Op schrikbarend dun ijs

 Zal de Nederlandse titel worden van de - nog onvertaalde - gesprekken van journalisten met W.G.Sebald (1944-2001). Een selectie vol wetenswaardigheden. Vanwaar die titel?

 Kort voor zijn dood zei Sebald tegen een Amerikaanse interviewer dat hij het geloof in 'de controleerbaarheid van zijn eigen biografie' rond zijn vijfendertigste had verloren: 'I'm out of control' is de kern van de zelfbeschrijving die hij geeft. 'Wat zich voordoet is altijd het onverwachte.'

 Ik herinner me de verhalen van vriendin Ria Loohuizen uit Norwich, waar ze met Sebald samenwerkte, over de ‘toevalsclub’ die hij grapsgewijs stichtte. Zie eerder in Avondlog

 Het inzicht in de instabiliteit en onberekenbaarheid van het eigen leven komt in de verzamelde gesprekken in steeds andere samenhangen voor. De beelden die Sebald daarbij gebruikt zijn vaak die van vallen, kantelen of inbreuk.

 Geschokt is hij bijvoorbeeld als het ouder worden van zijn ouders tot hem doordringt en hij moet inzien dat een nu meer dan tachtigjarige 'toen pas tweeëntwintig moest zijn geweest'.

 En dan zegt hij dat hij bij zichzelf heeft vastgesteld 'dat we ons steeds op schrikbarend dun ijs bewegen, dat we elk ogenblik weggerukt kunnen worden, dat het geheel van een breekbaarheid is die je bijna niet toelaat van de ene dag naar de andere te komen, en dat je, als je dat onder ogen ziet eigenlijk weet dat je alleen maar stil zou moeten zitten en je niet bewegen, opdat alles als het kan maar langzaam vergaat.'

 Vier jaar later kreeg Sebald bij Norwich, waar hij woonde, een hartaanval achter het stuur. 

W.G.Sebald in Brussel (4)

 Omdat W.G.Sebald een liefhebber was van toeval, die zelfs een 'toevalsclub' stichtte, zoals ik van zijn vriendin Ria Loohuizen hoorde, kon een toeval bij dit Brussel-bezoek niet uitblijven.

 Te eten bij Els Moors kreeg ik Vlierbessenwijn te drinken.
En dat terwijl Els toch niet kon weten dat Ria Loohuizen na de dood van Max Sebald op het kerkhof van Norwich een vlierstruik heeft geplant.
Dit omdat Max en zij allebei de traditie kenden die zegt dat wanneer je dat doet en de vlier gaat in het voorjaar bloeien, de ziel van de gestorvene naar de hemel kan opstijgen.
Sebald leerde die verhalen van zijn grootvader. De man die hem opvoedde en die in de hongertijd na WOII eten bereidde van bessen en paddestoelen, waar hij alles van wist.  

 Zie ook Ria's boekje 'Vlier in de fles' (uitg. Atlas, 2002), met vele recepten, maar ook de vermelding dat in sagen, vooral uit Tirol (vlakbij waar Sebald vandaan kwam) een kruis van vliertakken op doodkisten werd gelegd die dan bij de begrafenis rechtop in de grond werden geplant. Soms gebruikte de voerman van de lijkkoets zelfs een vliertak om de paarden aan te sporen.