Op het doodstille plaatsje achter de Utrechtse parkeergarage betrapte ik vanmiddag een brede dikke jongen bezig zijn ook al erg forse vriendinnetje een zwart stretchkorset aan te gorden.
Ik lachte vriendelijk, ze lachten terug, even uitblazend. Inspannend, dat wel, zo te zien. Beiden waren in 't zwart, want, zo bleek even verderop, in Tivoli was een gothic filmfestival, heel de stoep stond vol zwart.
Ik moest naar het Catharijne Convent, even verderop, voor mijn eigen gothic, in één naam: Maria Magdalena. Ze is niet alleen de elegantst geklede, de voormalige hoer, ze is de enige dramatische vrouwenrol in het Bijbelverhaal. En - naar men al eeuwen fluistert - de vriendin van Christus.
Bij de kruisiging vind je haar aan de voet van het kruis, dat ze vaak innig omvat, bijna als een paaldanseres. De meest raadselachtige en opwindende scène uit het verhaal.
Soms pakt ze hem zelfs bij z'n vastgenagelde bloedende voeten vast. Altijd heeft ze de zalfpot - die in de loop der tijd steeds groter wordt - bij zich. Niets menselijks is haar vreemd.
Voor haar ga ik naar kerken en musea, zoals vroeger naar de bioscoop voor Monica Vitti.