook met hondenogen - die ze in een paar streken treffend kan neerzetten - gaat rondkijken.

 Je wordt in Andrea's spel betrokken. Je wordt een hond.

 Ze legde me uit dat het haar gaat om 'de eenzaamheid van de hond'. En dus van de mens.

 En zo kijk je met de ogen van een straathond. Die tussenbeide vaak de toeschouwer aanzien met een Stan Laurel-'camera-look'. Bijvoorbeeld als zijn bazin hem voor de grap door een hoepel wil laten springen. Onbegrijpelijke vraag. Zal hij het doen? Hij kijkt mij aan.

 'Begrijp jij wat die vrouw van me wil?'

 Een hond als deze gaat zijn eigen hondengang.

 Andrea is een meester geworden in het treffen van hondenogen en hondenhoudingen. En dat is nog lang niet alles. Er is zoveel meer. Kijk op haar site.