de Vlaamse dichter Paul Snoek (1933-1981)
Alfred Schaffer

Tirade

Bedreigd worden ze, de literaire tijdschriften. Tirade overbrugt de tijd tussen de nummers met amusante blogs op de website.

Laatstelijk door Alfred Schaffer, die terug is naar Zuid-Afrika en daar weer doceert aan de universiteit van Stellenbosch, net als in de tijd dat ik hem wekelijks aan de lijn kreeg als correspondent van de Avonden:

(...) 'Volgens mij zijn de examens redelijk gegaan. Het laatste examenonderdeel betrof drie vragen bij een gedicht. Bij het uitstelexamen ging het om 'Tweede man' van Nachoem Wijnberg, bij het reguliere examen om Paul Snoeks 'Een zwemmer is een ruiter'. 
Waarom zou de dichter in de titel een vergelijking maken tussen "zwemmen" en "paardrijden"?' luidde de derde en laatste vraag. 
"Iemand wat perdry is mal oor perde, soos die swemmer mal is oor swem." Schreef iemand, waarschijnlijk in tijdnood gekomen. Geen speld tussen te krijgen. Een zwemmer is een ruiter:

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water, 
is liefhebben met elke nog bruikbare porie, 
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.
En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers, 
is met armen en benen aloude geheimen vertellen 
aan het altijd allesbegrijpende water.
Ik moet bekennen dat ik gek ben van water. 
Want in het water adem ik water 
word ik een schepper die zijn schepping omhelst, 
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn 
en toch nog eenzaam blijven.
Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.