Ik moet een jaar of vier gewest zijn, toen mijn vader terugkeerde van de politionele acties in Indië en een einde maakte aan de moeder-zoon idylle.
Dit komt boven bij het lezen in 'Moederskinderen', de meeslepende studie die Jan Fontijn maakte van moeders en zonen in de literatuur, Van Stendhal, Nietzsche en Baudelaire tot Gerard Reve en Lodewijk van Deyssel. En zovelen meer. Ik ben er nog maar net in begonnen en het blijkt tussen moeders en zonen steeds anders.
Vaak is ze gestorven en onbereikbaar geworden zoals bij Roland Barthes. Dat sterven, onder veel pijn is soms 'het ergste wat ik ooit had meegemaakt' zoals bij Jan Fontijn zelf, die het terugvindt bij Stendhal. Een geborgenheid die voorgoed verloren gaat. De vergeefse pogingen van Gerard Reve in 'Moeder en zoon' om zijn moeder met de maagd Maria te vereenzelvigen. Tegen mij zei hij na een betoog over zijn familie en het communistisch geloof: 'Misschien had zij toch nog iets menselijks behouden'. Het katholicisme: '...een leer die zulk een gebrekkige, verkitschte, infantiele en soms aan godslastering grenzende vertolking kon doorstaan, moest wel, naar haar inhoud, iets verkondigen van grote, dwingende kracht en evidente geloofwaardigheid..'.
Gerard zou de kerkschandalen van nu zonder twijfel zien als een godsbewijs. Later meer.