en die arm- en beenstukken.. huh?

Moderne devotie (1)

Gelukkig worden wat men hoofdzaken noemt meestal tijdig verslonden door bijzaken.

Was in Zwolle, dat dezer dagen kabbelt op de golven van de Moderne Devotie. In Deventer ingezet door Geert Grote (1340-1384) en via Thomas a Kempis (Over de navolging van Christus, 1441) tot een voorloper geworden van de reformatie.  
Twee tentoonstellingen zag ik. Vol Christussen, predikend, lijdend, wederopstaand. Maar ik werd voortdurend afgeleid. Door de Maria Magdalena's allereerst ze vliegt de stervende op een houtsnede in de armen, zo als ik nooit eerder zag, maar ook door onverwachte bijfiguren.
Op een doek van Jeroen Bosch waren dat - bij het graf waaruit Christus juist opstaat - twee hartstochtelijk slapende Romeinse soldaten en een derde, wakkere geest. Wie is hij? En wat is dat voor een hoed? Waarop een pijl ronddraait op een spijkerrad als was het een kompas?
En waartoe dienen bij de soldaat die vreemde houten elleboog- en kniestukken met spijkers erin?
Jeroen Bosch heeft Christus weggeschilderd.
Hij is ook onverdraaglijk.
Later meer. 

 

Tags: 
Maria Magdalena - (fragment, Anoniem, Utrecht 1533)
Maria Magdalena - (fragment, Pieter Lastman 1625)

Maria Magdalena

Op het doodstille plaatsje achter de Utrechtse parkeergarage betrapte ik vanmiddag een brede dikke jongen bezig zijn ook al erg forse vriendinnetje een zwart stretchkorset aan te gorden.

Ik lachte vriendelijk, ze lachten terug, even uitblazend. Inspannend, dat wel, zo te zien. Beiden waren in 't zwart, want, zo bleek even verderop, in Tivoli was een gothic filmfestival, heel de stoep stond vol zwart.  

Ik moest naar het Catharijne Convent, even verderop, voor mijn eigen gothic, in één naam: Maria Magdalena. Ze is niet alleen de elegantst geklede, de voormalige hoer, ze is de enige dramatische vrouwenrol in het Bijbelverhaal. En - naar men al eeuwen fluistert - de vriendin van Christus.
Bij de kruisiging vind je haar aan de voet van het kruis, dat ze vaak innig omvat, bijna als een paaldanseres. De meest raadselachtige en opwindende scène uit het verhaal.
Soms pakt ze hem zelfs bij z'n vastgenagelde bloedende voeten vast. Altijd heeft ze de zalfpot - die in de loop der tijd steeds groter wordt - bij zich. Niets menselijks is haar vreemd.
Voor haar ga ik naar kerken en musea, zoals vroeger naar de bioscoop voor Monica Vitti.
 

Tags: 
de macht van de glossies
'Forever' - Ned. Instituut voor videokunst (2006)

Ideale vrouw (2)

 Het beeld van de ideale vrouw, bestaat dat? Na het zien van de tentoonstelling weet ik, er zijn altijd twee ideaalbeelden, Ze bestaan en bestonden naast elkaar. Vroeger en nu, in kunst en media. Maria tegenover Maria Magdalena, de zorgzame, lijdende moeder tegenover de hoer die de vriendin van God werd.

 Eerst de braafheid. Wie verzint zoiets? Wie houdt het vrouwen voor, met vermanende vinger? Vroeger mannen, de kerk. Je ziet hier heel wat voortreffelijke vrouwen uit de bijbel en de klassieke oudheid op prenten en schilderijen.Daarnaast kroop het bloed altijd waar het niet gaan kon. Schoonheid was gevaarlijk, het enige wapen: Cleopatra, Judith, Salomé. . Maar sinds de emancipatie bepalen vrouwen zelf hoe ze optreden.

 En wat? Wat werd het verschil? De zangeres Madonna haalde het meesterstukje uit van tweeën één te maken. Zo ontstond de moderne supervrouw. Een onbestaanbaarheid. Een schitterende onoplosbaarheid.Daar fietst ze, perfect aangekleed en opgemaakt, op hakken, met een kinderbakfiets vol grutIk knijp in m'n arm en realiseer me dat de partnerkeuze - wat mannen zich ook in hun hoofd halen - vanouds berust bij de vrouw. De man staat er beteuterd bij.

Tags: 

Vroege Hollanders (1)

 Ik ken geen beschouwing over de 'eerste keer'. Er zit veel vast aan eerste keren. Het uitvissen hoe iets moet, hoe je het doet. Hoeveel eerste keren er verborgen zitten in de tentoonstelling van vroege Hollandse schilderkunst die nu in Boymans in Rotterdam te zien is weet ik niet. Hoe het begon, eind 15de, begin 16de eeuw.Maar wat later vaste formules werden om bijbelse taferelen uit te beelden, dat moet toch ooit begonnen zijn met schilders die zich in ernst afvroegen 'hoe keek Lazarus uit zijn ogen toen hij uit de dood werd opgewekt' of 'hoe zag Maria eruit toen haar verteld werd dat ze zwanger was van God zelf'.

 Ze vonden hun modellen dicht bij huis. Ook in houdingen zie je de probeersels. Figuren op de rug gezien. Wat me nog steeds verbaast is hoe de Bijbelse figuren enerzijds lijken op het buurmeisje of de bakker, en hoe ze anderzijds zo rijk mogelijk worden uitgedost. Figuren uit de Heilige Schrift waarmee je alle dagen leefde, opstond en naar bed ging, die figuren moesten herkenbaar zijn en tegelijk bijzonder. Kleren en sieraden dus. Zo mooi en fantasierijk dat ze bijna niet echt bestaan kunnen hebben. Hooguit een lapje brokaat of en ketting, denk je, maar verf is geduldig. Alles kan op het doek.

 En dan de meisjes, zeg zelf voor een heilige neem je geen dikkerdje, trouwens in de Bijbel staat met zoveel woorden dat Maria Magdalena kostbaar gekleed gaat. Zij moet een voorbeeld geweest zijn. En bij dit alles kijk je naar één grote familie. Christus als de peuter next door, de Wijzen als grappige allochtonen. Veel vragen. Volgende week stel ik ze dv. aan medesamensteller Friso Lammertse

Tags: 
het boerenmeisje van Pieter Pietersz (1580)
Lezende vrouw (Residenzgarten, München, 2007)

Gestalten en gezichten

 De hele week al, eerst in Karlsruhe, gisteren in de Alte Pinakothek hier in München en vandaag in het Bayrisches Nationalmuseum met z’n prachtige verzameling houtgesneden vrouwen van rond 1500 (de Maria’s, de Katharina’s de Magdalena’s), de hele week al vergelijk ik schilderij- en houtsnijgezichten en –gestalten van lang geleden met de gezichten die ik zie op straat. En fotografeer ze. Wat er ook verandert in de eeuwen, niet de gezichten.

 De Duitse blijven verbazend Duits ook. En de Nederlandse Nederlands, al neemt vermenging toe. Ik blijf het vreemd vinden als ik het boerenmeisje van Pieter Pietersz. (1580) dat ik zo goed ken van bij mij om de hoek hier in Karlsruhe tegenkom. Of de deftige dame in fayence (1925) van Otto Schneider in de Residenzgarten een boek zie zitten lezen. Noem het lichaamstaal, in ruimste zin. Die eeuwen omspant.

Tags: 

Pagina's