Waarom deze? Vooral om de slotscène. Seks was in 1973 in Nederland iets waar iedereen flink over deed. Maar in al die flinke hippies waar je nu de foto's van ziet, zaten nog kinderen verborgen, opgegroeid in de jaren '50, zonder een schijn van seksuele voorlichting.
Ik herinner me dat mijn vader de zoldertrap op kwam stommelen, wat hij nooit deed, en me plechtig een boekje in de hand drukte dat heette 'Stippellijnen voor jongens'. Dat moest ik maar eens lezen. Daarna maakte hij zich razendsnel uit de voeten. Je zocht het maar uit.
De Woody Allen film is een komische bewerking van net zo'n boekje, van de toen in Amerika beroemde Dr. David Rueben.
Het slot laat Woody zich afspelen binnenin het menselijk lichaam, waar duizenden figuurtjes de vitale menselijke functies laten werken. Een erectie kost takelwerk van talrijke arbeidskrachten. En de commando's 'van boven' zijn niet altijd duidelijk.
Allen zelf is een spermatozoe, die samen met zijn huiverende kameraadjes afwacht wanneer het sein van afvuren eindelijk gegeven zal worden.
'What if he's only masturbating? I'll end up on the ceiling somewhere!'
Dit is wat ik me herinner. Het als toeschouwer voelbaar in jezelf kruipen. Met daarbij niet alleen de slappe lach, maar ook een ontzaglijke opluchting. Zondag verder.