Bedrand

 Het was net zulk weer als nu. Zoeven kwam ik langs het Hilton. Met Jan Donkers zat ik daar op vrijdag 28 maart 1969 een uur lang op de rand van het bed waar John Lennon en Yoko in lagen, om de wereld te vertellen dat er geen oorlog kwam als je maar in bed bleef en je haar liet groeien.

 De vitrage en daarachter Buitenveldert. John was levendig tot onrustig. Steeds weer sprong hij in z'n pyjama het bed uit om zijn gitaar te pakken die tegen de muur stond. Een keer om het liedje te laten horen waarmee hij bezig was 'Don't let me down'. Het refrein had hij al, maar de tussenliggende tekst kende hij nog niet van buiten, dus neuri­ede hij die passages.

 Ik had hem nooit eerder ontmoet. Wat me het meest aan hem opviel waren zijn ogen. Anders dan op foto's, zeer sprekend. Yoko trok het laken op tot onder haar kin. En zei bijna niets. 'She's foreign you know,' zei John.

 Ik vroeg nog naar zijn tandartsbezoek. John: 'Ze hebben een soort gouden asbak achter in mijn mond gestopt, waar ik eens tanden had. Ik weet niet wat die tandarts mij gegeven heeft, maar ik was high as a kite toen ik mijn volgende interview gaf.'

 Na een tijdje mochten luisteraars live vrag­en stellen - dat was een voorwaarde van John - die per telefoon binnenkwamen, waarna Peter Flik ze doorgaf op de koptelefoons. Het waren de te verwachten vragen. Yoko prevelde nog iets over vrede. 'Because the sky is blue and we're all...' Tot slot deed John nog een stukje van 'Those were the days', bekend van de tv-serie All in the family.

 Van de uitzending zijn alleen een paar fragmenten bewaard, omdat de chef geld van de VPRO-radio, de heer Waller die uit zuinigheid had laten wissen.

Tags: 

Cor Jaring

 De fotograaf met de snor (1936-2013) die er altijd bij was. Zat ik op het bed van John Lennon en Yoko Ono dan stond hij er ook. Wil je weten hoe de jaren '60 oogden in Amsterdam dan kom je vroeg of laat bij Cor Jaring. 

 Op 13 maart opent zijn tentoonstelling in Huis Marseille. Vanmiddag sprak ik daarvoor een 'audiotour' in. En ja, Cor Jaring was er van doordrongen dat 'het' toen gebeurde. Het gaatje dat student Bart Huges in zijn schedel boorde om permanent high te kunnen zijn, de happenings van Grootveld, de rookbommen bij het Huwelijk. Onuitroeibaar, een plaag onderhand, maar desondanks.

 Zoals Johnny van Doorn zei: 'We mogen blij zijn dat we de jaren '60 te boven zijn gekomen'.

 Mijn voorstel om op 1 januari 2000 een vreugdevuur te stoken van alle gitaren werd dan ook niet opgemerkt. Jaring had gelijk, of het nu de popmuziek was of de mode, het gebeurde toen, en het is nooit meer opgehouden. Paradiso draait unverfroren door, net als de Melkweg. Hotpants wandelen over de pleinen en wiet is overal te koop.

 Het opmerkelijkst van die tijd vond ik dat voor een paar jaar high en low cultu­re werkelijk door elkaar liepen. Frank Zappa trad op met het Rotterdams Filharmonisch orkest. Provo was geestig en had nog gelijk ook. 

 Dat zie je terug in het werk van Jaring. Henk Hofland hield hem in ere. Fotografen leggen vast. Jaring meende dat de tijd over een foto heen moest gaan. Foto en tijd zijn elkaars bondgenoten.

Tags: 
'She's foreign you know'
...erg beweeglijk

Het bed van John en Yoko

 Het idee was goed. En grappig. Zolang iedereen in bed blijft kan het nooit oorlog worden.Daar moet je niet te veel over zwammen. Wat nu wel weer gebeurt.

 In maart 1969 zaten Jan Donkers en ik aan het bed van John & Yoko in kamer 902 van het Amsterdamse Hilton Hotel. Van wat we toen uitzonden - live -  is weinig bewaard. Twee stukjes. Eentje waarop Lennon ''Don't let me down'' zingt. En een fragmentje, waarin John en Yoko in het Hilton vragen van luisteraars beantwoorden. Immers, de voorwaarde van John om een uur live radio te doen was dat luisteraars vragen zou kunnen stellen. Dat kon toen nog niet rechtstreeks. 
 Jan Donkers en ik zaten aan het bed. Peter Flik was in Amsterdam achter de schermen en verzorgde de verbindingen. Jan Haasbroek zat in Hilversum, waar de vragen van luisteraars werden verzameld. Die gaf hij door aan Donkers en mij. Dat ging per koptelefoon. Ik kreeg dus een vraag door en stelde hem - vertaald - aan Lennon en Ono.
 

 Wat me vooral bijbleef was het gedrag van John, die veel te levendig was om in bed te blijven liggen. Hij sprong - in zijn onderbroek - maar heen en weer door de kamer. Op zeker moment pakte hij zijn gitaar en zong het refrein van het liedje waar hij mee bezig was: ‘Don’t let me down’. Met lalala op de plekken waar tekst moest komen die hij nog niet verzonnen had.
Ondertussen entertainde hij maar door. Zei over Yoko - als die iets sufs had gemompeld - ‘She’s foreign you know’. Ono bleef keurig onder de dekens. Op de achtergrond een grijs Buitenveldert.
Wat ik ook nog voor me zie: zijn ogen, een heel uitzonderlijke kleur, ik zou zeggen hazelnoot. 

 ps. Nee, de VPRO van toen was zuinig met bewaarkosten van band. Bijna alles is weg. Nienke Feis heeft iets op haar Archieflog staan. En meer tekst staat in het boekje In bed met John en Yoko, uitgave Nijgh & Van Ditmar 2009.

 

Tags: 
U-bahn gezichten

Grootstadgezicht (2)

 De geur van de stad is die van elektriciteit, de geur van metro of U-bahn die in de jassen trekt.

 Dat overdacht ik in het Klein Parijs onder de Schlesischer Tor.Voor zover dat lukt met koorts bij waterkou. De vorst is weg. Een groot deel van de dag zat ik in de U-bahn. En probeerde - als voorstadsmens - gezichten te lezen. Zelf lazen de gezichten vrij vaak een boek. Met wat voor blik treedt men hier op? Gereserveerd. Schijnbaar in zichzelf gekeerd. Maar nee, de catwalk is vaak niet ver. Taxerend soms ook: 'wie ben jij dan wel?'

 In de U-bahn heerst veel vermoeidheid. Rode oogleden.Moe van tegenslagen, raad je. Behalve bij kinderen en verliefden, die daardoor extra opvallen. Hoe kijk je naar de ander? Je kijkt tot het punt waarna kijken taboe is. Voor die tijd moet je in je hebben opgenomen wat er toe doet. Nooit komt iemand handenwrijvend de U-bahn binnen, schudt de natte sneeuw van z'n jas en roept 'mensen wat een weertje'.

 ps. Wat vergat Bram de Swaan met zijn 'voorstedelijk Nederland'? Nog rond 1970 kwamen spraakmakende Amerikanen en Engelsen bij bosjes naar Nederland, vooral popmusici, Ik denk dat de roep van Provo dat veroorzaake. Feit is dat je als schrijver over muziek rustig in Amsterdam kon blijven, Dr. John, the Byrds, Randy Newman of Lennon kwamen vanzelf naar je toe.

Louis Lehmann
collectie Lehmann

De muziek van Louis Lehmann

Van 1995 tot 2005 heeft de dichter en scheepsarcheoloog Louis Lehmann (1920) in De Avonden elke week een kwartier 'zijn' muziek gedraaid. Met toelichting. De laatste jaren op vrijdagavond. De afleveringen vanaf ongeveer 2001 zijn te vinden op de site van Avonden.

 Louis componeert en speelt zelf, en dat kon je merken. Daarbij komt dat zijn associatieketens cultuur en historie in ruimste zin bestrijken. Een keus uit deze geïmproviseerde radiopraatjes wordt nu persklaar gemaakt door Alida Beekhuis, maar een uitgever is nog niet gevonden. Een goed idee, zo'n boekje. Lehmann speelde het zelfs klaar in een publicaties over scheepsarcheologie Bob Dylan te citeren. Er waren onvergetelijke toespraakjes bij.

 Ik herinner me dat over 'Natte en droge muziek' (26 mei 1997) een hoogstpersoonlijk onderscheid dat Louis maakt, dwars door alle genres heen. Probeer het maar: Mozart, nat of droog? Ellington? Bob Marley? Is John Lennon nat of droog?Ik zou zeggen McCartney nat, Lennon droog. En zo door.Ongelooflijk ruim is het repertoire dat bij Lehmann voorbij komt, van ragtime tot Griekse dansen, van renaissance klassiek tot eigentijds Afrikaans. Hierbij als voorproefje een transcriptie die nog moet worden bewerkt, over de componist Louis Moreau Gottschalk. .