Wandelen

 In de oude tijd had je een paard, wie arm was moest te voet. Maar er waren schrijvers en filosofen die het wandelen ontdek­ten als een speciale manier om de geest aan het werk te zet­ten.

 In haar op z'n Duits 'Wanderlust' genoemde boek schrijft Rebecca Solnit een geschiedenis van het wandelen. Jean-Jacques Rousseau beschreef als eerste de omstandigheden waaronder zijn overpeinzingen al wandelend ontstonden. Die wandelingen zijn ook genummerd. Zo beschrijft hij in wandeling nummer vijf  het geluk dat hij vond op het eiland St.Pierre in het Zwitserse meer van Bienne. Botaniseren en bootje varen in landelijke rust, dat was het. Later probeerde hij in Ermenonville bij Senlis zo'n eilandje na te laten maken in een vijver, waar hij begraven werd. W.G. Sebald schreef er over.

 Ook Sören Kierkegaard wandelde, vooral in Kopenhagen. Eerst converserend met zijn vader in de huiskamer. Later ontving hij zelden mensen thuis maar ontmoette ze op straat. De straten van Kopenhagen waren zijn ontvangstruimte. Daar hoorde hij nieuwtjes en roddel en kon hij ontmoetingen kort houden.

 Een eenzame wandelaar zondert zich af van de wereld en heeft er tegelijk contact mee. Het wandelen maakte hem ook los van zijn getob en gepieker. In 1848 schrijft hij hoe jij 'op weg naar huis wordt overvallen door gedachten die dringend moesten worden opgeschreven. Thomas Hobbes had een oplossing, in de knop van zijn wandelstok liet hij een inktpotje monteren.

Begraven in je gsm..

 Hoezo modern? Heet de tentoonstelling in het Leidse museum voor Volkenkun­de. Wel tien Europese musea voor 'primitieve' kunst leverden materiaal. Van Stuttgart en Parijs tot Gotenburg en Rome.

 Waar je meteen tegenaan loopt is de - van schuld doordrenkte - koloniale hang naar authenticiteit in die verzamelingen. Immers, het Westen is slecht en kan de onbedorven natuurmens, de nobele wilde, die zijn vakmanschap door de eeuwen van vader op zoon overleverde alleen maar bederven. Rousseau zei het al.

 Die drang naar een verzonnen zuiverheid van vroeger zit diep, en hij zit in elke cultuur. Geert Wilders met z'n Nederlandse identiteit is daarin gelijk aan elke moslimfundamentalist.

 Maar wat zie je in Leiden? Traditie? Het bloed van de moderne tijd kruipt waar het niet gaan kan. En het kruipt soms bizar. Zo zijn er niet alleen beschilderde vrachtwagens en Papoea’s die dvd's zo mooi vinden dat ze er neussieraden van maken, het gaat verder. Gisteren lees ik in de krant dat nu vrijwel heel de wereld van mobieltjes is voorzien en in Leiden zie ik een Ghanese doodskist - fraai beschilderd - in de vorm van een gsm. Je laten begraven in je mobiel. Mij lijkt het de nog verborgen wens van heel wat Westerse 'kids'.

 Maandag in de Avonden meer.

Tags: