Omdat W.G.Sebald een liefhebber was van toeval, die zelfs een 'toevalsclub' stichtte, zoals ik van zijn vriendin Ria Loohuizen hoorde, kon een toeval bij dit Brussel-bezoek niet uitblijven.
Te eten bij Els Moors kreeg ik Vlierbessenwijn te drinken.
En dat terwijl Els toch niet kon weten dat Ria Loohuizen na de dood van Max Sebald op het kerkhof van Norwich een vlierstruik heeft geplant.
Dit omdat Max en zij allebei de traditie kenden die zegt dat wanneer je dat doet en de vlier gaat in het voorjaar bloeien, de ziel van de gestorvene naar de hemel kan opstijgen.
Sebald leerde die verhalen van zijn grootvader. De man die hem opvoedde en die in de hongertijd na WOII eten bereidde van bessen en paddestoelen, waar hij alles van wist.
Zie ook Ria's boekje 'Vlier in de fles' (uitg. Atlas, 2002), met vele recepten, maar ook de vermelding dat in sagen, vooral uit Tirol (vlakbij waar Sebald vandaan kwam) een kruis van vliertakken op doodkisten werd gelegd die dan bij de begrafenis rechtop in de grond werden geplant. Soms gebruikte de voerman van de lijkkoets zelfs een vliertak om de paarden aan te sporen.