Ook op een propvolle, geteisterde planeet kan een mens alleen zijn en de ruimte hebben, genietend van een wijde blik, ongeschonden luchtruim, schuimende branding.
Geen kip te zien - of loopt daar heel in de verte de schim van Dante hand in hand met die van Gorter? Vrije toegang tot de eigen geestgronden: het is een noodzaak waar Multatuli alles van begreep toen hij zei: 'De eindelooze woesteny van 't onbekende is het domein, het wettig veroverd koninkryk van den dichter, die 't onzienbare aanschouwt, het ontastbare waarneemt, het zwygen verstaat.' (Millioenenstudiën).
'Poëzie,' zei hij ook nog, 'is woest en ledig - en de geest Gods zweefde daarover!
Poëzie is Ledig - ja, als de oneindige ruimte! Ledig als daar waar 't stof ophoudt.'
En, wat heeft het voor zin, die ledige woestenij van het onbekende in te gaan?
Alweer heb ik Multatuli aan mijn zijde: 'Wat poëzie, myn God, opdat ik niet verga van walging, over zooveel walg'lyks óm my!' (...) Wat poëzie, myn God, gy die in poëzie alleen bestaat! (...) Wat poëzie, myn God, opdat ik niet verga van walging over zooveel walg'lyks óm my!' (...) Zo staat dat in de Ideeën (I, 361).