Sirenen

 Vogel, mens of vis? Jorge Luis Borges beschrijft in zijn Boek van de denkbeeldige wezens (1947) de evolutie van de fabelvrouw.

 Haar dierlijkheid verschuift van het vogelachtige - vogels zingen - naar het onderlijf - dat je eerst niet ziet, het zit onder het wateroppervlak - waar de zeeman zijn teleurstelling wacht. Van vrouwvogel met scherpe snavel naar vrouwvis die je altijd ontglipt.

 Borges gaat er verder niet op in. Ook niet op Hans Christian Andersen, die als eerste de tragiek van de hybride vrouw zag. En er een twijfelachtig plezier aan beleefde. 

 Een metamorfose die iets zegt over een veranderend vrouwbeeld? In het twaalfde boek van de Odyssee staat al meteen de hard­nek­kigste mythe: 'Wij weten alles' zeggen de Sirenen. Om Odyseus te verleiden bieden ze hem 'de kennis van alle dingen van de wereld' aan. Het blijft me een raadsel. Stel je voor, een mooie vrouw die prachtig zingt en je juist dat aan­biedt? Odysseus voelt nattigheid, die zang wil hij graag horen, maar dit? Vreemd aanbod. Tijd voor een list.

 Bij de nu voorbije Zeemeerminnen-tentoonstelling in Teylers hoort een sterke catalogus.

Tags: 

Meermin (2)

 De Zeemeermin is als fabeldier ongrijpbaarder gebleken dan de Eenhoorn, die al door het Concilie van Trento in de ban werd gedaan. De meermin komt tot in de 18de eeuw in ernstige weten­schappelijke werken voor als zeedier.

 Ze moest en zou bestaan, half dier en half vrouw zijn, dat leert je de ten­toonstelling in Teylers en de doorwrochte catalogus. Wat vingen vissers door de eeuwen in hun netten, wat ontstapte ze telkens weer? Lang op zee zijn vertroebelt de zinnen.

 Werd Venus niet uit het schuim van de zee geboren?

 Telkens werd ze gezien en ontzwom weer. Vaak met twee staar­ten, wat seks waarschijnlijker maakt. Al komen twees­taartige vissen niet v­oor. Ongrijpbaar blijft ze, demonisch mooi en levensgevaarlijk. Want ze neemt je onherroepelijk mee, de diepte in. Moet je het als vissersman maar niet wagen de on­berekenbare zee op te gaan. Vreemd genoeg vraagt niemand in de geschiedenis zich af wat er in de verleidster omgaat. Hans Christian Andersen was de eerste die haar tragiek zag.

 Maandag in de Avonden meer. 

 

Meermin (1)

 Was Hans Christian Andersen de eerste die de eeuwenoude ver­halen over zeemeerminnen ten einde dacht? Een Zee vol Meerminnen heet de tentoonstelling in het Haar­lemse Teylers waar ik – onder veel meer - het antwoord hoop te zien. Wat er achter dit - ook al door Disney verzoet­elijkte - sprookje schuilgaat is pijn.

 De zeemeermin is bij Andersen eens niet de verleidster zoals de Sirenen in de Odyssee, die immers ook zeemeerminnen waren. Of zongen ze zo mooi omdat ze pijn hadden?

 Als voorleeskind al voelde ik de pijn van de zeevrouw die een zeevarende prins van de verdrinkingsdood redt, op hem ver­liefd raakt en haar staart bij de zeeheks – tegen inlevering van haar tong - verruilt voor benen. Al wist ik toen nog niet dat ze dat deed om ze te kunnen spreiden voor de prins.

 Zonder haar staart 'liep ze op messen', las mijn moeder voor. Nooit vergeten. Maar nee, weet ik nu, de messen lagen niet onder haar voet­zolen, de pijn was gruwelijker. Andersen, de sadist, liet het hier niet bij. Zijn zeemeermin werd wel een vrouw, maar zingen of praten kon ze niet meer. Waar­door de prins ver­veeld raakt, haar afdankt en met een ander trouwt.

 Nooit gehoord dat de Deense vrouwenbeweging bezwaar maakte tegen haar beeldje in de haven van Kopenhagen. Benieuwd hoe ze er in Teylers vanaf komt.