Wonder Wheel

 Coney Island wordt oud, loopt op z'n eind. En zo ook de levens van de exploitanten. Van botsautootjes bijvoorbeeld, zoals Humpty. Hij en zijn vrouw Ginny raken verstrikt in de omgang met hun onhanteerbare kinderen. Ginny bovendien in een onmogelij­ke liefdes­geschiedenis.

 Vijf verhalen koersen in hoog Woody Allen-tempo naar hun rampzalige afloop. What can go wrong will go wrong.

 Ook de dialogen komen uit de pressure cooker waar Woody Allen het patent op heeft.

 Het reuzenrad dat de klanten even moet bevrijden uit hun zorgen van alledag gaat werken als een dreiging op de achtergrond.

 Het knappe van Wonder Wheel zit hem in de afloop. Eerst kijk je van een afstand naar schematische, komische verhalen, maar geleidelijk ga je mee. Ga je in het drama van de personages geloven.

 Je krijgt als de kermisexploitant die ook jij bent, een plaats op de boardwalk van Coney Island.

Tags: 

Woody Allens temps perdus

 Een film van een film van een film. Zo zal het hoofd van Woody Allen er van binnen uitzien. Tenminste terwijl hij aan het werk is. Ik zag zijn Café Society en dacht aan Marcel Proust, die uitlegde dat zijn Temps Perdus geen ges­chiedschrij­ving was maar zijn eigen versie van de verloren tijd.

 Zijn verleden herschreven, herfilmd.

 Zo geeft Woody Allen zijn nieuwste versie van het voorafgaande, de joodse familie waar hij uit stamt, Hollywood, New York. Van mannen zoals mannen bij Allen zijn en vrouwen eens te meer. In welk van Allens gedroomde verledens zijn we hier?

 Was ik hier niet eerder. Maar nee. Iets is anders. Amusant is ook om te volgen hoe in het spel van elke acteur de regie-aanwijzingen van Allen terug te zien zijn. Je ziet op die manier heel veel Woody Allens.

 Café Society zit in elkaar zoals ook het geheugen werkt. De herinnering van de herinnering van de herinnering. Met in elke versie veranderingen, aanvullingen, weglatingen.

 Bekende brokjes geheugen, opnieuw geordend en gebouwd tot een verhaal waarin de dingen gaan zoals hij het wil. Een altijd voorlopige ordening, in afwachting van de volgende.

 Het mooie van het spel is dat je dit weet, terwijl je zit te kijken. En de regisseur op de voet volgt. Woody Allen heeft zichzelf nog niet af. 

Tags: 

Moord onder de kaasstolp

 Ik zag Irrational Man, Woody Allens nieuwste, onontkoombaar erns­tige film. Met als inzet een 'filosofische moord' die je terug­b­rengt naar de Rote Armee Fraction en al wat daarop volgde en voorafging aan 'doden voor het goede doel'. Zelfs Raskolnikov komt nog voorbij.

 Eerst maak je kennis met een nieuwe filosofiedocent, een alcoholische depressivo voor wie vrouwen vallen. We zijn op een Amerikaanse campus aan de Oostkust. Zo'n plaats waar ze in de Angelsaksische landen oud cultuur­goed in ere houden.

 Alle gezichten in de film spelen hun rol, maar ze zeiden me merkwaardig weinig. Even droomde ik weg naar Michael Caine in Educating Rita.

 Kant, Hus­serl, H­eideg­ger, het kan niet op, en gedichten schrijft de professor ook. Maar tenslotte landt de film bij Jean-Paul Sartre, die vond dat je in het leven keuzes moet maken. Dan pas ben je iemand. Zelf bracht hij het als communist nooit in de praktijk, maar toch. De professor wel. Die besluit zich uit zijn impasse te bevrij­den door de perfecte moord op een rech­ter - denk aan de slachtoffers van de RAF - over wie hij toeval­lig hoort dat ie een vreselijk vonnis zou gaan uitspreken. En die nog meer op z'n geweten schijnt te hebben.

 Het lukt. En het werkt, de academicus houdt op met drinken, herwint zijn potentie, zijn humeur gaat er met sprongen op vooruit. Geen sprake van spijt, o nee. In deze onwezenlijke academische wereld kan veel, bijna alles. Zodat zelfs de dader met zijn moord lijkt weg te komen, zoals in Crimes and misdemeanors. Maar nee, dat net niet.  

Tags: 

Woody Allens All you ever wanted to know.. etc.

 Ik zag hem bij uitkomen, ik denk in 1973. Zondag zal ik hem terugzien. Gespannen afwachten wat er over blijft van de film, van mij. Dit gaat over Everything you always wanted to know about sex but were afraid to ask, de vierde film van Woody Allen. Vanmiddag opent het grootse Allen-retrospectief in het Amster­damse Eye. 

 Waarom deze? Vooral om de slotscène. Seks was in 1973 in Nederland iets waar iedereen flink over deed. Maar in al die flinke hippies waar je nu de foto's van ziet, zaten nog kinderen verborgen, opgegroeid in de jaren '50, zonder een schijn van seksuele voorlichting.

 Ik herinner me dat mijn vader de zoldertrap op kwam stommelen, wat hij nooit deed, en me plechtig een boekje in de hand drukte dat heette 'Stippellijnen voor jongens'. Dat moest ik maar eens lezen. Daarna maakte hij zich razendsnel uit de voeten. Je zocht het maar uit.

 De Woody Allen film is een komische bewerking van net zo'n boekje, van de toen in Amerika beroemde Dr. David Rueben.

 Het slot laat Woody zich afspelen binnenin het menselijk lichaam, waar duizenden figuurtjes de vitale menselijke functies laten werken. Een erectie kost takelwerk van talrijke arbeidskrachten. En de commando's 'van boven' zijn niet altijd duidelijk.

 Allen zelf is een spermatozoe, die samen met zijn huiverende kameraadjes afwacht wanneer het sein van afvuren eindelijk gegeven zal worden.

 'What if he's only masturbating? I'll end up on the ceiling somewhere!'

 Dit is wat ik me herinner. Het als toeschouwer voelbaar in jezelf kruipen. Met daarbij niet alleen de slappe lach, maar ook een ontzaglijke opluchting. Zondag verder.

Tags: 

Liefde

 Magic in the moonlight, de laatste Woody Allen, is een essay van een 78-jarige over man en vrouw, vernuft en emotie, de strijd der seksen, over lief­de. 

 En heus niet gevoel tegenover verstand, eerder wat ten langen leste blijkt.. hoe de vrouw altijd nog een dea ex machina bewaart, die van buiten het spel komt.

 De vrouw wint genadeloos. Ze overtroeft de cynische illusionist die haar spiritistische gaven doorziet. Haar troef is geen trucage meer, maar dat waar geen man van terug heeft, ernst, liefde, overgave.

 En hij heeft nog wel een tante die als een godin over hem waakt. Dit alles in een gedroomd jaren '20-Europa van kuuroorden, villa's en casino's, waar liefde ongrijpbaar blijkt. Tot ze je onverhoeds - hem zo goed als haar - overmees­tert. En dan blijkt 'het bestaat'.

 Magic betekent in het Engels zowel goochelen als magie. Het was Daniel Kehlmann die in zijn gewaagde roman Beerholm's Vorstellung over een meestermagiër al langs deze grenzen liep. Wie heeft bij momenten niet gedacht 'dat er meer is dan er is'? Woody Allen komt uit bij liefde, als een kwaal die je onder de leden kri­jgt, en die het ongelijk van alle cynici bewijst, alle rationalisten. Allen zegt: heb je geluk geef je dan maar gewon­nen, er is geen kruid tegen gewassen en het zijn de vrouwen die aan de touwtjes trekken. 

 De ontvangst van Magic in the moonlight was fiftyfifty. Een jongere recensente vond het een niemendalletje.

Inger Leemans en Woody Allen

 Onder de tien pornografische romans ontstaan tussen 1670 en 1700, waaruit Inger Leemans putte voor haar studie 'Het woord is aan de onderkant',  over het verband tussen radicale ideeën - politiek, religieus, moreel - en pornografie vind je niet alleen de vroegste 'bekentenisliteratuur', ook in de vorm gaat het er ruig aan toe. Jan Cremer is er niks bij.

 In Jan Stront (1696) gaan de geslachtsdelen een eigen leven leiden. Logisch, wanneer wij geregeerd worden door onze lusten ligt het voor de hand dat 'kous' (kut) en 'deuvik' (lul) het laatste woord - ze praten ook - krijgen. Die van Jan Stront heeft ook namen als Jan Donder. Die twee daar beneden maken uit wat je doet en hoe het verder gaat, want daar heb je niks over te vertellen.

 Ik dacht aan de levende zaadcellen in Woody Allens 'Everything you always wanted to know about sex (but were afraid to ask)' die zuchtend en steunend Woody's erectie opkrikken. De zintuiglijke ervaring regeert. Tullia, uit Jan Stront: 'het is zeker dat er geen van de vijf zinnen vermakelijker zijn als het gevoel, en al is onze heimelijkheid stom en doof geboren en niet als met het gevoel begaafd, zo is ze (...) zó subtiel met deze hoedanigheid, dat er alle gedeeltes van ons lichaam voor moeten wijken'.

 Niet Descartes' 'cogito ergo sum' dus, maar 'senseo ergo sum'. Het vrouwelijk geslachtsdeel heet dan ook het 'redeloosje', het mannelijke de 'vredemaker'.

 Toch, dat voelen brengt je ook met een klap naar de eigen tijd, het nu, met ons primaat van het gevoel: 'ja maar hoe voélt dat nou'. Jan Stront was in een daverende lach uitgebarsten.

 Morgenavond is Inger Leemans te horen in de Avonden.