Geest

 Soms is lach de hoogste lof. Toen ik vanmiddag in Oranjewoud, kijkend naar schilderijen, een paar keer overvallen werd door eigenaardige tintelingen wist ik dat er iets aan de hand was.

 Voor wat Neo Rauch, Daniel Richter, Emo Verkerk, Marijke van Warmerdam of Zang Xiaogang bij me opwekten weet ik geen ander woord dan geest. Zoals mijn vriend Johnny van Doorn het woord gebruikte in zijn 'de geest moet waaien'.

 Het begon al met de mij onbekende Thoralf Knobloch (1962) en zijn schoorsteen. Nee, Groningen was niet ver. En de scheuren in de baksteen - midden in beeld - onmiskenbaar.

 De voorstelling 'Duck' van Marijke van Warmerdam maakt het nog bonter. Slootwater blijkt spiegelglas, waaruit ze een scherf heeft gelicht die ze ons omgekeerd voorhoudt. En ik spiegel me. Vreemd genoeg komt me dit alles volkomen plausibel voor.  

 Het was druk in museum Belvedère bij 'Facing nature'. Dwaze titel, maar het kind moest kennelijk een naam hebben. Om me heen stonden ernstige peinzers te kijken naar wat het fortuinlijke echtpaar Henk en Victoria de Heus zoal verzamelt. Eerder zag ik al iets van ze in Singer, Laren, maar dit was internationaal, vooral Nederlands en Duits van de laatste decennia met een nadruk op ja wat?

 Over beeldende kunst en glimlachjes of erger, las ik nog nooit iets, tenzij depreciërend. Naast me legde een ernstige man aan zijn vrouw uit wat ze zag, zoals dat gaat in de wereld. Dus beet ik op mijn lip. Om vooral niemand te storen met mijn binnenpretjes.

Filmland (2)

 Morgenavond, wanneer we worden uitgezonden, zal het minstens zo warm zijn als op de dag dat ik met Marijke van Warmerdam aan het kanaal, onder de spoorbrug en verderop zat. 

 Verderop, weer zo'n woord. Een woord als soms of even later, waarin zo veel mogelijk besloten ligt. Maar toch, een tijd- of plaatsbepaling. Zo bewegen zich de coördinaten in Filmland. We tasten af wat ons begrenst. De horizon, de hoorgre­ns, de temperatuur. En dan, wat zegbaar is. Eigenlijk, zeg ik, zou je het liefst zeggen 'kijk maar'. 

 En dan komen we terecht in overwegingen over haar filmloop 'Roeren in de verte', waarin een hand met 'n lepeltje aandachtig in een koffiekopje roert terwijl het achter een raam steeds meer begint te sneeuwen. Roeren in de verte. Veraf, dichtbij, de twee die in Marijkes werk steeds terugkomen. Hoe veraf is dichtbij? Hoe dichtbij is veraf?

 'Het lijkt wel of je - die hand die in de koffie roert wordt vanzelf de jouwe, als toeschouwer - of jij door te roeren het harder kunt laten sneeuwen.'

 'Gek daar had ik nou nog nooit aan gedacht.'

 Neemt ze me nu in de maling? Veraf, dichtbij. Daar zitten we met z’n tweeën. Op klapstoeltjes, want zo hoort 't in Filmland.

Filmland (1)

 We zouden naar de wereld die Marijke van Warmerdam verzint. Dat kon werkelijk overal zijn, zei ze. Het moest een naam hebben, het moest maar 'Filmland' heten.

 'Locatie' was het woord waarmee we begonnen. Maar wat is een locatie op de radio? Komende vrijdag is onze expeditie in de Avonden te horen. Ik heb Marijke - die voor één keer berust in de regie van een ander - meegenomen naar een radiolocatie.  

 Als bermtoeristen zitten we op klapstoeltjes aan voorbij­razende geluiden. Trains and boats and planes. We eten chocolaatjes met verse aardbeien en drinken er thee met gember bij. Dat is haar recept.

 Het is de warmste dag van het jaar. De geluiden maken het extra warm. Dit eindigt met eenden, zwaluwen en tenslotte citroenvliegjes. Maar zo ver zijn we nog lang niet. Die komen op locatie nummer 2

 Zullen we praten? De treinen boven ons hoofd, de aken voor onze neuzen zijn zo attent ons voortdurend te onderbre­ken... Onderbreking is goed voor een gesprek. Omdat er steeds weer een cliffhanger ontstaat, en na het oorverdovende geluid een nieuw begin.

Dichtbij in de verte

 Noemde Marijke van Warmerdam (1959) haar grote tentoonstelling in Boijmans (winter 2011-2012). Morgen gaan we op pad. Naar filmland, zeg ik maar. Er gelden daar andere wetten. Wat we aantreffen in haar Theater van het Alledaagse zal dv. te horen zijn in een radio-zomeravond.

 'Een beeld is het mooist als het er normaal uitziet maar het gevoel oproept dat er iets niet klopt.' Zoals in haar filmloop Droommachine (2006), als druppels melk in een glas water vallen en daar een wonderwereld doen ontstaan: 'Ik hoop dat de toeschouwer snel opgaat in wat hij ziet. Niet alleen het glas, ook de achtergrond. De film begint zwartwit, maar verandert in sterke kleuren, zoals in dromen gebeurt.' 

 Een verhaal is het niet. Wat wel? Een beeld dat vertraagt, de tijd uitrekt, de tijd terugbrengt naar woorden als altijd - ooit - nog - nog niet - nooit meer - nog steeds. De meeste loops zijn geluidloos, de soundtrack is het welsprekende geluid van de filmprojector.

 Eén vraag mag ik niet vergeten: Waar bleef de man die zich sinds 1995 eindeloos douchte op perron 4 van station Schiphol?

De terugkeer van de hoed

 Le Creux du Van is een plek in de Zwitserse Jura waar gril­lige dwarrelwinden waaien. Volgens een plaatselijke legende, als je je hoed kwijtraakt aan de rand van het ravijn, zorgt de wind ervoor dat hij later teruglandt op je hoofd, helemaal vanzelf.

 De filmloop was te zien op de grote tentoonstelling Close by in the distance van Marijke van Warmerdam, in Boijmans vorig jaar en nu weer in het Amsterdamse Stedelijk. Iedereen herinnert zich de hallucinerende hoed, maar wie kent het verhaal er achter?

 Marijke maakte een permanente installatie voor het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Toen de film voor het eerst vertoond werd zorgde ze ervoor dat alle patiëntjes precies zo'n hoed op kregen als in de film te zien is.

 'Ze kijken naar een film over een hoed die verdwijnt en dan weer terugkomt.. net als een kind dat naar het zie­kenhuis gaat en er - hopel­ijk - ook weer uit terug­keert.'

 In juli ga ik met Marijke van Warmerdam voor de Avonden een Zomeravond lang op lokatiebezoek.

Rrrolle (blue) (2011)

Marijke van Warmerdam (3)

Vallen de blaren? Niks ervan. Een wervelwindje van herfstblaadjes verheft zich. Ze stijgen ten hemel. En nemen van alles mee. Een veertje, een plastic zak, rotzooi van straat.

Een wonder van de herfst.
De wind zelf zie je niet, zegt Marijke. Je ziet alleen wat hij doet.
Ze vertelt wat er aan apparatuur nodig is om zo'n wervelwindje te vangen op film. En verzucht 'het wordt toch iets anders'.
Het begon met een minitornado die ze filmde op straat het met haar telefoon, een paar jaar geleden.

Even verderop in Museum Boijmans zijn haar kleurrijke papegaaien te zien. Hoe kwamen ze terecht in een bloembollenveld? Even denk je dat het hun natuurlijke leefomgeving is. De papegaaien moeten er ook over nadenken. Ten prooi aan diepe gedachten, besluiten ze nog maar een koprol te maken op hun stok. Intussen dromend van hun vrije vlucht rond de boom die verder op de tentoonstelling staat.
Geloof in wonderen, dat is het eerste hier in Boijmans. Denk niet aan de Italiaanse papegaaiendompteur, aan de achtergrondprojecties, het geduld, de volharding, de eindeloze moeite die deze films hebben gekost.
De tovenaar Merlijn moet behalve een dromer ook een handige kerel en een praktisch mens geweest zijn.
 

van Marijke van Warmerdam
..te zien in Boijmans bij Close by in the distance
uit: Couple in the distance (2010)

Marijke van Warmerdam (2)

Een hand veegt condens van een beslagen raam. Een raam in een oud huis. Je bevindt je - zo lijkt het - op de bovenverdieping van een landhuis. Beneden ligt een vijver in de nazomerzon.

Het moet een ouder echtpaar zijn dat daar op een bankje tussen hoog opschietend gewas aan de waterkant zit. Nogeens het raam vegen met de muis van de hand.
En dan merk je dat je in een film zit. De camera zweeft naar buiten. Begint langzaam maar zeker te zwerven rondom het echtpaar. Bekijkt ze uit de hoogte, hangt pal van boven. Nadert ze van achteren, dringt tussen de latten van de bank door en ziet ze tenslotte in het gezicht.
Al kijkend merk ik dat de camera letterlijk bepaalt hoe ik tegen het tweetal aankijk. Wat is afstand in het kijken?
Mijn aanvankelijke sympathie begint te tanen naarmate ik ze nader kom.
Dit zijn geen onschuldige wandelaars. Daarvoor zijn ze te goed gekleed, te zeer op hun gemak. Dit moet wel hún vijver zijn.
Zijn zij de kasteelheer en -dame?
Dichtbij en onmetelijk ver weg.
Laat ons liever wat afstand houden. Dit is too close for comfort.

Marijke van Warmerdam (1)

Morgen zal ik haar grote tentoonstelling in Boijmans zien. Dit noteerde ik in 2004:

'Een roodharig jongetje van een jaar of zes heeft gezwommen. Nu staat hij aan de rand van de vijver, je ziet hem op de rug. Hij draagt alleen een korte broek die nog drijfnat is. Om hem te laten drogen heeft hij de beide zakken binnenstebuiten gehaald. We zien ze aan weerszijden van zijn heupen hangen, er drupt water uit.
Verder beweegt zo weinig als maar kan. De bosrand aan de overkant weerspiegelt in het water. Er zit alleen een trage beweging in het oppervlak, die de reflecties van boomtoppen telkens wat uit elkaar trekt en weer samenvoegt. Verderop glinstert water in zon. En dan, sensatie, er zwemt een eend links het beeld binnen, en, gestaag, rechts er weer uit.   
De broekzakken van het jongetje druppen.
Meer gebeurt er niet.
Hoewel hij zijn handen in z'n zij heeft gezet - 'om zich een houding te geven' zoals jongens van zijn leeftijd doen - lijkt hij niet zozeer naar iets te kijken. Aan z'n nek te oordelen houdt hij zijn hoofd een ietsje scheef. Ik denk dat hij staart, maar niets in het bijzonder. Zoals kinderen voor zich heen staren, met openhangende mond, tot een volwassene ze tot de orde roept.
Maar er is hier geen volwassene, en die zal ook niet komen, want dit is een filmloop waarbinnen alles vastligt. Al kijkend word ik een jongetje dat naar een jongetje staart. Voor altijd, veilig, in een cocon.
Het jongetje heet 'Lichte stelle', lichte plek (2000).'