En daar heb je Kaïn en Abel. Wat gebeurde er met Kaïn na zijn broedermoord op Abel? God zorgt voor hem. Maar hoe!
Hij wordt verstoten, een vreemdeling, een zwerver, een vluchteling, levenslang. Hij krijgt het Kaïnsteken op z'n voorhoofd, dat hem onaantastbaar maakt. Hij wordt niet anders gestraft dan dat hij moet blijven leven om zijn misdaad nooit meer te kunnen vergeten.
Dat Kaïnsteken kun je niet zien, alleen voelen.
'We hebben daar jammer genoeg geen plaatje van.'
En Jacob vervolgt: 'Halleluja!. Lieve kinderen! Nu een kleine pauze. En dan gaan we zingen. Maar eerst chocolademelk! Met een rondo? Of een taailap? Of een kano? Of een kletskop?'
Mijn eigen God woonde in de Walburgkerk in Zutphen. Een spelonk waarin met Kerst alle zondagsschoolkinderen van Zutphen werden samengedreven voor een mandarijn en een boekje van W.G.van de Hulst: 'Het klompje dat op het water dreef'. De titel vertelt heel het verhaal. Dat ene klompje zei genoeg. Dan wist je het wel.
Niet storen, ik lees Jacob Groot.