vuurwerk...

Centra Pats Boem (1)

 Het gedicht waarmee Johnny van Doorn op z'n 15de jaar debuteerde was het fameuze Vuurwerkgedicht. In de woorden van biograaf Nico Keuning: '''Naïeve woorden en begrippen', versneld uitgesproken tot een toerental van zo'n 250. Uit zijn mond knallen de ontploffingen, gillende keukenmeiden en het ooohhh-geroep van het publiek tijdens een 'koninginnedag' in Park Sonsbeek:

 'Centra Pats Boem
zichtbare knal
wit helt 't licht
bolle wit bolle wit bolle wit
de aarde wit zwart
de weg gelig licht
kijk daar 'n man met een sigaar'.

 Onverstaanbaar, maar herkenbaar vuurwerkgeluid.
Na afloop stapt een kunstschilder op de vijftienjarige Johnny af: Dat is 'n gedicht man.
'Toen besefte ik dat ik dichter was.'
Vanaf dat moment is de geluidspoëzie een van zijn nieuwe acts.''

 Maar waar komen die woorden vandaan? Volgens de dichter Jacob Groot vindt de tekst gedeeltelijk zijn oorsprong in het gedicht CENTRA van I.K. Bonset ofwel Theo van Doesburg, dat begint met de woorden 'CENTRA PATS ZICHTBARE KNAL'.
Het gedicht staat in Rodenko's Nieuwe Griffels Schone Leien.
De bloemlezing (eerste druk 1954) 'die op zijn minst een
decennium lang de verplichte initiatiecursus voor de ware poëzieadept was'.
Ook, denkt Jacob, voor de jonge Johnny van Doorn. En hij vervolgt: 'Ik herinner me vaag dat hij deze specifieke herkomst bij gelegenheid nadrukkelijk aanstipte. Omdat de herinnering vaag is moet ik die verifiëren. Maar bij wie?'
Maar ik kan me niet herinneren de Rodenko bij Johnny thuis te hebben gezien of in het blauwe KLM-koffertje waarmee hij Nederland doorkruiste. En wat meer zegt, Yvonne van Doorn herinnert zich het boekje ook niet. Maar toch, vanwaar de vreemde woordcombinatie CENTRA PATS BOEM?
Morgen meer (foto Rene Alphenaar).